Gewapende overval te Malonne

Dinsdag hebben twee individuen omstreeks 14u50 een gewapende overval gepleegd op een juwelierszaak in Malonne nabij Namen. Eén van de daders ging de zaak binnen, terwijl de andere buiten op uitkijk stond. Toen de juwelier aan de toonbank kwam, loste de binnengedrongen overvaller een schot, maar de man raakte daarbij niet gewond. De overvaller maakte enkele uurwerken, voor een totale waarde van zo'n 50.000 frank buit. Nadien vluchtte het duo met een wagen weg in de richting van Bois-de-Villers.

Bron: Gazet van Antwerpen | 15 Mei 1986

Tijdens de zitting van woensdag in het proces tegen het trio Eric Saquet, Jean-Claude Vits en Pietro Messina voor het Luiks assisenhof, werd de gewapende overval van 13 mei 1986 bij een juwelier te Malonne besproken.

Oorspronkelijk werd in deze kwestie alleen Eric Saquet beschuldigd, want die had halsstarrig geweigerd de namen van zijn medeplichtigen bekend te maken. Vandaag beschuldigde hij echter formeel Jean-Claude Vits, die toegaf, en Pietro Messina, die voor het hof bleef beweren niets met de zaak te maken te hebben.

Op 13 mei 1986 vielen twee mannen, gemaskerd en gewapend binnen bij juwelier Frequin in Malonne. De eerste, Eric Saquet, stormde onmiddellijk naar de woonkamer van de juwelier, waar hij hoopte de hand te leggen op een koffertje met zeer waardevolle juwelen. Hij had dat voordien reeds zien staan. Het koffertje bevond zich echter niet meer op dezelfde plaats. Juwelier Frequin, die in de living stond, begon onmiddellijk luidkeels te roepen. Hierop loste Saquet een schot in zijn richting met en revolver van het type Magnum 357, hetzelfde wapen dat veertien dagen later bij de overval in Francochamps werd gebruikt.

De juwelier kon echter wegvluchten en zijn buren waarschuwen. Saquet koos ook het hazepad samen met zijn medeplichtige, die in de vitrine een aantal uurwerken had bemachtigd. De overvallers verdwenen in een gestolen Audi, die later in de Samber werd aangetroffen.

Gisteren verklaarde Saquet nooit de bedoeling te hebben Frequin neer te schieten. Hij wees erop, dat er vijf kogels in het wapen zaten en dat hij op slechts enkele meters van de juwelier stond.

Toevallige beweging

Volgens de deskundige in ballistiek heeft Frequin echter zijn leven te danken aan een toevallige beweging, want de kogel ging enkele millimeters naast zijn keel. Wel gaf de expert toe, dat zijn conclusies steunen op de posities, die beide betrokkenen beweerden ingenomen te hebben, op het ogenblik van de feiten en dat er dus terzake maar weinig echte zekerheid bestaat. (...)

Bron: Gazet van Antwerpen | 7 December 1989