Zo zie ik het ook, Alainke. Het verhaal over het Hilton-hotel is vermoedelijk doorheen de jaren opgeblazen of vervormd geraakt, door opschepperij en/of onnauwkeurige, mondelinge overlevering, en verwijst hoogstwaarschijnlijk naar Patrick Henderickx.
In 2022 schreef Douglas De Coninck voor De Morgen enkele artikels over Vandeuren. Daarin plakte advocaat Etienne Delhuvenne een naam en een initiaal op Vandeurens mogelijke mededaders voor Dekaise:
Delhuvenne: (...) 'Vandeuren noemt R., iemand die hij heeft gekend uit zijn tijd in een home, en een Vietnamees, Ton Quang Lôc. Vandeuren zegt me dat hijzelf agent Claude Haulotte heeft neergeschoten en dat R. het genadeschot gaf, achter het oor. (...)'
(...) Vandeuren zegt: 'Nee, dat durf ik niet, ik heb schrik van R., die is stapelgek.' Hij vertelt me dat ze ooit samen Russische roulette hebben gespeeld en R. de trekker maar bleef overhalen.
Bron: De Morgen | 21 augustus 2022
Het is niet echt moeilijk te achterhalen wie met 'R.' bedoeld wordt, want het was volgens het vervolgartikel van 25 augustus 2022 een van Vandeurens mededaders bij de overval op de juwelier in december 1988. We weten van dit krantenartikel uit de post van Django68 dat Vandeurens mededaders toen Patrick Hannecart en Patrick "Rocky" Henderickx waren. Dat, in combinatie met de anekdotes over de 'home' en 'Russische roulette', is het snel duidelijk wie met R. bedoeld wordt.
In Beetgenomen vertelde Delhuvenne eerder al een gelijkaardig verhaal, maar daar klonk het zo (en werd De Pomp er ook nog aan toegevoegd):
[Vandeuren] had een vriend leren kennen in een jeugdinstelling. Die vriend was zot, zei hij, hij had op een goeie dag een jonge vrouw vermoord in de buurt van het Hiltonhotel. Vandeuren had de overval op de wapenhandel samen met hem gedaan. Die kerel werkte in café De Pomp in Diegem.
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens
Ik vermoed dat Delhuvenne in het geval van Beetgenomen twee dingen door elkaar haalde. Enerzijds Henderickx, de vriend uit de jeugdinstelling, en anderzijds Willy Van Cutsem, de uitbater van De Pomp. Die laatste werd in 1984 door Vandeuren aangeduid als een van de daders van Dekaise (samen met Jean Baugniet). Vandeuren had op dat moment zijn eigen rol trouwens al afgezwakt van 'mededader' naar 'het wapentransport achteraf'.