Re: Philippe De Staerke
Een belangrijk gegeven dat we zeker niet naast ons neer kunnen leggen. Uit onze recentelijke contacten met getuigen slachtoffers van de feiten te Eigenbrakel op 27 september 1985, zijn de angstgevoelens nog steeds heel duidelijk waar te nemen. Zelfs een forumgebruiker, die zijn/haar bijzonder voortreffelijke medewerking verleend en waarvan we zijn/haar identiteit en Nic name inzake de anonimiteit moet waarborgen, kwam met zeer belangrijke gegevens tevoorschijn. Geen rechtstreeks betrokken partij bij de feiten van de Bende van Nijvel, maar met heel belangrijke gegevens die worden aangereikt dat de sleutel zou kunnen zijn tot een mogelijke doorbraak in het dossier. Wat niet wegneemt dat gelijkenissen bij een confrontatie een overeenstemming bereikte met de getuigenissen met betrekking tot Eigenbrakel en Aalst. Om tenslotte te verwijzen naar de angstgevoelens en de koude rillingen die opdoken bij een plotselinge confrontatie en dat een overeenstemming bekwam met de ervaringen van een slachtoffer getuige.
Wanneer we die gegevens dan koppelen met een lid van de CWB, komt er voor ons een heel merkwaardig en verontrustend gegeven te voorschijn. Eerstdaags dienen we ons hieromtrent een tussenkomst te veroorloven. Het is nogmaals een vaststelling dat een bepaalde werkwijze vanuit de CWB totaal niet overeenstemt met de gebruikelijke handelingen die men op zijn minst van onderzoekers moet verwachten. Dan stel ik mij de terechte vraag of ook de toegevoegde leden vanuit het Comité P zich hier de voorgeschreven richtlijnen schenden. Evident dat deze gekende en ongeoorloofde dienstuitvoeringen nog steeds schade berokkent aan het onderzoek. Een onherstelbare schade indien men hiervoor de verantwoordelijkheid niet zou opnemen.
Indien we onze aandacht terug vestigen op de angstgevoelens van slachtoffer(s) – ooggetuige(n), kunnen we de houding en uitspraken van D.J.R niet naast ons neerleggen zoals vermeld door leden van de Delta cel.
Een belangrijk element in het “dossier”, waarin vermeld dat D.J.J. verzoekt om discretie en dat het contact niet zou doorgaan bij de Politie, Rijkswacht of Gerechtelijke Politie. De angst en vermijdbaarheid van een mogelijke confrontatie is hier overduidelijk. Ook de vrees die hij uitdrukte in verband met levensgevaar is echter niet zonder enig belang. Een gegeven dat zeker niet is te minimaliseren en waaraan niet valt te tornen. Voornamelijk binnen de misdaadmilieus.
In verband met het doorbreken van de zwijgplicht kennen we vanuit het verleden als ernstige wapenfeiten in zigeunermiddens zoals te Antwerpen in het District Hoboken, Mortsel en Borsbeek. In de misdaad milieus dient er absoluut rekening gehouden te worden waar de omerta geldt. Het verdient de nodige aandacht om hierin de “getuigen en ooggetuigen” zeer ernstig te nemen dewelke in zulke milieus verklaringen laten acteren. Vooral de houding die men aanneemt zoals de onder andere vier deltaleden hebben kunnen vaststellen tijdens hun deelonderzoek op zaterdag 28 januari 1989 te Aalst.
Wanneer men een houding kan vaststellen bij een getuige of een slachtoffer zoals is vastgesteld bij D.J.R. is het voor ons enkele bruggen te ver om te vernemen wat een forumgebruiker pleegt uit te drukken. De kans dat De Staerke een dader is in Aalst is klein.
Hebben wij tot op heden dan ook een redenen om de ervaringen vanwege, als ik me niet vergis van forumlid Kuros, te minimaliseren of daaraan enige afbreuk te plegen?
Laat ons ook rekenschap houden met het gegeven wat in het verleden al aan het licht is gekomen in allerlei zwaarwichtige en niet zwaarwichtige dossiers. Dat personen als getuigen worden aangewend met als enig doel de onderzoekers te misleiden in het opsporingsonderzoek naar de verdachten.