Re: Jean Deprêtre
Ter herinnering aan Deprêtre:
Onderzoeksrechter Baeyens spaart procureur des Konings Deprêtre evenmin: "Mijn collega Schlicker volgde de orders van de procureur op (...). Tijdens onze onderzoeken moeten wij helemaal geen bevelen ontvangen. Bij Schlicker is dat te veel gebeurd."
Vraag: U heeft dus beweerd dat de processen-verbaal betreffende die delen van het onderzoek gecontroleerd werden vooraleer ze bij de onderzoeksrechter terecht kwamen.
Antwoord: "De procureur las de documenten niet. Maar de speurders brachten steeds een bezoek aan de procureur alvorens naar rechter Schlicker te gaan. Toen ik dat vernam,werd ik kwaad. (...) De heer de Prelle was een iemand die zich wilde laten gelden, als u wilt, maar hij hechtte eveneens buitensporig veel belang aan verslagen (...)." (hoorzitting van 21 februari 1997, blz. 5, 26 tot 27 en 32)
Voormalig onderzoeksrechter Baeyens bevestigt nog: "De procureur is verantwoordelijk voor de chaos in dit onderzoek, want zonder hem had men tot betere resultaten kunnen komen (...). Tot zo'n ongezonde toestand komt men wanneer iemand zijn kalmte verliest door de tegenslagen waarmee men in een dossier af te rekenen krijgt en alles wil vertrappelen wat niet loopt zoals hij het wil." (hoorzitting van 21 februari 1997, blz. 14 en 16)
Advocaat-generaal Jaspar vult aan: "De heer Deprêtre is koppig, maar eerlijk. Hij schippert al evenmin met zijn eigen overtuigingen (het ontbreekt hem met andere woorden misschien wat aan zelfkritiek) als met wat dan ook. Het is iemand die wat zwart-wit denkt, maar eerlijk is en niet vatbaar voor politieke betrokkenheid. Daar moet men eer-lijk in zijn." (hoorzitting van 21 april1997, blz. 25).
Speurder Ruth preciseert op zijn beurt: "Ik denk dat de heer Deprêtre misschien wat snel hypotheses of onderzoeken die tot niets hebben geleid, verwerpt: dat is zijn manier om te laten blijken dat de zaken niet van een leien dakje lopen. Het is iemand die ik altijd te prozaïsch heb gevonden. Hij weet dat men een onderzoek naar extreem-rechts voert, men vindt niets, dus is er niets! Zo hebben wij het begrepen." (hoorzitting van 6 juni 1997, blz. 11).
Substituut Van Lierde van het Nijvels parket preciseert:
Vraag: Waarom neemt de heer Deprêtre geen zitting meer nadat de heer Hennart het onderzoek heeft overgenomen?
Antwoord: "Een andere reden heeft misschien te maken met de persoonlijkheid van de heer Hennart, die diametraal tegenover die van de heer Schlicker staat." (hoorzitting van 21 maart 1997, blz. 27).