Als handelaar en ere-consul liet hij in zijn fabriek 38 pistolen in autoreservoir verbergen - Aangehouden Luiks raadslid leverde wapens voor Libanon
Naar aanhouding vorige week maandag te Luik van twee Libanezen, die 38 pistolen vervoerden in het omgebouwde benzinereservoir van hun wagen, ging de gerechtelijke politie thans over tot de aanhouding van het Luikse gemeenteraadslid Albert Hanquet.
De mandataris, die opgesloten zit in de Saint-Leonard gevangenis, wordt vervolgd om de wapens te hebben verkocht aan de twee Libanezen, die daarvoor geen vergunning hadden. Alles wijst erop dat het parket hiermee op het spoor is van een uitgebreide wapensmokkel naar Libanon die al geruime tijd aan de gang is.
Alles staat vast dat raadslid Hanquet een zware beroepsfout heeft begaan door de wapens te verkopen aan personen, die daarvoor de vereiste vergunning niet bezaten. De heer Hanquet heeft een fabriek waar jachtwapens worden vervaardigd, maar die ook revolvers en pistolen verkoopt (*).
Vraag is of hij er wel op de hoogte van was welke soort transactie in zijn bedrijf werd afgesloten. Hijzelf gaf toe te hebben onderhandeld met de twee Libanezen alvorens zich naar een politieke vergadering te begeven. Dan zou hij de verkoop hebben overgelaten aan zijn commercieel directeur Dominique Collet.
Het feit dat de heer Hanquet niet alleen politieker, maar ook ereconsul van Libanon te Luik is, werpt een bijzonder licht op de zaak. Het gerecht poogt nu uit te maken of het al dan niet de eerste maal is dat de fabriek van de heer Hanquet een dergelijke beroepsfout maakt.
De zaak wordt nog verergerd door het feit dat niemand in de fabriek loochent dat het benzinereservoir van de wagen van de Libanezen daar met dit doel speciaal werd omgebouwd. Deze ombouwing was trouwens echt vakwerk. De betrokken partijen schuiven elkaar echter de verantwoordelijkheid in de schoenen. De Libanezen beweren dat de "Luikenaars" het deden. Commercieel directeur Dominique Collet van zijn kant beweert dat één van de Libanezen de karwei ongezien moet hebben opgeknapt, terwijl hij met de andere aan het praten was.
Het parket is echter niet geneigd deze laatste versie bij te treden. Het staat vrijwel vast dat één enkele man niet volstond om een reservoir van zulk gewicht te demonteren en laswerk te monteren. Bovendien waren de 38 pistolen uit hun oorspronkelijke verpakking gehaald en dus goed zichtbaar.
Op het ogenblik dat het reservoir omgebouwd werd, bevond de heer Hanquet zich weliswaar op een politieke vergadering, maar men kan zich moeilijk inbeelden dat hij niet wist wat er in zijn bedrijf gaande was, te meer daar hij de zaken altijd nauwlettende volgde.
Bedenkelijk is ook dat de verkoop van de wapens nergens vermeld staat in de boekhouding. Ook dit zou dus wijzen op een clandestiene verkoop. De heren Hanquet en Collet verklaarden dat ze nog geen tijd hadden om de verkoop te boeken.
Bron: Het Laatste Nieuws | 5 maart 1979
(*) Het bedrijf van Hanquet was de "Fabrique d'Armes Unies de Liège" beter gekend onder de afgekorte naam FAUL. Naast de fabricatie van jachtwapens zoals het wapen dat gevonden werd in de zakken in Ronquières, was FAUL van 1950 tot 1992 ook de officiële distributeur van Colt wapens in België.
Albert Hanquet, geboren in juni 1915 stierf in december 2003. In 1944 werd hij directeur van FAUL. Hij hield zich bezig met de administratie en het dagelijks beheer.
Het kan toeval zijn maar het bovenstaande werpt toch wel een nieuw licht op de Libanese piste in het onderzoek van de overval op de Dekaise en de diefstal in Dinant.