Topic: Schaarbeek: 21 September 1986
Samenvatting
Wat? Moord op een man na een poging tot diefstal van zijn portefeuille
Wanneer? 21 september 1986, rond 3u ’s nachts
Waar? Raafstraat in Schaarbeek » Google Maps
Wie?
- William Luypaert
- Patrick RydansWapen: .22 Long Rifle
Buit: Niets
Status: Opgelost
William Luypaert was reeds in oktober 1983 voor hetzelfde assisenhof veroordeeld tot 15 jaar dwangarbeid wegens de moord op een vriend. Blijkbaar was hij drie jaar later reeds vrij.
De weduwe van het slachtoffer verklaarde tijdens het assisenproces in 1990 dat ze anonieme telefoontjes heeft gehad waarin ermee werd gedreigd dat ze "op dezelfde manier als haar man zou worden omgebracht".
William Luypaert:
Patrick Rydans:
Man op straat doodgeschoten te Schaarbeek
Een man, van wie de identiteit niet onmiddellijk achterhaald kon worden, is zondagochtend omstreeks 3 uur in volle straat neergeschoten te Schaarbeek en ter plaatse aan de opgelopen schotwonden overleden. Niemand was getuige van de feiten, zodat er van de aanrander(s) geen spoor is.
Het was ongeveer 3 uur toen een man die aan de Raafstraat woont te Schaarbeek, op de wijk Melmet, op straat een schot hoorde. De man keek door het raam van zijn woning en zag aan de overkant van de straat een man op de stoep liggen. Hij liep de straat op om de man te helpen. Die vroeg in het Frans om hulp en zei dat hij beschoten was.
De man uit de buurt belde de hulpdienst 900, maar toen de ziekenwagen ter plaatse kwam, bewoog het slachtoffer niet meer. De ambulanciers probeerden het slachtoffer nog te reanimeren, maar tevergeefs.
De politie die dan ter plaatse kwam, stelde vast dat het overleden slachtoffer een schotwonde in de zij vertoonde. Zij slaagde er niet in de man te identificeren omdat hij geen identiteitspapieren bij zich droeg. Het slachtoffer leek ongeveer 30 jaar oud en was van het Slavische type. Niemand kon enige informatie verstrekken over de dader(s) van de misdaad.
Bron: Gazet van Antwerpen | 22 September 1986
Slachtoffer schietpartij te Schaarbeek geïdentificeerd
De man die zondagochtend omstreeks 3 uur in de Raafstraat te Schaarbeek bezweek aan de gevolgen van een schotwonde, en die geen identiteitspapieren op zak had, lijkt nu toch geïdentificeerd te zijn. Het parket in Brussel maakte bekend dat het slachtoffer 42 jaar is en leverancier was van beroep. De naam van de man werd nog niet bekend gemaakt. Over de onbekende die de man neerschoot, heeft men inmiddels nog geen informatie.
Bron: Gazet van Antwerpen | 23 September 1986
Man te Schaarbeek om zijn geld vermoord
In gerechtelijke kringen te Brussel werd dinsdag vernomen dat de man die zondagnacht omstreeks 3u in de Raafstraat te Schaarbeek werd doodgeschoten de 42-jarige leverancier Gilbert Mayné, wonende Gustaaf Hubertisstraat 46 te Schaarbeek, is.
Het slachtoffer werd op straat aangerand door drie mannen die zich met een Ford Escort verplaatsten. Een van deze mannen was in het bezit van een long rifle die hij een tiental dagen voordien had gestolen. Het wapen werd ondertussen teruggevonden.
Het drietal slaagde er echter niet in het slachtoffer te bestelen, wat nochtans hun bedoeling was. Twee van hen konden worden opgepakt, van wie een ondertussen is aangehouden. De man die het dodelijk schot loste, is nog voortvluchtig.
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 September 1986
Twee arrestaties na moord te Schaarbeek
In verband met het doodschieten zondagochtend in de Raafstraat te Schaarbeek van de 42-jarige Gilbert Mayné, werden twee mannen onder bevel tot aanhouding geplaatst. Het gaat om de 21-jarige Patrick Rydans uit Evere en de 23-jarige Marco Docquier uit Schaarbeek. De man die het slachtoffer doodschoot, met de bedoeling hem van zijn portefeuille te beroven, de 23-jarige William Luypaert uit Brussel, is nog steeds zoek.
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 September 1986
Schutter van Schaarbeek in Hengelo gepakt
In het Nederlandse Hengelo is de vermoedelijke doder van een Schaarbeekse bode aangehouden. Het gaat om de 30-jarige William Luypaert, die in Hengelo zijn toevlucht had gezocht bij een kennis.
Op 21 september werd een 41-jarige bode in de Raafstraat te Schaarbeek dodelijk getroffen door een .22 long rille-kogel. Het slachtoffer woonde in de Hubertisstraat 46 te Schaarbeek.
Twee dagen later werden in verband met deze zaak tegen de 21-jarige Patrick Rydans uit Evere en de 23-jarige Marcel Docquir uit Schaarbeek aanhoudingsbevelen uitgevaardigd. Er werd tevens een aanhoudingsbevel uitgevaardigd tegen Luypaert, die ervan verdacht wordt het dodelijk schot gelost te hebben. Een poging tot diefstal zou aan de oorsprong van het drama gelegen hebben.
Luypaert werd reeds op 14 oktober 1983 door het Brabantse assisenhof veroordeeld tot 15 jaar dwangarbeid wegens een misdaad die hij in de nacht van 7 op 8 februari 1981 bedreef.
Bron: Gazet van Antwerpen | 9 Oktober 1986
William Luypaert in cel te Vorst
Op 8 oktober werd William Luypaert in Hengelo (Ned) aangehouden. Hij verkoos de zogenaamde “korte procedure” waardoor de uitlevering aan ons land vlot verliep. Luypaert verscheen al voor de raadkamer en zit momenteel opgesloten in de gevangenis van Vorst. William Luypaert (30) wordt ervan verdacht in de nacht van 20 op 21 september in Schaarbeek Gilbert Mayné te hebben gedood. Die nacht kwam Mayné terug van een feestje toen hij door drie mannen werd overvallen. Mayné had geen geld bij zich en werd daarom koelbloedig neergeschoten.
Twee van de drie konden aangehouden worden: Patrick Rydans (21) en Marcel Docquir (23), die uiteraard bij hoog en bij laag beweerden dat het de voortvluchtige Luypaert was die schoot. Luypaert beweert het tegenovergestelde en een confrontatie leverde niets op.
Bron: Gazet van Antwerpen | 16 Oktober 1986
Drie roofmoordenaars spreken mekaar tegen
Voor het assisenhof van Brabant en een jury van vijf vrouwen en zeven mannen is maandag het proces begonnen tegen William Luypaert, Patrick Rydans en Marco Docquir, die worden beschuldigd van poging tot diefstal met onvrijwillige doodslag tot gevolg. In de nacht van 21 september 1986 werd er vanuit hun auto een dodelijk schot afgevuurd op Gilbert Mayné, een voetganger die ze van zijn portefeuille wilden beroven.
De ochtendzitting werd gekenmerkt door tegenstrijdige verklaringen van het drietal. Over één zaak zijn ze het wel eens: ze ontkennen alle drie geschoten te hebben en ook op het geld van het slachtoffer zouden ze het niet hebben gemunt.
De 41-jarige Gilbert Mayné werd rond 3 uur ’s morgens doodgeschoten in de Raafstraat te Schaarbeek, toen hij te voet van een feestje bij zijn schoonouders terugkeerde. Plots werd hij aangesproken door drie mannen in een wagen die hem blijkbaar van zijn geld wilden beroven. Mayné wilde zijn geld echter niet afgeven en stapte door. Daarop werd er op hem geschoten.
Volgens William, alias “Christian”, Luypaert is het Patrick Rydans die met het geweer heeft gedreigd. Het geweer zou zich tussen de twee voorzetels hebben bevonden en niet geladen zijn. Rydans beweert echter dat het Luypaert is die heeft geschoten na het slachtoffer met de loop te hebben bedreigd. Mayné zou het geweer hebben vastgenomen en na een beetje trek- en duwwerk zou hij zijn weg gestapt. Luypaert zou dan geschoten hebben.
Ook de derde beschuldigde, Marco Docquir, wijst Luypaert als schutter aan. Als argumenten voert hij aan dat Luypaert, die achter het stuur zat, half over Rydans lag en dat hij na het schot onmiddellijk is doorgereden.
Zowel Rydans als Docquir beweren het wapen niet te hebben gezien omdat het vlak naast de chauffeur, William Luypaert dus, moet gelegen hebben. Laatstgenoemde houdt echter vol dat het geweer tussen de beide voorzetels lag.
Alle drie de beschuldigden hebben een strafregister. Luypaert, wiens vrouw op erg jeugdige leeftijd overleed, werd in 1983 door het assisenhof van Brabant veroordeeld tot 15 jaar dwangarbeid wegens moord in 1981 op Jean-Luc Godart, een man die bij hem logeerde.
Rydans is een kind van gescheiden ouders en werd in 1984 veroordeeld wegens winkeldiefstal. Marco Docquir tenslotte kreeg in 1987 een straf van 8 maanden voorwaardelijk wegens heling.
Maandagnamiddag werd voor het Brabantse assisenhof gezegd dat een politieagent van Schaarbeek in een café hoorde vertellen dat op een bepaald moment een geweer van de ene auto in de andere geladen werd. Ook kwam hij te weten welke nummerplaat de betrokken wagen voerde en aldus konden de onderzoekers de protagonisten van het drama klissen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 23 Januari 1990
Docquier heeft een onvolwassen persoonlijkheid
Op de ochtend van de tweede dag in het proces voor het Assisenhof van Brabant tegen William Luypaert, Patrick Rydans en Marco Docquier, alle drie betrokken bij de doodslag op Gilbert Mayné in Schaarbeek, werden de psychiaters gehoord. Uit hun verklaringen blijkt dat de drie beschuldigden over geen al te grote intellectuele vermogens beschikken.
Marco Doquier wordt beschreven als een “navolger”. Hij koestert grote bewondering voor de Franse komiek Coluche en de zanger Renaud. De held uit zijn onmiddellijke omgeving is Patrick Rydans. Het referentiekader van Docquier, die geestelijk onvolwassen is en zichzelf weinig in vraag stelt, beperkt zich tot zijn moeder, grootmoeder, vrienden en huisdieren.
Patrick Rydans, die volgens de psychiaters psychopathische trekken vertoont, heeft een gebrek aan morele remmingen en heeft moeilijkheden om frustraties te verwerken.
Luypaert is voor de psychiaters een wat moeilijker geval. Uit het onderzoek komen heel wat tegenstrijdigheden naar voor. Zo wil hij zich na de feiten eerst bij de politie gaan aangeven (hij raadpleegt daarvoor zijn advocaat), maar uiteindelijk neemt hij de wijk naar Nederland. Luypaert wordt afgeschilderd als wantrouwig, prikkelbaar, extreem sarcastisch en als iemand met neurologische trekjes. Problemen wentelt hij graag op de anderen af.
De onderzoeksrechter werd door advocaat-generaal Fischer lang aan de tand gevoeld over de verklaringen van de moeder van Patrick Rydans. Haar zoon zou haar de dag na de feiten hebben gezegd dat hij domme streken had uitgehaald. William Luypaert zou hebben voorgesteld iemand te beroven om aan geld te geraken, waar Rydans het mee eens zou zijn geweest. Over het voorstel van Luypaert om een wapen mee te nemen, zou hij minder te spreken zijn geweest. Volgens de vrouw was Luypaert de schutter.
Dinsdagnamiddag werden de weduwe van het slachtoffer en een Schaarbeekse politieman gehoord. De vrouw verklaarde Marco Docquier te kennen, vermits hij haar buurman is. Nochtans hadden de beschuldigden allen verklaard het slachtoffer nooit ontmoet te hebben. Volgens mevrouw Mayné kende trouwens iedereen in de buurt haar man. Voorts verklaarde ze anonieme telefoontjes te hebben gehad waarin ermee werd gedreigd dat ze “op dezelfde manier als haar man zou worden omgebracht”.
Daarna kwam de politieman aan de beurt. Hij maakte de opsporing van de beschuldigden mogelijk. Na zijn diensturen kwam iemand hem immers vertellen dat hij een geweer van een wagen in een andere had zien overladen. De agent kende wagen en wist dat hij eigendam was van de man van een vriendin. Daarop stelde hij zich in verbinding met de officier van wacht.
Bron: Gazet van Antwerpen | 24 Januari 1990
Beklaagden beschuldigen elkaar
In het proces voor het Assisenhof van Brabant tegen William Luypaert, Patrick Rydans en Marco Docquir, probeerden de twee laatste beklaagden woensdag de verantwoordelijkheid voor de doodslag op Gilbert Mayné in de schoenen van Luypaert te schuiven, maar twee getuigen trokken deze stelling in twijfel.
Eerst was er de vader van Luypaert, die beweerde iemand te kennen die Rydans zou hebben horen zeggen dat hij de schutter was. “Luypaert vliegt toch de gevangenis in, maar ik heb geschoten”, zou Rydans gezegd hebben.
Patrick Rydans van zijn kant ontkent dit. Zekerheid hieromtrent zal men pas hebben als de vrouw in kwestie haar getuigenis voor de rechtbank zal herhalen.
Een kennis van Luypaert beweerde dat deze hem in de gevangenis had verzekerd dat hij niet de schutter was en ook dat Rydans hem gezegd zou hebben dat hij “nooit zou toegeven” indien hij inderdaad de schutter zou zijn.
De drie beschuldigden kwamen de dag na de feiten samen in het huis van een andere getuige, een zekere Thierry, alias “Tit”. Ze zeiden hem ongerust te zijn over hun lot, maar wat er precies was gebeurd zouden ze hem niet hebben verteld.
Een vriend van het slachtoffer zei dat Mayné een vriendelijk man was met een hart van goud. Hij beweerde ook dat Marco Docquir en zijn moeder Mayné wel moesten kennen omdat hij geregeld een pintje kwam drinken in het café van moeder Docquir.
Daarnaast kwam Mayné in de wijk brood aan huis leveren. Nochtans hadden alle drie de beschuldigden verklaard Mayné van haar noch pluim te kennen. Moeder Docquir blijft volhouden het slachtoffer nog nooit gezien te hebben.
Er werden nog een aantal getuige gehoord die voor de beklaagden gunstige verklaringen aflegden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 Januari 1990
Micheline hoorde Rydans dodelijk schot toegeven
Op het Assisenproces tegen William Luypaert, Patrick Rydans en Marco Docquir werd donderdag een zekere Micheline als getuige gehoord. De jonge vrouw had tijdens het vooronderzoek een belangrijke verklaring afgelegd over de rol van Patrick Rydans in de doodslag op Gilbert Mayné.
Woensdag had de vader van William Luypaert verteld dat hij een Micheline kende die Patrick Rydans had horen zeggen dat “hij had geschoten, maar dat Luypaert gezien zijn gerechtelijk verleden toch achter de tralies zou belanden”. Luypaert was in 1983 immers al door het Brabants Assisenhof tot 15 jaar dwangarbeid veroordeeld wegens moord.
De vrouw vertelde gisteren dat haar op de tweede dag van het proces door de vader van Luypaert werd gevraagd om te komen getuigen. Op de vraag waarom ze niet eerder was tussengekomen, antwoordde Micheline dat ze vreesde voor vergeldingsmaatregelen.
Patrick Rydans ontkende ooit zoiets te hebben verklaard. Een van zijn advocaten vond het eigenaardig dat een jonge vrouw plots aan de vader van een van de beschuldigden komt verklaren dat zijn zoon onschuldig is, maar was er tevens over verwonderd dat de vader zo laat deze getuigenis inriep.
Onzin
Daarop werd Alain, de man van Micheline, gehoord. Volgens de man had zijn vrouw hem wel verteld wat ze had gehoord, maar had hij er geen aandacht aan besteed omdat “er zoveel onzin wordt verteld in café’s”. Op vraag van Rydans gaf Alain toe dat Rydans hem steeds heeft voorgehouden dat hij niet schutter was.
Tijdens de namiddagzitting pleitte mr. Yves Paelinck voor de burgerlijke partij. Hij stelde dat minstens twee van de beklaagden schuldig zijn als dader, terwijl de derde mededaderschap kan worden aangewreven. Het trio wilde een slag slaan. Toen Mayné weerstand bood en het duidelijk werd dat hij zijn portefeuille niet bij zich had, gingen de drie als gefrustreerden te keer. Toen het slachtoffer hen aanmaande om zich niet langer onbezonnen te gedragen, ging een schot af.
Vandaag komen het openbaar ministerie en de eerste verdedigers aan het woord.
Bron: Gazet van Antwerpen | 26 Januari 1990
Openbaar aanklager wil zware straffen voor Luypaert
Voor het Assisenhof van Brabant werden vrijdag de eerste pleidooien gehouden in het proces tegen William Luypaert, Patrick Rydans en Marco Docquir die terechtstaan wegens poging tot diefstal met geweld of bedreiging, met de dood tot gevolg, maar zonder dat de bedoeling om te doden aanwezig was.
De eerste twee beklaagden schuiven op elkaar de schuld af voor het schot dat op 21 september 1986 omstreeks 3u in de ochtend in Schaarbeek een einde maakte aan het leven van Gilbert Mayné (41), die ze wilden beroven.
“Heeft een burger dan niet meer het recht om rustig op staat te wandelen, zelfs op een nachtelijk uur, na een familiefeestje te hebben bijgewoond? Zo ja, moet dat dan gebeuren op gevaar voor zijn leven”, aldus advocaat-generaal Fischer in zijn rekwisitoor.
Hij bestempelde de verklaringen van de drie beklaagden als “leugenachtig en tegenstrijdig.”
Op het einde van zijn rekwisitoor vroeg de openbare aanklager de gezworenen bevestigend te antwoorden op alle hen gestelde vragen.
Voor Rydans en Docquir kunnen volgens advocaat-generaal Fischer verzachtende omstandigheden worden aanvaard, maar niet voor Luypaert. Hij was immers reeds in 1983 door dat zelfde assisenhof van Brabant tot 15 jaar dwangarbeid veroordeeld wegens doodslag. Volgens de openbare aanklager is die veroordeling blijkbaar “niet voldoende geweest om Luypaert tot nadenken te stemmen”.
Mr. Christine Callewaert schetste het verloop van de fatale avond. Ze zei dat Luypaert nooit het inzicht had iemand naar het leven te staan.
Tweede raadsman, Mr. Carine Couquelet, wees er op dat zij de verdediging waarnam van een man op wie, gezien zijn zwaar gerechtelijk verleden en het feit dat hij reeds voor doodslag terecht stond, automatisch zware verdenkingen rusten. Dit neemt volgens de advocate niet weg dat het dossier vele vragen onbeantwoord laat.
Bron: Gazet van Antwerpen | 27 Januari 1990
Verdedigers vragen vrijspraak voor Docquir
Voor het Assisenhof van Brabant kwamen maandagmorgen de verdedigers van Patrick Rydans aan het woord. Vrijdag hadden de verdedigers van Luypaert gevraagd dat aan de jury een bijkomende vraag zou worden gesteld over “opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg, maar zonder het inzicht te doden”.
Mr. Jean-Pierre Hostier beschreef zijn cliënt Rydans als een meeloper. Hij ontkende dat er tussen de drie beschuldigden vooraf overleg zou gepleegd zijn over de uitvoering van de feiten waarvoor ze nu terecht staan. Hij zei ook dat Rydans zeker niet heeft geschoten. Mr. Motte-De Raedt van haar kant zei dat Rydans altijd zijn onschuld heeft volgehouden, maar dat hij wel te laf is geweest om zich tegen de feiten te verzetten of om hulp voor het slachtoffer te vragen.
Zij vraagt dan ook dat voor haar cliënt eveneens een bijkomende vraag zou worden gesteld, namelijk over het niet verlenen van hulp aan een persoon in nood.
De verdedigers van Marco Docquir kwamen maandagnamiddag aan het woord. Mr. Stéphane Lempereur beschreef de “triestige achtergrond” van Docquir, die werd opgevoed in de Brusselse café’s, zijn vader nooit heeft gekend en na een val zijn carrière als jockey moest onderbreken. Volgens hem is is het uitgesloten dat Docquir ook maar iets met de misdaad te maken heeft.
Mr. Didier de Quévy ging nog verder in zijn betoog en eiste dan de vrijspraak voor zijn cliënt, die zich volgens hem niets te verwijten heeft en slechts een onbewuste getuige van het drama was. Volgens de Quévy zijn er geen echte bewijzen te laste van Docquir. Mr. Martial Lancaster vroeg eveneens de vrijspraak voor Docquir omdat de beschuldigingen hem te zwak zijn.
Bron: Gazet van Antwerpen | 30 Januari 1990
Twintig jaar voor Luypaert, zeventien jaar voor Rydans
Voor het Assisenhof van Brabant heeft Patrick Rydans dinsdagnamiddag - in afwachting van het verdict - verklaard dat hij al drie jaar en vier maanden volhoudt onschuldig te zijn. “Ik durf de familie van het slachtoffer recht in de ogen te kijken: ik heb niet geschoten”, zo zei hij.
De jury was van deze stelling echter blijkbaar niet overtuigd. Patrick Rydans werd tot 17 jaar dwangarbeid veroordeeld en William Luypaert tot 20 jaar. Marco Docquir werd vrijgesproken. In de voormiddag hadden de advocaten van de burgerlijke partij en de advocaat-generaal het woord gevoerd, terwijl de verdedigers van Luypaert en Rydans hun slotpleidooien hielden. ’s Namiddags hielden de advocaten van Marco Docquir als laatste in de rij hun pleidooien. Nadat de beschuldigden een laatste verklaring mochten afleggen, trokken de juryleden zich in beraad terug.
Mr. Didier de Quévy en Mr. Martial Lancaster blijven erbij dat Marco Docquir onschuldig is. Docquir bevond zich volgens hen als bij toeval in de wagen en de poging tot diefstal zou zonder zijn toestemming zijn gebeurd.
Als eerste beschuldigde nam William Luypaert nadien het woord. Luypaert betuigde zijn spijt en vroeg vergiffenis aan mevrouw Mayné, maar drukte er nog eens op dat hij niet schutter was.
Aan de juryleden werd gevraagd of de drie beklaagden zich schuldig hebben gemaakt aan poging tot diefstal met bedreigingen of geweldpleging en onvrijwillige doodslag tot gevolg.
Bron: Gazet van Antwerpen | 31 Januari 1990