Op de website kan je een interview lezen met de zoon van José Vanden Eynde. Uit het interview haal ik enkele opmerkelijke uitspraken. Het volledige artikel kan je hier lezen » Beersel
Over de moord:
"Ze schoten niet om te doden, ze schoten omdat ze daar lol in hadden" en "(...) maar hij had zich niet laten doen. Hij heeft gevochten voor zijn leven. Zijn stoel, de zetel en de tafel waren omvergeworpen. Vader lag op zijn bed, half uitgekleed. Zijn handen en zijn voeten waren op zijn rug met het telefoonsnoer samengebonden. Daar rond hadden ze zijn sjaal van Club Brugge gedraaid. In zijn mond hadden ze een washandje gepropt. Ze hebben ingebeukt op zijn hoofd en op zijn borst brandende sigaretten uitgedrukt. Dan hebben ze een handdoek tegen zijn slaap geduwd en pif paf poef, niet met één, niet met twee, maar met acht schoten van een Lonf Rifle hebben ze hem afgemaakt."
Over het onderzoek:
"De politiemensen waren snel weer weg. Ze hadden zo'n houding van 'Het zal wel', alsof het de doodgewoonste zaak van de wereld was, die ze gauw even zouden ophelderen. Ze waren er misschien een half uur toen ze mijn vader al kwamen halen in een metalen kist."
"De speurders van Jumet hebben ons gezegd dat er de eerste drie jaar, van eind 1982 tot eind 1985, zo goed als niets is gebeurd."
De Brusselse onderzoeksrechter Kesteloot, die de dag van de moord belast werd met het dossier, heeft voor de tweede Bendecommissie verklaard dat hij in hoofdzaak samenwerkte met een BOB-adjudant uit Halle, François Achten, die uit de BOB van Brussel kwam, waar hij optrok met de latere Bende-verdachte Madani Bouhouche en Robert Beijer. Kesteloot vertelde ook dat hij op verzoek van de procureur des Konings van Nijvel, Jean Deprêtre, een jaar lang niet in het dossier mocht werken, terwijl er niemand anders mee belast werd! En toen hij zijn getuigenis voor het parlement wilde voorbereiden, bleek dat een belangrijk proces-verbaal gewoon uit zijn bundel verdwenen was!
"Zo hoorde ik dat de stijl van een moord altijd informatie bevat over de daders. Daardoor weten ze dat de moord op mijn vader niet 'gesigneerd' is door de Italiaanse maffia, maar een dubbele handtekening draagt. De knopen in het telefoonsnoer waren gelegd in de stijl van zigeuners, en de schoten waren afgevuurd in een boog boven zijn oor, zoals de Israëli's doen."
Over José Vanden Eynde:
"Omdat hij een vrije vogel was en behoefte had aan zijn eigen nest is hij bij ons weggegaan. Jurion heeft hem dan in de studio boven de Auberge laten intrekken. Hij was daar gelukkig, hij had er zijn kamer en zijn badkamer. 's Morgens poetste hij de vloer van het restaurant. Rond de middag trok hij de stad in, waar hij een vaste stek had in L'Hotel de Bruges, het restaurant van Frans Geluk, een oude maat van mijn vader, vlakbij het Zuidstation. Daar at hij zijn lunch en legde hij een kaartje. Hij was nooit terug voor 19 uur 's avonds, en dan speelde hij ramie-bridge in een hoek van het restaurant die ingericht was als taverne, bij de open haard. 's Nachts sloot hij de boel, en hij was gelukkig."