Hoe imposanter iemand is, hoe groter hij lijkt. Toen ik destijds als jonge gast begon te werken, was er een werkleider die door zijn vervaarlijk uiterlijke eveneens enorm groot leek, wat achteraf gezien niet het geval was. Want ik was groter dan hij met een lengte van 1m79. Wat doet vermoeden dat de psyche van een getuige meespeelt in zulke waarnemingen. Het is moeilijk om afstanden en lengtes, of iemands leeftijd correct in te schatten. Zeker in een staat van angst of opwinding.
Een genoteerde lengte van 2m05 lijkt mij daarom iets teveel van het goede. Want wie kan beweren dat hij het verschil van 5cm plus of min zonder hulpmiddelen kan waarnemen. Enkel indien een getuige tijd heeft om een referentiepunt te zoeken, kan zijn getuigenis nauwkeuriger zijn. Het is daarom in Overijse een belangrijk feit dat de getuige op de parking blijkbaar voldoende de tijd had om de verdachte goed te bekijken.
Daarom zijn voor mij de belangrijkste getuigen zij die in de mogelijkheid verkeerden om de gangsters te horen spreken en in staat waren hen voldoende lang, van dichtbij, en frontaal te bekijken.
Dus gezien de algemene visuele gelijkenis, zijn lengte, het feit dat hij mankte, het feit dat hij op het moment van de aanslag niet op dienst was, de bekentenissen die hij aflegde aan zijn broer op zijn sterfbed gekoppeld aan de belastende verklaringen van meerdere getuigen, zijn mogelijke relatie met Madani Bouhouche, en het feit dat hij zich op verdachte wijze, opzettelijk aan een interview van de onderzoekers heeft onttrokken, kon hem, indien hij voor een rechter had moeten verschijnen zeker in nauwe schoentjes hebben gebracht. Maar onomstotelijk bewijs dat we Christiaan Bonkoffsky kunnen aanwijzen als N°19, de reus in Overijse zal men wellicht nooit meer vinden. Hetzelfde geldt voor Patrick Haemers in Aalst.