Ook Robert Beijer schrijft in in zijn memoires dat Goffinon niet het doelwit was; Achten al evenmin. Het ging om een dienstwagen die door heel wat rijkswachters kon gebruikt worden. Niemand kon voorzien wie dat zou zijn. Wat Beijer niet vermeldt is dat er 16 kilo stukken metaal (schroeven en bouten) verwerkt waren in de bom.
De bedoeling was duidelijk om zoveel mogelijk collateral damage aan te richten, want de bom zou lmet een afstandsbediening tot ontploffing gebracht worden buiten de kazerne, in de straten van Brussel. Het ging om blind terrorisme, dat bedoeld was om druk uit te oefenen op de Belgische overheid om de Palestijnse terrorist Saïd Al Nasser vrij te krijgen. Die moest enkele weken later voor het Hof van Assisen verschijnen voor moord.
Er werden in die periode nog twee aanslagen gepleegd in ons land: op majoor Vernaillen en in de Joodse wijk van Antwerpen.
Wie het boek helemaal leest begrijpt het scenario : Beijer en Bouhouche waren er al jaren eerder in geslaagd om zich te laten aanwerven door recruteerders van de Soviet-inlichtingendiensten (KGB/GRU). In werkelijkheid waren zij evenwel dubbelagenten, die werkten voor de meest geheime van onze inlichtingendiensten: de C.I. (Counter Intelligence, gepatroneerd door Frankrijk).
De Russen hadden besloten hun Palestijnse bondgenoten een handje helpen om Saïd Al Nasser vrij te krijgen. Zij deden daarbij een beroep op hun Belgische medewerkers Bouhouche en Beijer. Die konden niet anders dan de opdracht uitvoeren, zo niet betekende dat het einde van hun infiltratie. Dus verving de C.I. het ontstekingsmechanisme 's nachts door een veel minder krachtige lading.
Er volgde dan ook slechts een lichte explosie. De indruk werd gegeven dat de aanslag mislukte door een toeval. Want de officiële versie was dat een rijkswachter een electriciteitsdraad uit de koffer van de auto had zien hangen en die had losgetrokken. Op die manier moest vermeden worden dat de Russen en Abu Nidal argwaan zouden krijgen over de betrouwbaarheid van Bouhouche en Beijer.