Re: Kaçi Bouaroudj
Over de dood van Djamila Bouaroudj, de dochter van Kaçi Bouaroudj:
(...) In april 1995 worden in Buxerolles nabij Poitiers de stoffelijke resten ontdekt van Djamila Bouaroudj (Le Soir, woensdag 1 oktober 1997). Ze is onthoofd!
De jonge vrouw uit het Belgische Hornu, een gemeente vlakbij Boussu op twaalf kilometer van Bergen, is sinds enkele jaren verdwenen uit het zicht van haar familie. Onder andere haar vader vreest voor haar leven. Hij is Kaçi Bouaroudj, de Algerijn en oud-cafébaas die in 1988 met andere Borinageleden voor het Hof van Assisen verscheen.
Zijn dochter Djamila ging in april 1992 samenwonen met een man in Narbonne, in het zuiden van Frankrijk nabij Perpignan. Die man was Jean Joseph Casamias, zelf geen onbesproken figuur. De Franse autoriteiten verdachten hem ervan betrokken te zijn bij de verdwijning in Frankrijk van enkele personen.
De naar België uitgeweken Casamias ontving tot 1992 als helderziende zijn klanten in kantoortjes in Bergen en Hornu. Daar leerde hij de veel jongere Djamila kennen. Zij woonde met haar ouders in Hornu. Toen hij begin 1992 vluchtte voor de Belgische fiscus overtuigde hij Djamila samen met hem een nieuw leven te beginnen in Narbonne.
Lang heeft hij niet kunnen genieten van dat nieuwe leven. Op 14 februari 1993 ontplofte zijn huis in Narbonne. Zijn stoffelijk overschot werd onder het puin gevonden, dat van Djamila Bouaroudj niet. Zij werd blijkbaar om het leven gebracht in een ander huis van Casamias in Buxerolles, Poitiers. Het is mogelijk dat haar minnaar Casamias verantwoordelijk is voor haar dood. Men weet niet precies wanneer Djamila om het leven werd gebracht. Casamias wordt verdacht van mysterieuze verdwijningen. Er zijn echter nooit bewijzen gevonden van moorden door hem gepleegd, laat staan van onthoofdingen of versnijdingen. Het is zelfs niet onmogelijk dat Casamias zelf werd vermoord in zijn huis in Narbonne.
Het feit dat de vermoorde en onthoofde Djamila de dochter is van haar vader die ooit tot de intieme kring van enkele zware Bende-verdachten behoorde kan toeval zijn. Maar als er een verband zou bestaan tussen de Bende van Nijvel en de Slachter van Bergen is er een volwaardig motief voor haar dood.
Het stond voor iedereen duidelijk te lezen in het in 1986 verschenen Bendeboek van Paul Ponsaers en Gilbert Dupont: Kaçi Bouaroudj briefde alle criminele plannen die hij aan de toog van zijn café Metropole in Jemappes hoorde bespreken door Adriano Vittorio en andere tooghangende Borinage-leden over aan BOB'er Daniel Choquet.
Kaçi Bouaroudj speelde dubbelspel: hij ging mee op rooftocht en verraadde zijn kompanen. Zo is het geweten dat hij samen met Adriano Vittorio vanuit de Resto GB in Drogenbos de bewakers van Securitas die het geld kwamen ophalen, bespiedde met het oog op een overval. Vittorio droeg uitgerekend toen aan Bouaroudj op om een vluchtweg uit te stippelen.
Was hij de man die de streek het beste kende? In elk geval ligt de GB van Drogenbos in de wijk Dorent die een geheel vormt met het Rattenkwartier, op de grens van Sint-Pieters-Leeuw en Drogenbos. De Bergensesteenweg snijdt Dorent en Rattenkwartier middendoor. Het is precies hier dat heel wat zigeuners wonen, waaronder de familie van Leopold Bogaert.
Wat de band tussen alle betrokken personen ook is, vanuit het oogpunt van zijn overvalkompanen was Bouaroudj een ordinaire verklikker. Iemand op wie ze misschien wel wraak willen nemen. Voor de onderzoekers van de Cel Waals Brabant was hij dan weer mededader van zware overvallen. De onthoofde Djamila Bouaroudj kon de dochter geweest zijn van de man die had meegeholpen de Bende op te rollen indien het assisenproces in 1988 anders was verlopen. En tegelijkertijd de dochter van een voor Bendefeiten veroordeelde.
Bron: Het rattenkwartier - Een blik in het nest van de Bende van Nijvel | Charlie Hédo