Het probleem is dat - zeker in het begin - iedereen dacht in termen van één 'bende' en de gekende, door ballistiek verbonden zeer zware feiten het 'cement' waren om uit te maken welke feiten ze gepleegd hebben.
Maar eigenlijk weet niemand dat zeker. Om te beginnen zijn er al zware twijfels over de vraag of het om één groep van daders ging, onder andere door de modus operandi die radicaal verschilde. Wie weet hoeveel (onopgehelderde) overvallen of moorden er niet nog gepleegd werden met dezelfde wapens en mogelijk dezelfde individuen?
Wetenschappelijk onderzoek en ballistiek in die tijd was verre van optimaal, niets was gedigitaliseerd. Begin maar te zoeken.
Als ik bovenstaande case (die ik niet kende) lees dan denk ik dat het inderdaad de moeite zou zijn om dat ballistisch materiaal eens te onderzoeken, indien het nog bewaard is (nog zo'n probleem). Maar goed, water under the bridge.
BTW: dat naast het oor schieten: een .22 is een klein, snel projectiel. Maakt zeer weinig geluid als ermee geschoten wordt en met een demper is het één van de weinige kalibers die echt quasi volledig stil kunnen afgevuurd worden. Nadeel is dat het penetrerend vermogen niet erg hoog is. Wel, het bot naast het oor (en eigenlijk vooral aan de slaap) is het dunste van heel de schedel en op die locaties lopen er nog eens een paar grote bloedvaten net onder ook.