Onthullingen van een ex-agent van de Staatsveiligheid
'België leek in het begin van de jaren 80 in brand te staan. De aanslagen van een groep gangsters die geleidelijk de naam Bende van Nijvel kreeg, werden bloediger en dodelijker. De politieke terreurgroep Cellules Communistes Combattantes gooiden bommen naar kapitalistische doelwitten. Al op het einde van de jaren zeventig wist inspecteur Robert Chevalier dat de leden van bepaalde extreem-rechtse milities aartsgevaarlijk waren, dat zij wapens bezaten en dat ze in staat waren commando's samen te stellen.' Dit is een fragment uit het boek 'De weg naar de wanorde', de schokkende onthullingen van ex-geheim agent Robert Chevalier, geschreven door journalist Jeroen Wils.
Dit documentaire boek vertelt het verhaal van Robert Chevalier. In 1972 verlaat Chevalier de ULB met een diploma criminologie op zak. Hij heeft slechts één betrachting: een functie bij de Staatsveiligheid. Op 1 juni 1974 begint hij er stage te lopen en later wordt hij inspecteur bij de sectie B2c die zich specifiek bezighoudt met extreme groeperingen in België. Chevalier spitst zich toe zich op extreem-rechts, waaronder het Front de la Jeunesse en het latere Westland New Post (WNP) opgericht door Paul Latinus.
Tot zijn ontnuchtering blijkt de Staatsveiligheid niet over politiebevoegdheid te beschikken en kan zij de burger niet ondervragen of arresteren; daarvoor moet een beroep gedaan worden op politie of rijkswacht. Maar de speurders bluffen en liegen om hun doel - het inwinnen van informatie - te bereiken.
Met een goed uitgekiend netwerk van informanten, het illegaal afluisteren van telefoons, inbraken en zelfs het jatten van poststukken beseft de Staatsveiligheid dat extreem-rechtse groepen in staat zijn de democratie aan het wankelen te brengen. Ze zijn uitstekend gewapend, onder meer met riot guns, en sommige leden hebben een functie in het leger en bij de rijkswacht. Dit alles rapporteert de onderzoekscel aan haar chefs, precies in de periode dat de bende van Nijvel aan haar moorddadige raids begint. Groot zijn dan ook de verbazing en de woede van Chevalier wanneer einde '84 de onderzoekscel zonder enige verklaring wordt opgedoekt.
Veronderstellingen
Auteur Jeroen Wils en Robert Chevalier proberen te vissen naar het waarom hiervan. Erg ver geraken zij niet. Zij geraken nergens. Zij suggereren en lanceren veronderstellingen.
De toenmalige baas van de Staatsveiligheid Albert Raes verklaarde in de Onderzoekscommissie-Wijninckx (1981) dat een aantal leden van het Front de la Jeunesse belangrijke functies bekleedde in CEPIC, de rechtervleugel van de PSC en voorgezeten door Paul vanden Boeynants. Schatbewaarder was Benoît baron de Bonvoisin. Chevalier ontwikkelt de thesis dat Vanden Boeynants het slachtoffer is van een komplot opgezet door de top van de Staatsveiligheid. Overtuigende bewijzen kan hij niet aanvoeren. Hij vermeldt dat de CVP en de liberalen de machtshonger van VdB een halt wilden toeroepen.
'De vijanden van VdB stapten naar Albert Raes en vroegen hem om via de Staatsveiligheid bezwarend materiaal tegen De Bonvoisin en VdB te verzamelen', zo staat het in het boek. Maar door wie en wanneer deze contacten werden gelegd, komt de lezer niet te weten. Raes schakelt voor deze opdracht commissaris Christian Smets in die later lid blijkt te zijn van het WNP en er zelfs instructielessen geeft. Smets, die sympathiseert met extreem-rechts, verzamelt gegevens tegen extreem-rechts.
Hoogst merkwaardig en Chevalier geeft hiervoor als verklaring: 'Smets wilde zijn oversten gunstig stemmen. Met alle legale en illegale middelen wilde hij de top bereiken.' Erg overtuigend is dit niet. Toen de sectie B2c het rapport neerlegde waarin het bestaan van het WNP en de infiltratie door Smets onomstootbaar werd bewezen, kregen de vier speurders geen toegang meer tot hun eigen dossiers, voor informanten werden geen extra gelden vrijgemaakt en nieuwe tipgevers mochten niet meer aan de slag. De boycot was volledig, de onderzoekers naar extreem-rechts vleugellam. Chevalier suggereert dat zij de waarheid te dicht waren genaderd.
'Voor de geheim agenten is het duidelijk: ze hebben op zere tenen getrapt. Van wie, dat weten ze niet.' Een cruciale zin, maar die wordt helaas niet verder geanalyseerd. Wat stond er in de laatste rapporten die de sectie B2c deponeerde? De lezer heeft er het gissen naar. Zo ontbreekt in het boek elke verwijzing naar de verslagen die Chevalier heeft opgesteld. Tijdens de persvoorstelling van het boek verklaarde Jeroen Wils dat hij wel degelijk rapporten heeft ingekeken, maar over de inhoud ervan bleef hij zeer vaag.
Chevalier zei eerst dat hij zijn verslagen een aantal maanden geleden heeft vernietigd. Later voegde hij daaraan toe: 'Ik heb ze sinds een jaar niet meer.' Uitgerekend die rapporten zijn het ultieme bewijs voor de ingen die Chevalier aan Wils heeft afgelegd. Het kan toch niet dat Chevaliers geheugen hem net daar in de steek laat?
Politiek
Ook aan de politiek wordt in het boek onvoldoende aandacht geschonken. Welke rol speelde Jean Gol, toenmalig minister van Justitie en hoofd van de Staatsveiligheid? Waarom gebeurde het opdoeken van de onderzoekscel naar extreem-rechts tijdens een regering van christen-democraten en liberalen? Dit politiek historisch kader ontbreekt. Evenals de mogelijke banden die moeten gelegd worden naar het buitenland.
Maar dit boek heeft ook zijn kwaliteiten. Voor het eerst worden de werkmethodes en de manipulaties van de Staatsveiligheid blootgelegd. En die zijn niet fraai. Belangrijker is echter dat eindelijk een ex-lid van de Staatsveiligheid de moed heeft gehad om te praten. Hopelijk effent hij het pad zodat anderen (waaronder Smets, Raes, Van Gorp en De Vlieghere) hun versie van de feiten zullen bekend maken.
'Ik wil weten wat de top van de Staatsveiligheid met onze verslagen heeft gedaan. Of de leiders onze rapporten over staatsgevaarlijke individuen ernstig genomen hebben? Waarom Raes en zijn adjudanten de sectie die extreem-rechts in Brussel onderzocht, hebben opgedoekt? En waarom de pionnen in de destabilisatie zich nooit terdege hebben moeten verantwoorden? Ik heb recht op die antwoorden. De staat heeft er recht op', zo besluit Robert Chevalier oprecht. Ook hij leeft vandaag nog met de kwellende vraag naar het waarom?
Jeroen Wils - De Weg naar de wanorde - 1996, Leuven, Uitgeverij Van Halewyck, 176 blz., 698 fr., ISBN90 5617 053 8
Bron: De Tijd | Yves Jansen | 23 maart 1996
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube