Een artikel over de getuigenis van Joseph Kausse voor de Eerste Bendecommissie:
“Staatsveiligheid wou mij dood pesten”
“Bij de staatsveiligheid deinsden sommigen niet terug voor regelrechte KGB-methodes. Administrateur-generaal Raes onderhield met enkele leden een speciale relatie, en deed wat hij wou. Nergens werd een letter op papier gezet. Als dat de manier is, waarop de democratie in België moet beschermd worden, dan vind ik dat angstaanjagend!”
Nog nooit voordien hoorde de Kamercommissie naar het banditisme zulke explosieve verklaringen en zulke vernietigende kritiek op de Staatsveiligheid, als gisteren uit de mond van commissaris Joseph Kausse. Kausse werkte van februari 1982 op de sectie “Subversie” van de staatsveiligheid en ontdekte daar de rol, die commissaris Christian Smets, alias Canard, bij de extreem-rechtse groepering Westland New Post speelde.
“Nadat ik van alles wat ik ontdekt had verslagen voor mijn oversten had opgemaakt, en de betrokkenheid van enkele mensen van de staatsveiligheid bij de WNP in het najaar van 1983 in de openbaarheid kwam, begon mij plots dood te pesten. Ik werd verscheidene malen bij administrateur Raes geroepen, die mij zeer zwaar aanpakte. Men beschuldigde mij ervan, de pers te hebben ingelicht. En dan begon tegen mij en familie lichamelijke, maar vooral geestelijke intimidatie. Ik ontving telefoontjes met doodsbedreigingen. Mijn vrouw werd opgebeld en moest de schunnigste praat aanhoren. Mijn 15-jarige kind werd zwaar toegetakeld. Men beschuldigde mijzelf in het publiek ervan dat ik een meisje had verkracht … Men wou me duidelijk zo erg provoceren, dat ik uiteindelijk “stommiteiten” zou gaan doen, en men met mij officieel zou kunnen afrekenen”.
“Hoofdcommissaris Van Gorp beval dat ik mij aan een psychiatrisch onderzoek zou onderwerpen! Men wilde mij gek laten verklaren, maar ook dat mislukte …”
“Toen bleek dat men mij niet zover kon krijgen als men graag wou, gooide men het over een andere boeg. Ik werd overgeplaatst naar Antwerpen, als “wederopvoeding”. Tweeënhalf jaar moest ik daar letterlijk gaan zitten nietsdoen, weliswaar met een salaris van 60.000 frank netto per maand … Uiteindelijk werd ik van Antwerpen nog eens overgeplaatst: naar de dienst Vreemdelingenzaken in het Klein Kasteeltje te Brussel. En daar zit ik nu nog steeds.”
“Enkele leden van de Staatsveiligheid infiltreerden niet in extreem-rechts, maar werkten ermee samen”, ging commissaris Kausse verder. “Naast de affaire Smets, is er nog die van zijn assistent De Roock. Ik ontdekte dat die al deel uitmaakte van het extreem-rechtse Front de la Jeunesse, voor hij bij de Staatsveiligheid werd in dienst genomen …”
De commissaris bevestigde, dat er bij de Staatsveiligheid onder meer een dossier bestond over onderzoeksrechter Lyna, en haar man, advocaat Chomé. “Raes heeft op zeker ogenblik die dossiers opgevraagd”, zei Kausse. “Ik heb trouwens hier zelf zijn opvragingsnota.”
In verband met de brandstichting bij het extreem-linkse weekblad “Pour”, zei Kausse: “De Staatsveiligheid heeft een der hoofddaders beschermd, door aan de onderzoekers te gaan verklaren, dat deze bewuste persoon (1) onmogelijk de brand kon hebben gesticht, omdat hij op dat moment met een gebroken been in het gips lag. Maar dit gebroken been haalde die kerel pas een week na de brand, toen hij met zijn motor naar Frankrijk vluchtte …”, aldus Kausse. (2)
Bron: Gazet van Antwerpen | 6 Juli 1989
(1) Die "bewuste persoon" is Luc Vankeerberghen
(2) Dit verhaal over De Roock is niet correct, zie » Forum