Uit de 2e Bende-commissie bijlage 2:
"Constantin Angelou en Josè Vanden Eynde werkte beide van 1978 tot 1980 voor hetzelfde taxibedrijf zijnde Sociètè de Taxis indèpendance te Brussel. Beide waren collega's van de extreem-rechtse Herman Wachtelaer die in nauw contact stond met zowel Latinus, Barbier, de Lombaerde als Libert en met hen in diverse groeperingen opereerde of leiding gaf. Wachtelaer was ook aanwezig bij de begrafenis van Angelou."
En ook: "Marcel Barbier (*moordenaar Herdersliedenstr samen met Eric Lammers i.o.v. WNP), aan wie een foto van wijlen Angelou wordt voorgelegd, zegt die persoon te hebben ontmoet in omstandigheden die hij niet meer precies kan weergeven.(K56-CWB-02.026.1992 - PV 25228/92.)"
De mogelijkheid dat deze kennissen en ex-collega's binnen 2½ week beide stomtoevallig het slachtoffer waren van dezelfde moordenaar is statistisch gezien, ehh? Natuurlijk weegt extra verzwarend dat het 1e slachtoffer is gemarteld (voor info?) en de 2e werd ge-executeert. Het onderzoek naar beide slachtoffers werd behoorlijk verknoeid. Crimescene vervuild, sporen on-onderzocht, getuigen niet gehoord, achtergrond slachtoffers niet (fatsoenlijk) na gegaan en hun eigendommen verdwenen (van den Eynde), rapporten niet ingeleverd en tot slot hele dossiers (Angelou) foetsie.
Enkele voorbeelden uit de 2e Bende-commissie bijlage 1:
"Het gebrekkige verhoor van getuigen: De experten betreuren hierbij het geringe belang dat aan sommige van de door de burgers gedane aangiften wordt gehecht. (Hierbij wordt verwezen naar het onderzoek van de moord op de heer Angelou op 12januari 1983,waarin met een verklaring van een persoon aan de politie omtrent bepaalde vaststellingen die hij op 9 januari 1983 om 2 uur 's nachts deed, slechts eind 1985 rekening werd gehouden. De betrokken persoon werd op 8januari 1986 opnieuw verhoord, doch kon zich toen de verschillende details van de gebeurtenis niet meer precies herinneren.)"
"Bij de bespreking van de overval op de "Auberge du Chevalier" te Beersel wordt erop gewezen dat de zoon van het slachtoffer, Marc Vanden Eynde, na zijn verblijf in Zuid-Afrika, op 22 januari 1985 een verklaring in België aflegde waarin hij sprak over het leven van zijn vader en diens vroegere sympathieën voor uiterst rechts; hij noemde de moord een wraakneming uit Spanje. De experten geven aan dat die verklaring niet systematisch werd nagetrokken."
Verderop wordt gesteld dat men de kennissenkring van Josè Vanden Eynde niet of nauwelijks heeft onderzocht ondanks een werkhypothese dat Josè zijn moordenaars gekend moet hebben. Opgemerkt moet worden dat het commissie-verslag nu zo'n 13 jaar oud is en we (ik) niet weten of het nog steeds on-onderzocht is.
Spafles, een autopsierapport van de bende. Dat zullen wij gewone stervelingen niet snel te zien krijgen hè. Het onderstaande komt eveneens uit de 2e B-C bijlage 2. -Noot: de 4e kogel was versplinterd, wat betreft de ingangswonden schat ik zo dat er niet zoveel meer te onderscheiden valt als er van dichtbij 4 kogels binnen een kort moment na elkaar worden afgevuurd. (FN.22LR Semi-automatisch pistool)
"In de zaak Angelou werd door de ballistische deskundige die op 12 januari zowel de wagen als het lijk van het slachtoffer onderzocht, geen verslag opgemaakt. De door hem verzamelde gegevens werden naar Brussel overgezonden om daar ter beschikking van een andere deskundige te worden gesteld. Anderzijds stellen de experten vast dat blijkbaar noch van de modderspatten die op de kleren van het slachtoffer werden ontdekt, noch van de sporen van gras en modder op de linker achterspatlap van zijn voertuig, gebruik werd gemaakt om de inlichtingen te controleren die door de, via de pers gewaarschuwde, getuigen waren verstrekt (9).
- In de zaak Angelou werd bij de lijkschouwing, die werd verricht op 12 januari 1983, geen aandacht besteed aan bepaalde politiële aspecten van de zaak. De beide wetsartsen en de ballistische deskundige vonden op het lichaam drie ingangswonden, waarna het onderzoek en de weging van de tijdens deze autopsie ontdekte kogelsplinters door het laboratorium van de gerechtelijke politie, deed vermoeden dat - gezien het gewicht van de splinters - het slachtoffer nog door een vierde projectiel werd geraakt. Dit werd bevestigd door een tweede onderzoek op 13 januari 1983 (l0)."