Topic: Paraguay
Van 1954 tot 1989 was Paraguay een dictatuur. Het land werd geleid door Alfredo Stroessner. Stroessners militaire dictatuur werd door het Westen getolereerd omdat hij werd beschouwd als een bondgenoot in de strijd tegen het communisme. Via operatie Condor hielp de CIA hem aan het bewind te blijven.
Het Zuid-Amerikaanse land was sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog een belangrijke schuilplaats van nazi’s en extreem-rechtse terroristen. De befaamde Rattenlijn, die Nazi-kopstukken gebruikten om Europa te ontvluchten, deed ook tijdens de Koude Oorlog dienst als vluchtroute voor extreem-rechtse terroristen uit heel Europa. De reis ging in de meeste gevallen via Spanje.
Hoe deze Rattenlijn werkte, toont het verhaal van de vlucht van Jean Bultot na de moord op Juan Mendez:
(…) ’s Middags eet Bultot met [Claudine] Falkenburg, die intussen Lichtert is gaan ophalen in de kinderkribbe waar ze werkt. Lichtert is lid van ‘Forces Nouvelles’. In oktober ’85 figureerde zij als kandidate op de Kamerlijst van deze extreem-rechtse formatie. Lichtert leent 150.000 fr. in een bank in Ukkel om de vlucht mee te financieren. Alice V., ex-secretaresse van Bultot, leent ook nog geld. Dominique Mersch, de vrouw van gewezen substituut Claude Leroy, die aandelen heeft in de firma ‘Féminin Pluriel’ in Watermaal-Bosvoorde, doet ook haar duit in het zakje. Het is trouwens zij die voor de tickets naar Paraguay zorgt. Zij werkt immers voor de vliegtuigmaatschappij Lineas Argentinas, gelegen boven Air Zaïre in Brussel.
Het is Francis Dossogne zelf die Bultot, Lichtert en hun zoon overbrengt naar een schuilplaats in Bergen. Het gezelschap rijdt naar de herberg van Gérard Blot, kaderlid van de plaatselijke Forces Nouvelles-afdeling. Kleding, diploma’s en schuttersfoto’s worden naar daar overgebracht. Bultot ontmoet daar nog een aantal practical shooters uit de ‘Phénix’. De grens wordt overgestoken via een kleine landwegel. Het is Dossogne persoonlijk die het gezelschap tot in Orly brengt. Daar blijkt het onmogelijk om op de lijn ‘Lineas Argentinas’ te boeken voor Zuid-Amerika. Dossogne brengt Bultot tot het station van Austerlitz. Daar neemt het gezelschap afscheid van de leider van Forces Nouvelles en vertrekt met de trein naar Madrid. De volgende dag komen ze aan en brengen de nacht door in een hotel.
Op 29 janauri ’86 wil Bultot boeken voor het vliegtuig van ‘Lineas Aeras Paraguayas’. Er is geen plaats. Bultot koopt uiteindelijk tickets bij ‘Iberia’, met bestemming Buenos-Aires, en met eindbestemming Assuncion in Paraguay. Het is daar dat Bultot wordt opgewacht door zijn politieke vrienden. De vogel is gevlogen. Pas op 11 mei ’86 wordt adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot “van ambtswege ontslagen”, omwille van het feit dat hij zonder geldige reden afwezig bleef op zijn werk. Op dat moment zit hij veilig in Paraguay van Stroesser, het land waar vele extreemrechtse politieke militanten asiel vonden.
Bron: De Bende: Een documentaire | Paul Ponsaerrs & Gilbert Dupont
De vlucht van Bultot begin 1986 was trouwens niet de eerste keer dat hij dit probeerde:
Op 16 november 1985, amper enkele dagen na de overval op de Delhaize van Aalst, wordt Bultot opnieuw aangehouden door de Brusselse onderzoeksrechter Francine Lyne en op sekreet geplaatst. (…) Op het moment dat Bultot wordt opgepakt loopt hij rond met een vliegtuigticket naar Paraguay op zak. Hij was van plan via Spanje en zijn vrienden bij de guaridia civil in Paraguay een anti-terreurtraining te gaan volgen. Bultot wordt intensief ondervraagd over zijn politieke activiteiten, zijn reis naar Paraguay en ... de ‘Bende van Nijvel’.
Bron: De Bende: Een documentaire | Paul Ponsaerrs & Gilbert Dupont
De volgende personen zijn naar Paraguay gevlucht of gereisd:
Pierre-Paul Derycke
Dominique Lamarque: zou volgens een getuige in 1997 gaan wonen zijn bij een “rijke extreem-rechtse Belg” in Paraguay.
Béatrice Bosquet
Madani Bouhouche: Hij hield zich na de moord op Suleiman eerst schuil in Spanje. Hij wilde via dat land naar Paraguay vluchten.
Jean Schramme: Hij belandde in 1974 via Paraguay in Brazilië, waar hij tot aan zijn dood verbleef.
Claudine Falkenburg; Eind 1986, begin 1987 is zij in Paraguay geweest. Volgens haar niet om Bultot te ontmoeten. “Het was slechts een plezierreis.”
Jean-Philippe Van Engeland: In oktober 1982 komt de zaak van de brandstichting bij Pour voor het Hof van Beroep. Van Engeland wacht het proces niet af en vlucht naar Paraguay.
Er zijn twee getuigen die Bultot in Paraguay gezien zouden hebben met de “blonde reus van de Bende van Nijvel”. Eén van deze getuige werd echter als ongeloofwaardig bestempeld door de onderzoekers.
Twee dierenartsen, B. en L. hebben Bultot ontmoet in Paraguay en zouden hem gezien hebben in gezelschap van de blonde reus van de slachtpartijen van de Bende van Nijvel; in het foto-album wordt die blonde reus niet geïdentificeerd.
In document 196 weigert onderzoeksrechter Lacroix nog langer L. te horen omdat hij die man niet au sérieux neemt.
Bron: Tweede Bendecommissie | Bijlage 1 en 2
Vier beruchte figuren wijken uit naar Paraguay
Grote verbazing en opschudding tegelijk, gisteren bij speurders in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, toen aan het licht kwam dat vier - reeds eerder in opspraak gekomen - personen, door vriend en vijand in rechtse kringen gesitueerd, als een dief in de nacht naar het verre Paraguay zijn vertrokken.
De vier zijn: de geschorste ex-substituut Claude Leroy, een der leiders van het vroegere Front de la Jeunesse, Francis Dossogne, en de eigenaar van de kroeg “Jonathanclub” te Sint-Gillis, Pierre-Paul De Rycke. Nummer 4 is Claudine Falkenburg, de ex-vriendin van Jean Bultot, de voormalige adjunct-directeur van de gevangenis van Sint-Gillis.
Jean Bultot, een veelbesproken figuur, verdween eind januari, daags nadat ex-BOB’er Madani Bouhouche werd aangehouden i.v.m. de moord op FN-directeur Juan Mendez, uit België en dook in Paraguay op, waar hij thans een ranch uitbaat, op zowat 800 km van de hoofdstad Asuncion. Daar schreeuwt hij uit: “ik ben onschuldig”.
Twee van de vier vertrokken via Parijs naar Paraguay, de twee anderen langs de Oostenrijkse hoofdstad wenen om.
Drugsmokkel
Vreemd genoeg bij dit alles is dat voornoemd viertal de voorbije weken in het nieuws is geweest naar aanleiding van geruchtmakende dossiers en zelfs omtrent de Bende van Nijvel.
Zo is Claudine, de vroegere vriendin van Jean Bultot, ondervraagd geweest omdat in de Golf GTI, die na de bloedige overval van Aalst, op 9 november 1985, uitgebrand in het bos van Houssière, nabij Ronquières, werd teruggevonden, een papiertje van circa 10 centimeter lang, dat de aandacht van de speurders trok. Het geschrift was van Claudine, ofschoon ze dit ontkent.
De gewezen Brusselse magistraat Claude Leroy is ook naar Paraguay afgereisd. De ex-substituut die geruime tijd op het kabinet van justitieminister Gol heeft gewerkt, werd 29 maart 1985 aangehouden, wegens het ontduiken van belangrijke documenten i.v.m. een drugsmokkel, het schenden van het beroepsgeheim en het plegen van valsheid in geschrifte. Hij werd tot 18 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Ook werd hij voor een termijn van 5 jaar ontzet uit zijn burgerlijke en politieke rechten. In het voorjaar kwam hij vrij.
Paraguay kent hij als het ware op zijn duimpje en daarnaast onderhoudt hij de beste relaties met Jean Bultot, met wie hij een handeltje heeft opgezet.
Wapenhandelaar
Omdat ook Francis Dossogne is meegereisd, kan men zich afvragen wat het kwartet van plan is en waarom ze nu zo onverwacht België hebben verlaten. Francis Dossogne speelde indertijd een belangrijke rol in het Front de la Jeunesse.
Even duister is het figuur van Pierre-Paul De Rycke. In zijn nachtkroeg, de “Jonathanclub” te Sint-Gillis, omschreven als het hoofdkwartier van extreem-rechts, kwamen niet alleen de ex-BOB’er Bouhouche en Bultot over de vloer, doch ook bankdirecteurs, wapenhandelaars, militairen in actieve dienst.
Pierre-Paul De Rycke was niet zo lang geleden verkiezingskandidaat van het extreem-rechtse Forces Nouvelles. De politie achterhaalde dat “in bepaalde omstandigheden” het Front de la Jeunesse de veiligheid van de “Jonathanclub” waarborgde onder de leiding van stamgast Francis Dossogne.
Het vertrek van Claude Leroy, Francis Dossogne, Pierre-Paul De Rycke en Claudine Falkenburg, allen uit het Brusselse, kan volgens topspeurders alleen maar gebeurd zijn omdat het viertal, of enkelen onder hen, de grond onder hun voeten te heet hebben gevonden en nu een veilig onderkomen in Paraguay hebben gezocht.
Bij dit alles is het des te vreemder dat Pierre-Paul De Rycke nog woensdagavond aan het woord is geweest in de uitzending “Au nom de la los”, dat ondermeer ook aan de zogenaamde Bende van Nijvel was gewijd.
Bron: Gazet van Antwerpen | Claude Herminaire | 20 December 1986
In 1989 schreef René Haquin een artikel over “Paraguay en zijn Belgen”:
Le Paraguay et ses Belges...
Des collabos à Bultot, l'histoire des Belges partis au Paraguay est longue. Il y a plus de quarante ans, certains choisirent d'aller y vivre, bien avant le coup d'Etat de 1954 du général Stroessner. C'était après la guerre: ils furent une centaine, la plupart poursuivis pour collaboration par les Conseils de guerre, à s'installer dans la province orientale ou au sud, dans la région d'Encarnacion.
Une soixantaine d'autres, quelques années plus tard, s'embarquèrent à Anvers, à bord de La Jannette, traversèrent l'Atlantique, remontèrent le rio de la Plata jusqu'au rio Paraguay où ils durent abandonner le bateau et poursuivre en charrettes leur voyage. Eux et leurs descendants sont pour la plupart aujourd'hui installés dans la région de Capitan Miranda, au sud d'Asuncion.
Le Paraguay de Stroessner, réputé terre d'asile pour anciens nazis, réfugiés idéologiques, repris de justice et aventuriers de tout poil, accueillit encore quelques dizaines de Belges par la suite. Tel le banquier de Wilrijk Emile Menten condamné dans une affaire de fausses obligations, l'escroc liégeois Maurice Résimont dont le Paraguay accorda l'extradition à la Belgique, à la suite de longues tractations, sur la base d'un vieux traité bilatéral datant du début du siècle.
Depuis huit ans, ce sont des jeunes liés aux noyaux durs de l'extrême droite qui disparurent d'ici pour réapparaître là-bas. Comme Jean-Marie Paul et Béatrice Bosquet, les “fiancés” du Front de la Jeunesse qui s'évaporèrent en décembre 1980, quelques heures après le coup de feu tiré sur un Français d'origine algérienne au café La Rotonde de Laeken.
Comme Jean-Philippe Van Engeland, après l'incendie de l'hebdomadaire Pour, qui suivit la filière argentine et chilienne, empruntée avant lui fin 1980 par le chef du groupe neo-nazi Westland New Post Paul Latinus. Van Engeland, arrêté au Paraguay puis expulsé, se retrouva à San Jose de Costa Rica d'où il fut rapatrié et incarcéré.
A l'époque, il semblait avoir l'intention de faire quelques révélations, puis décida de se taire. Comme aussi l'ancien directeur adjoint de la prison de Saint-Gilles Jean Bultot, son amie et leur jeune fils, qui disparurent fin janvier 1986, au lendemain de l'arrestation de leur ami Madani Bouhouche, inculpé dans le cadre de l'enquête sur l'assassinat de l'ingénieur de la FN Juan Mendez, et libéré depuis la fin de l'année dernière.
Nous l'y avions retrouvé en novembre 1986, à l'époque où l'y avait rejoint l'épouse du substitut Claude Leroy. Depuis, Bultot fut entendu à Asuncion par des enquêteurs belges envoyés en commission rogatoire, dans le cadre de l'affaire Mendez et des tueries du Brabant, mais ses réponses n'ont rien apporté. Il a lancé des accusations contre Jean Gol et des magistrats liés aux enquêtes, sans les étayer.
Il continue régulièrement: un de ses derniers correspondants téléphoniques fut le député VU Hugo Coveliers, membre de la commission parlementaire d'enquête sur le banditisme et le terrorisme, auquel Bultot a “balancé” des références de pièces manquant aux dossiers judiciaires qui touchent aux tueries. Des éléments qui pourraient provenir d'Adriano Vittorio, un des six de la filière boraine.
Le coup d'Etat au Paraguay doit inquiéter quelques uns de ces Belges ...
Bron: Le Soir | René Haquin | 4 Februari 1989