Deze week in Humo: een interview met Linda Van Huffelen, gehandicapt en weduwe door de Bende van Nijvel.
De diefstal van hypermoderne kogelwerende vesten, waarvan de rijkswacht en het leger er later duizenden zouden bestellen, is één van de vele onopgehelderde mysteries in het Bende-onderzoek. Nooit heeft het gerecht kunnen achterhalen hoe de daders wisten dat de modellen bestonden, laat staan dat ze zich in een ijzeren kast in het laboratorium van de fabriek bevonden, achter de conciërgewoning waar Linda van Huffelen met haar gezin woonde.
We bereiken de oude fabriek via een onopvallende lange oprit in de Gasthuisstraat en glippen gemakkelijk langs het ijzeren hek. "Goh, waar is de tijd naartoe? Ik hoor de machines nog draaien," zegt Linda, terwijl ze langs de oude fietsstallingen loopt. "Hier hingen lampen die automatisch aanfloepten boven de fietsen. De gangsters hebben ze allemaal kapotgeschoten," vertelt ze.
"Jos (Jozef 'Jos' Broeders, de man van Linda) werd wakker omdat hij glas hoorde breken, en is buiten gaan kijken. Toen hij de gangsters zag, gooide hij de deur meteen weer dicht, maar ze schoten door het hout en de kogel doorboorde zijn maag. Daarna moet hij op handen en voeten naar de slaapkamer gekropen zijn om ons te waarschuwen, terwijl ze hem achtervolgden. In de keuken hebben ze hem afgemaakt. Hij moet nog gevochten hebben, want in zijn hand hebben ze plukken blond haar gevonden (...)."
(...) Een getuige die dat wel had kunnen doen, was Hector Riské, een bejaarde buurman uit de Gasthuisstraat. Hij werd wakker in de nacht van de feiten van het geluid van een draaiende motor (en dus niet van geweerschoten, zoals soms wordt gezegd). Toen hij op de eerste verdieping door het raam keek, zag hij een half op het fietspad geparkeerde auto staan. Hij dacht dat die een defect had, en opende zijn raam om te vragen of hij moest helpen. Beneden stapte een man uit, richtte een riotgun op hem, en begon te vuren.
Lees het hele artikel deze week in Humo!