Topic: Grobbendonk: 21 December 1984
Onopgeloste moorden, het was tijdens de jaren '80 niet abnormaal:
Markante kempenmoord - Moordenaar van diamantair René De Cnodder komt ermee weg
René De Cnodder werd in 1984 in Grobbendonk doodgeschoten met een jachtgeweer. Het gerecht vond het moordwapen snel terug: bij de ouders van een minderjarige verdachte. Maar dat bleek niet voldoende om de jongen als dader aan te wijzen. Bijna 37 jaar na de feiten blijft de moord onopgelost en loopt de dader vrij rond. “Het onderzoek werd gebrekkig gevoerd”, liet het parket tien jaar geleden weten, toen Gazet van Antwerpen de zaak nog eens onder het stof vandaan haalde. Nu is de zaak verjaard.
21 december 1984: René De Cnodder wordt op de parking bij zijn zaak JRM (huis-aan-huisverkoop van diepvriesproducten) doodgeschoten. De schutter haalt van dichtbij de trekker over en doodt zijn slachtoffer met één schot in de nek aan het linkeroor.
2 februari 1985: het eerste ballistische onderzoek van het moordwapen.
19 juni 1987: de raadkamer stelt een opgepakte Italiaanse verdachte buiten vervolging. Hij was aangehouden naar aanleiding van valse beschuldigingen.
8 december 1992: er vindt een nieuw ballistisch onderzoek plaats.
28 februari 1997: na nog een nieuw ballistisch onderzoek wordt het opsporingsonderzoek stilgelegd.
Juni 2003: naar aanleiding van het programma Moord en Mysterie op VT4 wordt het onderzoek heropgestart.
7 mei 2004: laatste proces-verbaal in het onderzoek.
Op 21 december 1984 was één kogel genoeg om René De Cnodder te doden. Hij werd van dichtbij in het achterhoofd geschoten met een .22 Long Rifle. Het slachtoffer wilde op het ogenblik dat hij werd neergeschoten in zijn auto stappen in de Uitbreidingsstraat in Grobbendonk, om de dagrecette van zijn handel in diepvriesproducten naar de bank te brengen. Dat was tussen 10.55u en 11.15u.
Na het schot nam de overvaller een plastic zak mee met daarin de dagontvangsten. René wilde die naar het kantoor van de Bankunie in Vorselaar brengen. De zak bevatte 195.820 Belgische frank cash en 72.567 Belgische frank aan cheques. De portefeuille met 42.000 Belgische frank in de broekzak van het slachtoffer bleef onaangeroerd.
Het was een werkneemster van het diepvriesbedrijf die De Cnodder om 11.15u badend in het bloed naast zijn auto aantrof op de parking van zijn bedrijf in Grobbendonk. Hulp kon niet meer baten. Roofmoord, concludeerde de rijkswacht.
Voetafdrukken
In de zandgrond achter het bedrijfsgebouw werd een voetafdruk gevonden en een speurhond leidde de rijkswacht naar een hoek van de afsluiting rond het bedrijf. Telkens werd dezelfde voetafdruk aangetroffen.
De speurders vermoedden meteen dat de dader in de directe kennissenkring moest worden gezocht, omdat hij klaarblijkelijk de gewoonten van René goed kende. Iemand die wist dat er iedere dag zo’n 300.000 Belgische frank naar de bank werd gebracht en dat het rond de feestdagen zelfs nog meer kon zijn. Iemand die ook wist dat er die welbepaalde dag geen personeel in de firma aanwezig zou zijn én die wist dat je achteraan het bedrijf gemakkelijk over de draad kon kruipen, aangezien de draad er in één hoek stuk is.
Moordwapen gevonden
In het begin liep het onderzoek voorspoedig. Eén getuige, die op het ogenblik van de feiten een man met een geweer naast het bedrijf had zien lopen, kon de jeugdige verdachte later niet met zekerheid identificeren.
Het gerecht kon wel vrij snel na de executie van René het moordwapen recupereren: een .22 Long Rifle met vizier en geluidsdemper. Dat wapen werd in Herentals gevonden in de slaapkamer van de vader van een verdachte. Het wapen lag bovenop een kleerkast, gewikkeld in een blauwe handdoek.
Maar deze vondst bleek vreemd genoeg niet voldoende om de dader te ontmaskeren. Wel kregen de speurders door de vondst van het moordwapen een minderjarige in beeld. Dat was de jongen bij wiens vader het geweer werd gevonden, maar die werd twee dagen na het voorleiden al opnieuw vrijgelaten. Het gerecht verzamelde nooit genoeg harde bewijzen om hem klem te zetten.
“Boycot”
Daar was een reden voor. Het onderzoek werd – om het zacht uit te drukken – ‘gebrekkig gevoerd’. Het sprak in het voordeel van de verdachte dat de voetsporen in het zand niet overeenstemden met zijn schoenmaat. Maar de conclusies van verscheidene ballistische experts wezen wel degelijk in de richting van de jongeman: twee onderzoeken stelden vast dat het wél mogelijk was dat dit het moordwapen was en gaven een absolute zekerheid. Een derde onderzoek stelde gelijkenissen vast die geen toeval konden zijn, maar vroeg bijkomende argumenten van de politie om dat vermoeden te staven.
Jaren later, bij een heropening van de moordzaak, kwam daar nog een uitgebreid vierde verslag bij. Dat stelde dat het onomstotelijk vaststaat dat het gevonden wapen wel degelijk hetgene van de moord was. Maar die verslagen bleken niet genoeg om de verdachte klem te zetten.
Ten slotte slaagde het gerecht erin om de drie stukken van de kogel die René doodde, kwijt te spelen.
Sommige speurders nemen tot op de dag van vandaag het woord ‘boycot’ in de mond als ze het hebben over de koude oorlog tussen de gerechtelijke politie en de rijkswacht bij het verzamelen van de onderzoeksgegevens. Volgens anderen kwam daar ook de tegenwerking van de hogere regionen van het gerecht bovenop.
Leugendetector
De heropening van de zaak in 2003, naar aanleiding van het tv-programma Moord en Mysterie over onopgeloste moorden, zorgde ook niet voor een doorbraak. De onderzoekers vroegen zich wel af of de verdachte, die ze na al die jaren nog altijd in beeld hadden, destijds alleen handelde.
Daar was een reden voor: een misdaadanalist die aan de onderzoekploeg was toegevoegd, wees op twee goede vrienden van de hoofdverdachte, allebei met een crimineel verleden, die mogelijk bij de moord betrokken waren. Het waren broers. Eentje van die twee broers bleef destijds uit het onderzoek omdat hij een sluitend alibi kon voorleggen. Dat alibi dekte ook zijn broer in. Achteraf bleek het om een leugen te gaan.
Naar aanleiding van de heropening van de zaak werd de hoofdverdachte aan een test met de leugendetector onderworpen. Het toestel registreerde ‘leugenachtige reacties’ op de vraag: “Hebt u op René De Cnodder geschoten?” De verdachte bleef de feiten hardnekkig ontkennen.
“De minderjarige van destijds blijft tot op de dag van vandaag veruit mijn hoofdverdachte. Maar door het in beeld komen van de twee broers, bestaat een kleine mogelijkheid dat hij zijn Long Rifle voor de moord aan een van die twee zou hebben uitgeleend”, zei een speurder die destijds nauw bij het onderzoek was betrokken.
Politieke beïnvloeding
“Wij waren in die tijd naïef”, reageerde André De Cnodder, broer van René, toen we hem jaren na de feiten over de zaak interviewden. “We dachten dat het gerecht zijn werk wel zou doen. Wij namen niet eens een advocaat in de arm. Maar dit onderzoek werd opzettelijk om zeep geholpen. De minderjarige verdachte had geen alibi. Die kerel werkte destijds bij René en was perfect op de hoogte van zijn doen en laten.”
“Ik verwijt de speurders die aan de basis werkten niks: de man die het onderzoek in Turnhout deed, heeft zijn werk heel goed gedaan. Maar bij het parket en bij de onderzoeksrechter zijn dingen gebeurd waar ik grote vragen bij heb. Politieke beïnvloeding, vermoeden wij. De vader van de verdachte was destijds goed bevriend met een vooraanstaand politicus uit de Kempen, die een grote vinger in de pap had bij de toenmalige politieke benoemingen bij het gerecht.”
Geliefd in zijn dorp
René De Cnodder werkte tot eind de jaren tachtig als diamantair. Omdat de nijverheid toen een serieuze dip kende, startte hij in 1979 het diepvriesbedrijf JRM aan de Grobbendonkse Industrieweg.
Hij was een graag geziene man in Vorselaar, die actief was in het verenigingsleven. Maar hij genoot vooral bekendheid als organisator van de lokale merkentrofee motorcross.
René was geliefd in zijn dorp. Hij was spelend lid van voetbalclub Ons Genoegen Vorselaar en van fanfare Verbroedering. Hij was ook even wielrenner en in zijn prille jeugd zelfs even bokser. Als voorzitter van motorclub Vorselaar kende hij alle grote motorcrossers en was hij persoonlijk bevriend met velen van hen.
Ook zijn werknemers bij JRM droegen de man op handen. Toen de familie na de moord het bedrijf verkocht, namen zo goed als alle chauffeurs ontslag. Ze wilden alleen voor René werken, vertelden ze.
Niet meer vervolgbaar
Tot vandaag blijft voor de nabestaanden alleen nog die grote vraag over: waarom is er niet meer gedaan met de bewijsstukken die er waren? De minderjarige verdachte van destijds kwam nadien nog verscheidene keren in aanraking met het gerecht, onder meer voor wapenhandel.
“Het strafste was dat de dochter van René hem eens tegenkwam bij een georganiseerde buitenlandse groepsreis”, getuigde André De Cnodder destijds. “Nog tijdens die reis moest hij het logement verlaten omdat hij zijn toenmalige vriendin in elkaar had geslagen.”
De moord op René De Cnodder is ondertussen verjaard. De kans is nihil dat het parket de zaak zou heropenen. Aangezien de toenmalige verdachte destijds minderjarig was, kan hij nu wettelijk niet meer worden vervolgd, ook al zou er nieuwe bewijslast opduiken of zelfs al zou hij bekentenissen afleggen. Alleen burgerrechtelijk blijft hij aansprakelijk, maar advocaten lieten de familie De Cnodder weten dat het zo goed als onbegonnen werk is om een proces te beginnen.
Bron: Gazet van Antwerpen | Marc Helsen | 19 juli 2021