Veel meer in het oog springend in dat HUMO-artikel vond ik de volgende opmerkingen van Eddy Vos, over het ‘niet echte lid van de Bende van Nijvel’, Michel Cocu:
Vos: "Ze kenden details die alleen de daders konden kennen. Maar Michel Cocu, de leider van de bende, heeft altijd gezegd: ‘Er waren wij, en er waren de echten.’ In zijn verhaal is hij met zijn bende samen met ‘de echten’ naar de Colruyt gereden om te gaan inbreken. Rond halftwee, toen ze in de Colruyt waren, hoorden ze schoten op het parkeerterrein. Ze zagen de lijken van het koppel dat kwam tanken, vermoord door ‘de echten’."
"Volgens Cocu zijn hij en zijn Borains toen weggereden, terwijl ‘de echten’ ter plekke bleven. ‘Ze leken te wachten op de politie,’ zegt Cocu. Dat is volgens mij de sleutel tot de Bende. Die slachtpartij was een pure provocatie, om te tonen dat de politiediensten niet opgewassen waren tegen de zware criminaliteit. Michel Cocu heeft nooit willen zeggen wie ‘die echten’ waren, zelfs niet na zijn vrijspraak, toen hij niet meer vervolgd kon worden. We hebben alles geprobeerd om die namen uit hem los te krijgen, we beloofden hem zelfs de premie van Delhaize, maar hij bleef zwijgen."
Net als Michel Cocu en zijn kompanen kunnen Philippe De Staerke - die stond ook in 1985 niet bekend als een bewezen moordenaar - en zijn kompanen er op een enigszins vergelijkbare manier er in zijn geluisd door de ‘echte Bende van Nijvel’. De Staerke was bij/in de Delhaize van Aalst, een dag voor de op 9 november 1985 gepleegde dodelijke overval daarop. Dat was vreemd, want Brusselaar De Staerke leek daar weinig te zoeken te hebben en onder andere dat maakte hem verdachte van die overval.
Tegenslag blijkt onze hersenen blijvend te kunnen veranderen.