Topic: Staatsgreep 1973
Hubert Lampo verijdelde de staatsgreep van 1973
Uit politierapporten en latere getuigenissen voor parlementaire onderzoekscommissies kan worden afgeleid dat het aantal complotteurs in 1973 op ongeveer honderd man mag worden geschat. Er was sprake van een dertigtal Luikse legerofficieren die zichzelf de Rode Haan noemden en een veertigtal Vlaamse officieren gegroepeerd in de Zwarte Leeuw. Zij konden rekenen op een onbekend aantal rijkswachters, een handvol ambtenaren en burgers en enkele onbekend gebleven rechtse prominenten.
Voormalig Humo-journalist Hugo Gijsels noemde in zijn boek De Bende & Co (Kritak, 1990) voor het eerst een aantal namen: para-kolonel en PRL-parlementslid Jean Militis, ex-minister van Defensie José Desmarets (PSC), de gewezen stafchef van het leger Georges Vivario, procureur Raymond Charles (voorzitter van het Hoog Comité van Toezicht), voormalig rijkswachtgeneraal Fernand Beaurir, majoor Jean Bougerol (chef van de privé-inlichtingendienst PIO), graaf Arnould de Briey (een hoge ambtenaar van het Abos) en natuurlijk de onvermijdelijke baron Benoît de Bonvoisin.
Ondanks de maandenlange voorbereiding ging de staatsgreep niet door. Volgens de verklaringen van Christian Amory voorzag het scenario dat "een vooraanstaand politiek persoon" de macht zou overnemen. Met die omschrijving kan enkel defensieminister Vanden Boeynants bedoeld zijn. "Twee uur van tevoren werd zijn privé-secretaris op de hoogte gebracht van de plannen en de rol die hem was toebedeeld. Deze personaliteit weigerde. Daarmee hield alles op."
Halverwege de plannenmakerij beseften de samenzweerders dat ze ook Vlaamse prominenten nodig hadden, tenminste als hun plan enige kans op slagen wilde hebben. Daarom contacteerden ze de Mechelse notaris Paul Daels, de voorzitter van het IJzerbedevaartcomité, die tot zijn verbijstering vaststelde dat "het geld en de wapens voor de staatsgreep klaarlagen". Via een oud-koloniaal werd in zomer van 1973 ook toenadering gezocht tot Hubert Lampo, bekend auteur van magisch-realistische romans, die werd aangezocht om in de 'regering' die na de staatsgreep zou worden gevormd de functie van minister van Cultuur te aanvaarden.
Lampo bedankte voor zoveel eer en alarmeerde meteen enkele bevriende ministers, met name Willy Calewaert, Leo Tindemans en Willy De Clercq. De poging om een Vlaamse vleugel uit te bouwen werd de samenzwering uiteindelijk fataal. De aangezochte Vlamingen lagen aan de basis van het perslek in Gazet van Antwerpen, dat de doodsteek betekende voor de putschisten. "Het was een warme zomer", schreef Hugo Gijsels, "en de eerder vage berichten over 'extremistisch gekonkelfoes' veroorzaakten nauwelijks rimpels op de politieke vijver."
Bron: De Morgen