Topic: Philippe Delaire
Philippe Delaire was een Franse gangster. Hij is geboren te Busnes (Pas-de-Calais) op 14 augustus 1961. Hij was 1m80 groot, had een normale lichaamsbouw, blauwe ogen, bruin haar en heeft diverse tatoeages op de voorarmen.
Op 6 maart 1985 ontsnapte hij samen met Christian Tozon uit de gevangenis van Looz in Frankrijk. Op het moment van zijn ontsnapping zat hij al twee jaar in de cel vanwege verschillende overvallen.
Kort daarop pleegden ze een hold-up, op 19 april 1985 overvielen ze in Wevelgem een juwelierszaak en namen de uitbater als gijzelaar mee naar Roubaix waar ze hun gijzelaar terug vrijlieten.
Op 2 september 1985 overvalt hij samen met Tozon een postkantoor in Luik, waar ze 800.000 fr. buit maken.
Ze werden ook verdacht van twee hold-ups op het postkantoor in Engis, op 30 mei en op 10 juli. Bij de eerste overval maakten zij 1,8 miljoen buit, de tweede keer 1,2 miljoen.
Op 6 september 1985 vermoordt Philippe Delaire in Luik de Zaïrese bokser Romain Mianzula. De man werd in de nacht van vrijdag 6 op zaterdag 7 september in een privé-club om het leven gebracht met één schot in het hart.
Enkele dagen later ontdekt de gerechtelijke politie van Luik dat Delaire de moordenaar is van Mianzula. In een appartement waar Delaire verbleef vond de politie een wapen, munitie en een kogelvrije vest.
In het appartement van Tozon werd een machinepistool en bivakmutsen gevonden. In een derde schuilplaats in Herstal vond de politie een bivakmuts.
Op 20 oktober 1986 gijzelde Philippe Delaire samen met twee kompanen meer dan 10 uur lang een verpleegster uit Herstal. Dit gebeurde na een schietpartij met de rijkswacht. Delaire werd enkele uren later, samen met Christian Tozon en Georges Stiernon, gearresteerd door de Luikse rijkswacht en politie.
Op 8 februari 1987 ontsnapt Delaire samen met Robert Van Oirbeek, Jiacomo Marchisone en Paolo Cirelli uit de gevangenis van Lantin. Ze gijzelden een gevangenisbewaker en reden met de BMW van een advocaat in de richting van Tongeren.
Om te kunnen ontsnappen hadden ze zich bewapend met pistolen en een handgranaat en hebben ze in Hakendover (Tienen) - nadat ze hun wagen hadden vastgereden - een nacht lang een gezin gegijzeld.
Een paar dagen later hebben Van Oirbeek en Delaire in Amersfoort (Nederland) drie mensen gegijzeld in een hotel. Ze reden met hun gijzelaars naar West-Vlaanderen. In de omgeving van Kortrijk lieten ze hun gijzelaars terug vrij. Tijdens hun autorit vertelde Van Oirbeek in het Nederlands tegen de gijzelaars:
“We zullen u niet te lang meenemen. We zullen u geen kwaad doen, niettegenstaande we reeds heel wat hebben meegemaakt. We zijn reeds verscheidene keren aan een regen van salvo’s ontsnapt. Trouwens, we hebben geen schrik om mensen te gijzelen, zelfs politie.”
De vluchtauto van Delaire en Van Oirbeek werd een dag later teruggevonden in Wervicq-Sud (Frankrijk).
Op 29 april 1987 gijzelen Robert Van Oirbeek, Philippe Delaire en een derde gangster een bankdirecteur in Valkenburg. Ze eisten de sleutels van de kluis maar de directeur had maar één sleutel. De twee andere sleutels waren in het bezit van personeelsleden. Terwijl één van de gangsters de familieleden van de bankdirecteur verder gegijzeld hield, gingen de twee anderen met de wagen van de directeur op zoek naar diens twee assistenten. Daar ook werden de familieleden gegijzeld, alles bij elkaar 11 mensen.
Op die manier konden ze de drie sleutels bemachtigen en de kluis openen. Ze gingen aan de haal met 700.000 gulden (ruim 13 miljoen fr.). De gijzelaars werden allemaal ongedeerd vrijgelaten.
Op 20 juli 1987 werd Delaire gearresteerd door de Franse politie. Delaire had een helikopter gekaapt om een vriend, de Franse gangster Philippe Truc, te helpen ontsnappen uit de gevangenis van Nice.
Hij werd opgesloten in de gevangenis van Lyon. Daar probeerde hij op 26 juli te ontsnappen. Dit mislukte omdat hij tijdens zijn ontsnapping viel en een arm en een been brak.
In april 1989 ontsnapt hij uit de gevangenis van Yzeure (Frankrijk).
In september 1989 duikt Delaire terug op in Luik. Tussen 16 en 22 september 1989 gijzelde de Franse topcrimineel Philippe Delaire samen met twee handlangers een Luikse bankdirecteur, zijn vrouw en hun twee kinderen. De gijzeling van acht dagen in het Luikse Tilff was een homejacking avant la lettre. Ze kwam in de geschiedenisboeken terecht als de langste gijzeling ooit in België.
Nadat ze het losgeld hebben gekregen, rijden de gangsters naar Luik. Ze hopen te kunnen schuilen in de Tour de Droixhe in Luik. De politie staat hen echter op te wachten, waarna er een schietpartij uitbreekt.
Wanneer het Speciaal Interventie Eskadron van de rijkswacht het gebouw betreedt, vinden ze op de 8e verdieping het lichaam van Delaire. Hij heeft zelfmoord gepleegd met zijn wapen.
De twee handlangers schuilen op het dak. Ze zitten vast en een van hen wordt neergeschoten. Het gebouw is omsingeld door de politie. Er worden schijnwerpers op het dak gericht en massa's toeschouwers verzamelden zich om getuige te zijn van de ongelooflijke afloop van deze ongelooflijke affaire.
Uit wanhoop gooiden de twee handlangers van Philippe Delaire het losgeld van 30 miljoen Belgische frank van het dak. Een regen van biljetten van 5.000 frank stortte neer op Droixhe, een nogal achtergestelde wijk. Om 0u15 gaven ze zich over. Eén van hen werd ernstig gewond door een kogel en onder luid gejoel van de menigte in een ambulance afgevoerd.