Een andere misdaad die Luc Sibille gepleegd heeft, is een overval op een bankkantoor in Jezus-Eik.
Samenvatting
Wanneer? 9 Maart 1970, omstreeks 9u
Waar? Brusselsesteenweg 378 in Jezus-Eik. Dit is vlak naast het Delhaize-warenhuis van Overijse » Google Maps
Wie? Twee daders, Luc Sibille en Luc De Schrijver
Hold-up in bankfiliaal te Overijse
Bankovervallen schijnen in België een lucratieve manier te zijn om vlug geld te verdienen. Het gevaar dat er aan verbonden is, blijkt met de dag kleiner te worden. Alleen of in groepsverband treden de gewapende overvallers steeds driester op. (…)
Nadat verleden week een eenzame overvaller te Antwerpen nog een bankfiliaal overviel en 380.000 fr. buit maakte, stormde maandag een bandiet het bijhuis van de Bank van Brussel te Overijse binnen en eiste van de directeur de inhoud van de brandkast. De buit bedroeg 250.000 fr.
Bij de reconstructie van de misdaad werd vastgesteld dat de overval blijkbaar goed gepland was. De overvallers - ditmaal betrof het twee mannen - verplaatsten zich met een Opel Kadett. Zij parkeerden hun wagen zodanig dat hij onmiddellijk startklaar stond. Terwijl een man achter het stuur bleef zitten en de motor van het voertuig bleef draaien, stapte de andere het bankfiliaal binnen.
De mannen moeten vrij zeker geweest zijn dat er niet veel volk in de bankinstelling aanwezig zou zijn. De overvaller droeg zelfs geen masker. Wel was hij gewapend met een revolver. Zonder dralen stapte hij op de gerant, de h. De Neus af en eiste het geld op.
Onder dreiging van de revolver moest de h. De Neus zelf de brandkoffer openmaken en het geld er uithalen. Een minuut later stapte de bandiet met zijn buit in de klaar staande auto en verdween.
Te 10u05 stipt werd de politie door de h. De Neus van de overval verwittigd. Onmiddellijk werden de klassiek geworden speracties uitgevoerd, werden strenge controles gedaan, trokken gewapende rijkswachters de baan op … maar de vogels waren blijkbaar reeds buiten bereik.
Wel werd even buiten Jezus-Eik, ter hoogte van het begin van de E4-weg de auto teruggevonden. Men heeft een tamelijk vage beschrijving van de aanrander. Hij was ongeveer 40 jaar, 1m70 groot, vrij corpulent gebouwd en hij sprak Frans.
Bron: Gazet van Antwerpen | 10 Maart 1970
Bankoverval te Overijse opgehelderd
Twee leden van de bende van Jean Caporale, die tijdens een spectaculaire belegering te Kraainem op 31 augustus uit een geheimzinnige villa werden gehaald, hebben bekend dat zij op 9 maart ll. te Overijse (Jezus-Eik) de overval gepleegd hebben op het kantoor van de Bank van Brussel. Uit hun gedetailleerd verhaal blijkt dat niet alles verliep zoals zij het gewenst hadden.
De overval te Overijse werd uitgevoerd door twee mannen die, gekleed in het uniform van para-commando, ook de overval aan het Keynplein te Watermaal-Bosvoorde hebben gepleegd, precies een maand na Overijse, op 9 april. Het zijn de 24-jarige Luc De Schrijver en de 27-jarige Luc Sibille.
De Schrijver en Sibille hebben bekend dat zij op 9 maart omstreeks 9u ’s ochtends de gangstervilla in Kraainem verlieten met een auto van het type Escort, die toebehoorde aan een gewezen vriendin van Sibille. De eerste opdracht was een tweede auto zoeken om er de overval mee te plegen.
De twee auto stalen zij in een garage aan de Baron de Castrostraat te Etterbeek. De Schrijver zette zich achter het stuur van de gestolen auto en het duo reed dan naar Jezus-Eik. De Escort werd in de buurt achtergelaten en, steeds met De Schrijver aan het stuur, reden zij tot aan de Steenweg naar Brussel 387.
Het was Sibille die binnenging en de enige aanwezige bediende, de h. De Neus, met een pistool bedreigde en geld roofde uit verscheidene laden en uit de openstaande koffer. In het totaal raapte hij 260.548 fr. bij elkaar.
Moeilijkheden
Na de overval dook Sibille in de wachtende auto en sloegen zij op de vlucht. De Escort werd opgezocht en Sibille zette zich aan het stuur van die auto. Waarom de gestolen wagen op dat ogenblik niet werd achtergelaten, is niet heel duidelijk. De Schrijver beweert nu alleszins dat hij getracht heeft Sibille te volgen, maar dat hij hem op een bepaald moment uit het oog heeft verloren.
De Schrijver was bang dat men de auto zou herkennen en besliste hem achter te laten. Dat gebeurde op het parkeerplein van het restaurant Barbizon, niet zo ver van Jezus-Eik. Hij werd er opgemerkt en vluchtte daarom het Zoniënwoud in. Te voet ging hij dan tot Watermaal-Bosvoorde waar Jean Caporale hem opwachtte in een herberg. Van daar reed hij per taxi naar Kraainem, in het gezelschap van Caporale.
Sibille verging het al niet veel beter. Hij geraakte met zijn auto vast in de sneeuw en was op zijn beurt verplicht de auto achter te laten. Vanuit een herberg te Overijse liet hij een taxi komen die hem naar het centrum van Brussel bracht. Daar nam hij … de tram naar Kraainem.
Achter de schermen
De buit werd in de gangstervilla onder verschillende bendeleden verdeeld en zou reeds uitgegeven zijn. Net als bij de overval te Watermaal-Bosvoorde blijkt dat Jean Caporale ook hier achter de schermen heeft gewerkt. Formele bewijzen heeft men nog niet en de man is handig genoeg om geen bekentenissen af te leggen. Het parket heeft gelukkig een middel gevonden om hem nog voor een tijdje veilig achter slot en grendel te houden: samen met Juliette Leclair en Jean Leclair (die ook in de gangstervilla woonden) wordt hij beschuldigd van zedenfeiten.
Jean Caporale is bij het gerecht - en in de gevangenissen - een goede bekende. In 1952 werd hij door het Brabantse assisenhof veroordeeld tot 12 jaar in verband met een schietpartij waarbij te Brussel verscheidene politiemannen gewond geraakten. Tevoren kreeg hij reeds een gevangenisstraf van 3 jaar wegens diefstal.
In gerechtelijke kringen hoopt men dat nog meer overvallen op rekening van de bende zullen kunnen geplaatst worden. Misschien kan men bewijsmateriaal vinden aan de hand van de 400 infra-roodfoto’s die dinsdag te Kraainem werden gemaakt van de tuin achter de villa. Het gebouw zelf schijnt ook nog enkele geheimen te verbergen en geregeld gaat het parket ter plaatse om alle details aan een onderzoek te onderwerpen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 2 Oktober 1970