Wie een inzicht wil krijgen in het denken en handelen van Degrelle, raadt ik het kleine doch zeer interessante boekje Het droge en het vochtige van Jonathan Littell aan. Hieronder enkele passages die me wel interessant leken om het personage Degrelle beter te begrijpen.
Léon Degrelle was voor de oorlog vooral bekend als een jonge, goed uitziende onruststoker met vaag fascistische ideeën, die aan het hoofd van een oorspronkelijk katholieke volksbeweging probeerde de politieke klasse van België omver te werpen. Zijn populariteit bereikte een hoogtepunt in 1936, toen hij erin slaagde 21 zetels te krijgen in het Brusselse parlement. Maar de publieke opinie associeerde hem steeds meer met het opkomende nazisme, waardoor hij vanaf 1938 een duidelijke teruggang beleefde en op dat moment alweer een flink deel van zijn politieke invloed kwijt was. Nauwelijks ontmoedigd streed hij tijdens de zogeheten 'schemeroorlog' [De schemeroorlog is de periode tussen september 1939 en mei 1940] voor een ultraneutralistische stellingname, die als openlijk pro-Duits werd ervaren door een bevolking die de bedoelingen van het Reich met het grootste wantrouwen bezag.
Begin 1945 laat Degrelle zijn manschappen bij Lübeck in de steek en vlucht hij naar Noorwegen, vandaar zal een vliegtuig voor lange afstanden hem overbrengen naar Spanje, waar hij, al wordt hij in België bij verstek ter dood veroordeeld, vredig de rest van zijn leven zal slijten, omgeven door een hofhouding van getrouwen, zonder blijken van berouw en meer dan ooit ingekapseld in zijn eigen leugens en steriele stellingnamen.
Degrelle houdt het beeld van zichzelf in stand dat hij een zuivere, ingerere leider is die er ook niet voor terugdeinst om zich te vergelijken met Christus zelf: "Met de bezem in de vuist stortte ik me tussen de schurken die de kracht van mijn vaderland ondermijnden. Ik ranselde en geselde. Met het volk als getuige verwoestte ik de witgepleisterde graven waarin ze hun schaamteloos gedrag, hun profijtelijk gekonkel verborgen hielden."
In 1945 - wanneer Degrelle zijn boek La Campagne de Russie schrijft - leeft Degrelle gescheiden van zijn vrouw. Degrelle's vrouw was tijdens zijn verblijf aan het front een relatie aangegaan met een Oostenrijkse officier van de Luftwaffe. Het lijk van deze officier werd met een nekschot gevonden kort nadat Degrelle even in België was geweest. Een SS-rechter heeft nog geprobeerd de leider van Rex in staat van beschuldiging te stellen, maar de zaak is nooit opgehelderd.
Degrelle over het leven in de loopgraven. Algemeen gesproken is rechtop altijd beter dan gebogen of liggend. Het is veiliger:
"Om ervoor te zorgen dat geen van mijn jongens in paniek raakte, was ik op de borstwering van de loopgraaf gaan staan. Dat was geen bijzonder grote verdienste (...). Ze konden schieten zoveel ze wilden, steeds zouden ze me missen. (...) Ik had een hoge Estse officier aan mijn eenheid toegevoegd. (...) Hij was in de greep van een panische angst. (...) Hij was plat op de grond gaan liggen, tegen mijn laarzen aan, stijf als een plank: in plaats van mijn voeten te raken boorde een kogel zich midden in zijn gezicht, ging dwars door hem heen en kwam tussen zijn billen weer naar buiten. Hij begon te kronkelen als een worm, spuugde, schreeuwde, liet zijn ontlasting lopen. Het was te laat. De kogel was snel verteerd. Tien minuten was hij dood."
Degrelle is de soldaat die Europa verdedigt. "Ik hield van het kaarsrechte soldatenleven, dat bevrijd was van wereldse bijkomstigheden, van ambities en eigenbelang. (...) Ik werd misselijk van het slangengekrioel, de concurrentiegevechten, de overgevoeligheden en leugens in de politieke arena." Het kwaad bevindt zich namelijk niet alleen in het Oosten, het heeft zich al in de schoot van Europa genesteld. Dat is de 'publieke modderpoel', waar de fascist 'het harde gevecht' tegen levert, het gevecht voor orde, gerechtigheid en zuiverheid'.
En waar de democratie wegzakt in het moeras, aldus Degrelle, dienen stevige fundamenten te worden gelegd: "Ik wilde mijn land ontdoen van de dictatoriale overheersing door de krachten van het geld, die de macht corrumpeerden, de instituties uitholden, het geweten van de mensen bezoedelden, de economie en de arbeid te gronde richtten. Het anarchistische regime van de oude partijen, die stuk voor stuk aangevreten waren door politiek-financiële schandalen, wilde ik langs wettelijke weg vervangen door een sterke, vrije staat, die ordelijk en verantwoordelijk moest zijn, een afspiegeling van de ware kracht van het volk. (...) Een land kan niet leven in een toestand van wanorde, incompetentie, gebrek aan verantwoordelijkheidszin, onzekerheid en verrotting."