Op 24 november kreeg ik [Denise Tyack] slecht nieuws. Achille Haemers belde me om te zeggen dat Eric was omgekomen in een auto-ongeval. En alhoewel het tussen mij en Eric nooit geboterd had, greep het nieuws me aan. Ik wist wel dat hij in een depressie zat omdat Chouchou hem verlaten had voor een vrouw. Hij was terug in België en logeerde bij Liliane en Achille. Hoewel hij met hartproblemen kampte, gingen zijn ouders op zoek naar een job voor hem. Hij kon beginnen te werken in een café. Na zijn derde werkdag ging zijn wagen op de terugweg over kop in Rosières en is hij verongelukt. Hij liet Chouchou een levensverzekering na van één miljoen frank.
Een paar dagen later ging ik op bezoek bij Patrick [Haemers]. Hij was heel triest. Het nieuws over de dood van zijn broer had hem duidelijk getekend.
"Ik heb hem gezien", zei hij met doffe stem.
"Wat bedoel je?" vroeg ik. "Wanneer? Is hij je nog komen bezoeken?"
"Nee, ik heb hem gezien in het lijkenhuis. In zijn kist", zei hij.
"Heb je de gevangenis mogen verlaten?" vroeg ik verbijsterd.
"Ja, en hoe!" wachtte lachte hij bitter. "De hele wijk rondom het huis waar hij opgebaard lag, was afgezet en overal stonden flikken met wapens op scherp. Het leek wel oorlogsgebied."
Ik stond perplex. Het was niet meer dan menselijk dat men hem had toegestaan afscheid te nemen van zijn broer, maar gezien zijn status verwonderde het me toch enigszins.
"Was er nog iemand?" was het enige wat ik kon uitbrengen.
"Mijn moeder", zei hij. "En de flik aan de deur. Maar ze hebben ons toch een moment alleen gelaten. Met mijn handboeien aan, natuurlijk."
"Patrick, ik vind het erg voor je en ik weet dat ..." begon ik.
"Zo heb ik mijn eigen moeder moeten omhelzen", onderbrak hij me. "Met mijn boeien over haar hoofd heen."
Hij kee me niet aan en ik zag in zijn ogen dat hij aan dat beeld van zijn dode broer dacht.
"We hebben dikwijls ruzie met elkaar gehad, ook soms over jou", zei hij. "Maar hij was mijn broer, mijn bloed."
Ik wist dat Patrick ooit gedreigd had in een brief aan zijn broer dat hij hem zijn neus zou breken als Eric zich niet zou verontschuldigen tegenover mij. Maar dat leek een eeuwigheid geleden. Nu was hij dood.
"Je hebt toch afscheid kunnen nemen", trachtte ik hem te troosten.
"Ik heb hem gekust. En dan heb ik hem nog een laatste briefje in zijn handen gestopt", zei hij.
"En wat stond erin?" vroeg ik.
"Ik hou van je, broer. Ik zal je missen."
Tot dan toe had Patrick zich min of meer staande kunnen houden, maar de dood van zijn broer had hem een stevige knauw gegeven.
Bron: Mijn leven met Patrick Haemers | Denise Tyack
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube