Topic: Analyse criminaliteit jaren '80
Inleiding
Ik ben ondertussen al bijna een jaar aan het zoeken en lezen in het GVA-archief. Het is soms vermoeiend maar vooral heel interessant. Je leert daardoor heel veel over misdaad, terrorisme en politiek tijdens de 'loden jaren' en ik kan het iedereen aanraden.
Ik post veel van wat ik vind, maar - en dat zullen sommigen vreemd vinden - de meerderheid post ik niet. Daardoor heb ik ondertussen een document van meer dan honderd pagina's met kleine en grote misdaden tijdens de jaren '80. Daarvan heb ik dus geen enkel feit op dit forum geplaatst. Die hoeveelheid aan data, geeft me de mogelijkheid om een aantal conclusies te formuleren over misdaad en criminaliteit tijdens de jaren ’80.
Ik beschouw die conclusies niet als wetenschappelijk correct of waterdicht. Integendeel, deze conclusies zijn gebaseerd op wat ik heb gelezen in het archief van de Gazet van Antwerpen en zijn voor discussie en verbetering vatbaar.
Ik neem hiermee ook geen stelling in over het motief van de misdaden van de Bende van Nijvel, want ik ken dat motief niet en ik wil ook niet pretenderen dat ik dit ken. Was het criminaliteit? Was het terrorisme? Was het afpersing? Geen idee. Ik hoop vooral met deze post nieuwe invalshoeken aan te bieden om naar het Bende van Nijvel-dossier te kijken.
Ter aanvulling: naar aanleiding van mijn zoektocht door het GVA-archief en de conclusies die ik hieronder formuleer, ben ik wel begonnen met een document dat ik als titel "Buit als motief" heb gegeven. In dat document analyseer ik de buit van de Bende van Nijvel en als je dat doet, merk je dat de inkomsten van de bende helemaal niet zo laag waren als wat vaak in de media wordt gezegd en geschreven. Maar dit document is nog niet klaar, dus dat kan ik nog niet delen. En dat staat ook los van deze discussie.
Ben's Conclusies
Vanaf eind jaren 70, begin jaren ’80 was er een opvallende stijging van het aantal criminele feiten. Er werden meer overvallen en moorden gepleegd. Vooral in de Brusselse regio was deze stijging opmerkelijk en had dit een grote impact op bv. de werking van de GP. De misdaad steeg maar het aantal agenten bij de GP steeg niet.
De beveiliging van de meest gekozen doelwitten was toen nog totaal anders en vaak onbestaande: banken, postkantoren, vakbondskantoren (zij deden de uitbetaling van werklozensteun), ziekenfondskantoren en gokkantoren waren gemakkelijke doelen voor gangsters om snel een mooie buit te veroveren. Hier was de buit vaak enkele honderdduizenden franken. Vooral postkantoren waren een heel geliefd doelwit voor gangsters.
Ook warenhuizen waren een heel geliefd: daar was vaak veel geld te bemachtigen, zowel aan de kassa’s als in de brandkast en het risico was laag omdat er geen beveiliging was. De stijgende criminaliteit verplichtte de warenhuizen om hun inkomsten vaker te laten ophalen (soms meerdere keren per dag), waardoor er minder geld aanwezig was en het aantal overvallen op warenhuizen ook daalde.
Maar warenhuizen werden niet alleen overvallen, er werd ook ingebroken. Je vindt heel veel inbraken in warenhuizen waar de gangsters vooral op zoek waren naar sigaretten of sterke drank.
Daarnaast waren postbodes (die de pensioenen rond brachten) en taxichauffeurs een geliefd doelwit voor gangsters die alleen of met twee waren.
Grenzen waren voor gangsters niet relevant. Belgische gangsters pleegden in Nederland en Noord-Frankrijk misdaden en buitenlandse gangsters kwamen met plezier naar België. Denk bv. aan de Italiaanse maffia die over heel West-Europa actief was.
Vanaf het moment dat een overval de gangsters meer dan 100.000 frank opbracht, kan je spreken van een “grote buit”. Heel kort samengevat: Zo'n overval werd vaak gepleegd door drie gangsters en bracht dus 33.000 frank per persoon op. Ter vergelijking; een loon van een beginnend chef-beenhouwer bij Colruyt was in januari 1983 40.000-45.000 frank. (De vacature vermeldt echter niet of dit bedrag netto of bruto is.)
Gangsters opereerden vaak in groepen van 2 of 3 personen. Waarbij de 3e gangster vaak de rol van chauffeur had en in de auto bleef wachten en de 2 andere gangsters de overval uitvoerden.
Geldtransporten zijn heel de periode - van eind jaren ’70 tot eind jaren ’80 - een geliefd doelwit van bendes. Dit zijn vaak bendes die langer overleven omdat ze beter georganiseerd zijn - wat moet gezien hun doelwitten moeilijker zijn om te overvallen - en omdat de buit vaak groter is. Er is wel een (logische) correlatie tussen een betere bescherming van geldtransporten en het zwaarder wordende geweld tegen geldtransporten.
De geldtransporten van Securitas waren heel vaak het doelwit van gangsters. Op een bepaald moment waren er in België in dezelfde periode drie bendes actief die in de pers omschreven werden als "Securitas-bende" (in de regio's Antwerpen, Limburg en Brussel).
Je ziet ook vaak gangsters die alleen optreden. Hun overvallen brengen vaak niet veel geld op, meestal maar enkele duizenden franken. Dit omdat je als gangster dan moet kiezen voor heel gemakkelijke doelwitten, waar ook niet veel te rapen valt.
Beter georganiseerde bendes konden vaak langere tijd “overleven” en konden door een betere organisatie gemakkelijker de politie of rijkswacht afschudden. Zo hadden zij de beschikking over schuilplaatsen, garageboxen, valse identiteitskaarten, een wapenarsenaal en verschillende auto's en nummerplaten. Tijdens een overval gebruikten ze ook meestal met een wisselvoertuig.
Deze bendes telden vaak een stuk of tien personen. Ook vrouwen waren vaak lid van zo’n bende. Vermits zo’n bendes uit veel personen bestonden, waren ze verplicht om doelwitten te kiezen die veel geld opbrachten en ook vaker overvallen te plegen (denk bv. aan de bende van Patrick Haemers).
Ik ontdek drie soorten gangsters:
De beroepsgangsters. Deze had van misdaad zijn job gemaakt.
De occasionele gangster. Deze had een job maar was aangesloten bij een bende. Zij pleegden vaak overvallen wanneer ze niet moesten werken en het waren vaak mensen die dicht bij elkaar stonden (vrienden, familie, ...).
De marginale gangster. Was alleen, vaak verslaafd aan drugs en zocht geld dat hij/zij gemakkelijk kon bemachtigen om zijn verslaving te bekostigen (denk bv. aan overvallen op taxichauffeurs of dokters).
Gangsters lijken elkaars gebruiken over te nemen; gebruikt de ene bv. een VW Golf, dan zie je nadien veel meer bendes en gangsters VW Golf’s gebruiken. Gebruikt de ene een riot gun, dan beginnen ze allemaal riot guns te gebruiken.
Veel gangsters blijven niet lid van één bende. Bendes zijn organisch en verwisselen vaak van leden, worden opgerold door de politie, vallen uit elkaar of zoeken extra leden. Een gangster kan begin jaren ’80 lid zijn van bende X en eind jaren ’80 lid zijn van Bende Y.
Na een zware misdaad zie je vaak dat verschillende diensten naar de plaats delict komen: BOB, Rijkswacht, politie, het parket, de Gerechtelijke Politie en - ja hoor - de veldwachter. Dit bevordert de samenwerking en het onderzoek niet.
Wordt een bende opgerold dan verschijnt in de pers vaak dat dit komt door een goede samenwerking tussen politie en rijkswacht. In hoeverre dit effectief klopt of gewoon goede PR is, heb ik niet kunnen ontdekken.
Er is voor de misdaad geen “perfecte buit”. Een eenzame gangster is blij met enkele duizenden franken en een bende van drie personen is tevreden met enkele honderdduizenden euro’s per maand.
Er bestaat ook niet zoiets als een buit die niet in verhouding staat met het gebruikte geweld. Voor een gangster staat de buit volledig los van het geweld dat hij/zij nodig denkt te hebben om het doel te bereiken. Soms wordt er veel geweld gebruikt en blijkt achteraf dat de overval mislukt is en soms is het net omgekeerd, er wordt geen geweld gebruikt en de gangsters gaan ervandoor met miljoenen.
Zo heb ik een misdaad gevonden waarbij een winkelbediende bijna wordt vermoord en de buit niet meer bedraagt dan de boterhammendoos van die winkelbediende. Voor de gangsters is die overval mislukt en in de pers zou je dan kunnen lezen dat het geweld niet in verhouding stond tot de buit. Maar de gangsters hebben dat geweld gebruikt om hun overval kracht bij te zetten en was het essentieel om om hun buit te bemachtigen. Dat de overval is mislukt konden zij niet voorspellen.
De media “houdt” van misdaad en publiceert met veel plezier grote en kleine criminaliteit. Zeker als een gangster een opvallend personage is - denk bv. aan Patrick Haemers als “de grote blonde” - of als de gangster vaak ontsnapt of brutaal te werk gaat.