En op 8 augustus 1997 stelde Bert Anciaux de volgende vraag aan de Minister van Justitie Stefaan De Clerck. Er is nooit een antwoord gekomen van de minister op deze vraag.

Vraag nr. 338 van de heer Anciaux d.d. 8 augustus 1997 (N.): Vernietigde GP-archief over de CCC

In de parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel van vrijdag 4 juli 1997 kwam aan het licht dat de militaire inlichtingendienst ADIV drie kubieke meter archief heeft vernietigd dat betrekking had op de mogelijke relatie tussen extremistische groepen zoals de CCC en de Bende van Nijvel. Een deel van het archief werd einde 1995 door de versnipperaar verslonden en een ander deel werd door een officier in zijn privé-tuin de vlammen ingejaagd. Nochtans liepen er verschillende onderzoeken die zich baseerden op deze documenten.

Doorgaans bekijkt de militaire veiligheidsdienst de te vernietigen documenten vooraleer tot vernietiging wordt overgegaan. Hierbij wordt dan een synthesenota gemaakt.

Er zijn aanwijzingen dat de vernietiging van al deze documenten een afrekening was tussen magistraten in het Brusselse Justitiepaleis. Einde 1995 liep er op het Brusselse parket immers een onderzoek van een substituut en een onderzoeksrechter. Zij poogden na te gaan of de CCC in de jaren 1980 geïnfiltreerd of gemanipuleerd werd door de Belgische Staatsveiligheid en dit met het oog op een destabilisatie van België waarin ook de Bende van Nijvel betrokken zou zijn. Dit onderzoek schijnt bijna volledig gebaseerd te zijn op een analyse van het toen nog beschikbare CCC-archief van de Brusselse gerechtelijke politie. De substituut diende onder andere de complot-hypothese te verifiëren aan de hand van de verslagen van de Staatsveiligheid in het GP-archief.

Einde 1995 was men op het parket echter van mening dat de substituut te ver ging. Het onderzoek kon echter niet stopgezet worden daar een onderzoeksrechter hiermee belast was. Oplossing: het parket of het parket-generaal zocht zijn toevlucht tot de illegale middelen en dit door het vernietigen van het CCC-archief. Op 21 december 1995 werd het onderzoek logischerwijs stopgezet.

Van de geachte minister zou ik graag op de volgende vragen een antwoord verkrijgen:

1. Kan hij deze opdracht tot vernietiging verklaren? Is hier sprake van een doofpotoperatie?

2. Welke personen zijn verantwoordelijk voor de vernietiging van het GP-archief?

3. Overweegt hij sancties tegen deze personen?

4. Hoe ver was het onderzoek gevorderd? Welke waren de voorlopige conclusies? Waren er aanwijzingen die de complot-hypothese bevestigden?

Er is weinig geweten over de structuur van de CCC. Men kan zich afvragen of er wel enige structuur nodig was daar het aantal leden nooit hoog geweest kan zijn. In vergelijking met de structuur van de RAF, RB en AD was het aantal leden en sympathisanten beduidend lager.

Volgens Laufer (1988) bestond de CCC uit een harde kern van 10 personen en een honderdtal sympathisanten. Dit valt echter niet met zekerheid te zeggen. Dat Pierre Carette de leider was van de organisatie lijkt logisch daar hij oprichter was van de organisatie. Verder is er weinig geweten over de structuur zelf.

Bron: De radicaal-linkse terreurgolf (1968-1985: een vergelijkende studie van de RAF, Rode Brigades, Action Directe en CCC | Sander Soenen | Masterproef Universiteit Gent

Ik weet niet meer waar ik het juist gelezen heb, maar begin 83 gaf Calmette les in een ruimte waar ICC (iets in de aard van internationale communisten of zo) ook vergaderde of een ruimte huurde op het gelijkvloers. Carette deelde folder uit van de ICC.

De activiteiten van de CCC hebben opgehouden, maar ook daar constateert men dat er volgelingen klaar staan. De Partij van de Arbeid (PVDA) heeft wellicht niet deelgenomen aan ernstige misdaden, toch moet men ze rekenen tot degenen die de jonge lieden van de CCC sterk hebben beïnvloed. De intellectuele verantwoordelijkheid van diegenen die het revolutionaire geweld prediken, mag niet onderschat worden. Men mag zich volgens de getuige niet beperken tot diegenen die het terrorisme beoefenen.

De PVDA wordt voorafgegaan door meer doctrinaire kleinere bewegingen, maar in elk geval stelt men bijvoorbeeld vast dat de groep genoemd "Subversion" een groot aandeel heeft gehad in de totstandkoming van "Les Cellules Communistes Combattantes". In oktober 1984 slaat de CCC toe. Ons land beleefde een periode van ongemene paniek. Dagelijks werd alarm geslagen in verschillende openbare instellingen of buitenlandse vertegenwoordigingen. Slechts veertien maanden later slaagt men ering een einde te maken aan hun activiteiten. In het buitenland noemde men dit "Les années de plomb". In de omliggende landen, zoals Duitsland, Frankrijk en Italië, heeft het veel langer geduurd voor men deze terroristische activiteiten tot een einde heeft kunnen brengen.

De Staatsveiligheid heeft een beslissende rol gespeeld in het aanhouden van de daders. Op 16 december 1985 werd een einde gemaakt aan de terreur van de Cellules Communistes Combattantes. De Staatsveiligheid beschikt over een heel interessant logboek waarin in detail de tussenkomst van de dienst werd opgetekend. De operationele details vereisen de grootste discretie.

De Staatsveiligheid heeft de procedure bij de aanhouding van de CCC-leden volledig gerespecteerd (verwittiging van de gerechtelijke overheden en verlening van bijstand van sommige politiediensten). Het zijn nochtans leden van de Staatsveiligheid die de aanwezigheid hadden opgemerkt van de CCC-leden in Charleroi. De Staatsveiligheid beschikt eveneens over informatie over andere extreem-linkse bewegingen, die vaak kleiner zijn, minder schadelijk, en meer academisch. (...)

De Staatsveiligheid houdt er rekening mee dat de CCC blijft voortbestaan. Er zijn pogingen tot reorganisatie, er werden nieuwe daden van terrorisme voorkomen, waarvan één geval leidde tot de arrestatie van een persoon die tot de CCC-beweging behoorde. In 1986 is de dienst er inderdaad in geslaagd om twee aanslagen te verijdelen.

Bron: Getuigenis Albert Raes | Eerste Bendecommissie