Na dit stuk te hebben gelezen, begrijp ik de stelling van forumlid 'steinerprag' veel beter:
(...) In juni 1995 kruist Van Mechelen ons pad bij een drugsonderzoek. In de haven is een container met 3,5 ton marihuana opgedoken. De drugs zitten verstopt achter een lading thee. Een van de opgepakte trafikanten verklapt dat zijn opdrachtgever François K. is. Die geraakt in het nauw wanneer de collega's het semadigitnummer van de broer van rijkswachter Van Mechelen in zijn agenda vinden. "Je moet de rijkswachter zelf hebben. Van Mechelen is de man die aan de touwtjes trekt", beweert François C.
Consternatie bij het Antwerpse parket. Topspeurder Van Mechelen vliegt de gevangenis in. Hij weigert elke medewerking aan het onderzoek. Een informant heeft hem geflikt, zo zegt hij. Een gepensioneerde collega van de gerechtelijke politie schiet Van Mechelen te hulp met een alibi. Van Mechelen is herkend op camerabeelden van Cresthotel, waar hij een ontmoeting heeft met de drugsbende. "Dat moet een vergissing zijn", komt de collega ongevraagd vertellen. "Van Mechelen zat op dat moment samen met mij in een café in Deurne. Die man op de beelden van het Cresthotel moet iemand anders zijn."
Toevallig is deze gepensioneerde ook de commissaris die het onderzoek voerde naar de corruptieverhalen van Gutkind en Snijders. Een onderzoek waarin Van Mechelen vrijuit ging. Mijn collega's De Lange en JR halen alles uit de kast om de aantijgingen tegen Van Mechelen hard te maken. Zo trekken zij naar Nederland om er de Antwerpse junkie Martin Swennen te verhoren. Zij spreken met hem af in het Amsterdamse café De Blauwe Druif voor een eerste verkennend gesprek.
Martin Swennen beweert in opdracht van Van Mechelen 'uithalers' geronseld te hebben, arbeiders die in de haven ongezien een container kunnen open maken en er zakken met drugs uithalen. Dikwijls klaren dokwerkers, die een toegangspas hebben om op de containerterminals te werken, die klus en laten ze zich daarvoor rijkelijk betalen. Martin Swennen beweert dat hij foto's en bandopnames heeft die de betrokkenheid van Van Mechelen bewijzen.
De Lange en JR nemen die avond afscheid van Swennen en maken een nieuwe afspraak voor de dag erna. Dan zal de onderzoeksrechter in eigen persoon met Swennen komen praten en de tapes en foto's in ontvangst nemen. Zover zal het echter nooit komen. De collega's zijn amper buiten of een crimineel stapt het café binnen en zegt: "Jij praat met de politie." Dan jaagt hij Martin Swennen zes kogels door zijn lijf. De moordenaar zet zich daarna rustig op een barkruk, draait een sigaret en wacht op de politie.
Is dat de reden waarom Van Mechelen geen enkele naam noemt? Is hij bang dat hem hetzelfde lot als Swennen wacht als hij spreekt? In Nederland wouden op dat moment een drugsoorlog. Een Nederlandse parlementscommissie spit de omstreden technieken van enkele speurders uit. In dat kader komt ook Van Mechelen ter sprake. De Nederlanders zien hem als de vertrouweling van de Nederlandse drugsbaron Johan 'de Hakelaar' Verhoek. Dat valt af te leiden uit een brief van commissievoorzitter Van Traa aan de Antwerpse onderzoeksrechter die het dossier tegen Van Mechelen leidt.
'Op 15 maart 1996 is in Amsterdam de heer S. in een café om het leven gebracht door een persoon die daarbij zei: "Jij praat met de politie." Die persoon is aangehouden. De heer S. heeft eerder verklaringen afgelegd aan de Belgische politie over betalingen door hem aan een Belgische politieambtenaar gedaan in verband met het doorleveren van containers verdovende middelen, zo is gebleken uit het Amsterdamse moordonderzoek. Deze Belgische politieambtenaar wordt verdacht van nauwe betrokkenheid bij criminele activiteiten.'
(Uit het rapport-Van Traa over de parlementaire Enquête-commissie Opsporingsmethoden)
Speurder Van Mechelen zit maar een paar weken in voorarrest. Na zijn vrijlating schorst de rijkswacht hem in afwachting van zijn proces.
Bron: Onthullingen van een politiecommissaris | Cois Kind