PV 2252 : BOB Aalst
Heden twintig november 1985 te 17.30 uur hebben wij een gesprek gevoerd met de nog steeds gehospitaliseerde minderjarige VAN DE STEEN DAVID, ongehuwd, scholier. In bijlage het getuigenis.
"Op uw vraag hoe de man eruit zag kan ik U het volgende zeggen. In vergelijking met U (opstellers van PV) kan ik zeggen dat hij iets groter was dan wachtmeester L. (dus iets groter dan 1.86 m). Zijn gelaat was donker (bruin), naar mijn gevoel geverfd (geschminkt). Hij had een grijze sjaal voor de mond en droeg een zwarte pruik met krulhaar. Ik ben er zeker van dat het een pruik was daar ik ook zijn echt haar van onder die pruik zag komen. Zijn ouderdom schat ik op 30 jaar. Zijn echt haar was lang en naar mijn gevoel bruin van kleur. Hij droeg geen muts of bril."
"Ik heb tevens gezien dat hij op één der wangen een beharing had, vermoedelijk een geboortevlek onder één der ogen. Hij droeg zwarte handschoenen en was tevens drager van een zwarte jas tot op kniehoogte en van een zwarte broek. Hij droeg veiligheidsschoenen. Ik ken dat soort schoenen van mijn vader, het zijn bruine lage schoenen met een versterkte top. "
"Hij had drie wapens bij zich, een mitraillette, een jachtgeweer tweeloop en een pistool. Het machinepistool hing aan zijn zijde ter hoogte van zijn broeksriem. Het is zo dat zijn jas enkel aan de hals gesloten was zodat het machinepistool duidelijk zichtbaar was. Het pistool stak in één van de binnenzakken van zijn vest. Ik zag enkel de kolf. In zijn handen had hij een jachtgeweer, een tweeloop met naast elkaar liggende lopen. Deze lopen waren afgezaagd. Ik heb dit duidelijk gezien daar er geen mikorgaan te zien was. Het is me tevens opgevallen dat het wapen vooraan ruw was."
Uit de getuigenis van Van De Steen David, verblijvende in het Onze Lieve Vrouwziekenhuis te Aalst, 20.11.1985, pv 2252 van BOB Aalst.