Extreemrechts of wat men er moet bij verstaan
De Canard, de druïde en de economische staatsgreep
In een allicht laatste poging om de waarheid achter de Bende van Nijvel/België bloot te leggen, hebben de speurders het oude spoor van extreemrechts weer afgestoft. Dat slaat meer op rabiaat anticommunisme en paramilitaire activiteiten dan op een rechts gedachtengoed.
Het nieuws zorgde in juli dit jaar vooral voor wenkbrauwengefrons. De Cel Jumet was met een graafmachine neergestreken in een tuin in de Wilde Heide in Haacht (Tildonk). Hoezo in Vlaanderen, terwijl de Bende volgens alle aanwijzingen opereerde vanuit Waals-Brabant? Al snel leek het verband te houden met de figuur van Herman Wachtelaer (78), een zonderling die hier in de jaren tachtig in de weekends vreemde rituelen kwam houden. De druïde, zo noemden de buren hem een beetje spottend. Maar zo onschuldig was de man niet.
Wachtelaer stond bekend om zijn uitgesproken nazisympathieën, iets wat hij tot vandaag ook helemaal niet wegsteekt. Journalisten bij hem op zijn appartement in Brussel, zagen de foto van Hitler hangen en konden een blik werpen op de stapels boeken over Keltische en Germaanse mythologie. Laat ze maar graven, ze vinden niets, lachte Wachtelaer. De dagen nadien zou de Cel zowaar aankondigen dat de zoektocht tijdelijk werd opgeschort. “Om technische redenen.”
Maar wat heeft Wachtelaer in godsnaam met de Bende te maken? Ogenschijnlijk niets, maar nu de speurders zich weer voluit hebben gericht op het extreemrechtse spoor, komt de oude man indirect toch weer in beeld. Vooreerst was Wachtelaer taxichauffeur in Brussel. Mogelijk kende hij dus Constantin Angelou en José Vanden Eynde gekend, twee taxichauffeurs die tijdens de eerste bendereeks werden afgeslacht. Toch niet, beweerde Wachtelaer. Er was meer: vooreerst de extreemrechtse organisatie Nationaal Socialistische Unie die hij in de jaren zeventig had opgericht en nadien zijn heidense vereniging Yggdrasil-Levensboom-Arbre de Vie-Irmingur die in 1980 het levenslicht zag.
“Wij waren ecologisten avant-le-lettre,” wil de man het karakter van zijn organisatie verzachten, al vallen daar heel wat kanttekeningen bij te maken als men ziet hoeveel leden van de paramilitaire organisatie Westland New Post (WNP) lid waren bij hem. Geen toeval dat hij in de jaren tachtig al tientallen uren werd verhoord en hij nu opnieuw in beeld komt. Maar wat hadden al die Franstaligen van de WNP te zoeken bij de Vlaming Wachtelaer?
De tijdgeest
Om organisaties als de WNP en die van Wachtelaer te kaderen is het nodig de tijdgeest te scheppen. Het zijn woelige tijden in de jaren tachtig. In het station van Bologna ontploft in 1980 een bom die 85 dodelijke slachtoffers en en 200 gewonden maakt, een aanslag die opgeëist wordt door het extreemrechtse Nuclei Armati Rivoluzionari, een organisatie die – zo zal later blijken – gelieerd is met de occulte en vooral geheime P2-loge. De Spaanse terreurorganisatie ETA laat zich niet onbetuigd en maakt alleen als in 1980 bijna 120 doden. In Parijs valt op klaarlichte dag een commando binnen in een Joods restaurant en maait zes mensen neer.
Terreur alom. Bij ons nog niet, maar ook ons land ontsnapt niet aan de politieke en publieke spanningen die de Koude Oorlog met zich meebrengt. Nooit is de tweespalt links-rechts zo groot en scherp. Franstalig België heeft zijn extreemrechtse Front de la Jeunesse (FdJ) die paramilitaire kampen organiseert, amok komt maken op vredesbetogingen, linkse boekhandels in de fik steekt en in klaarlichte dag in Brussel een keer zelfs 11.11.11-vrijwilligers te lijf gaat.
De VS wil in ons land kruisraketten installeren. Er zijn rellen, progressieve kringen worden geïnfiltreerd en er wordt gelobbied dat het een lieve lust is om de Amerikanen toch maar hun zin te geven. Een voortrekker daarbij is generaal Robert Close, een uitstekend contact van onder meer de Amerikaanse generaal Alexander M. Haig, werkzaam bij de Navo in Brussel.
Economische staatsgreep
Close is de man van de zwom Institut Europeaan pour la Pais et la Securiteit (IEPS) die in de eerste plaats angst voor het 'Rode Gevaar' wil zaaien onder de bevolking. We moeten namelijk sidderen voor de Russen. Onder de indrukwekkende ledenlijst onder meer generaal Haig, enkele liberale toppolitici (Jean Gol, Louis Michel, Armand De Decker en Willy De Clerck), edellieden en voorts mensen met nauwe banden met de CIA of die later zullen genoemd worden in het P2-onderzoek.
In documenten van de IEPS is te lezen hoe de pers en de publieke opinie moeten worden bewerkt. Een boekwerk van 200 bladzijden (La Protection Civile, un besoin vital à repenser) uit 1985 legt uit waarom bij ons massaal schuilkelders moeten worden gebouwd, er duizenden ziekenhuisbedden extra moeten komen of hoe de Civiele Bescherming moet uitgerust worden. De opstellers berekenen zelfs hoeveel het gaat kosten: 625 miljard frank (23 miljard euro) in de centen van toen.
In het licht van de spanningen uit de tijd gaat het als het ware om een economische staatsgreep. Het stuk toont immers aan dat een zwenk naar een meer totalitaire staat ook enorme economische belangen dient. Betonboeren, bouwheren of proviandleveranciers zullen fortuinen verdienen bij de uitvoering van het plan.
Zonder een verband te leggen: als het de bedoeling is het volk de dader op het lijf te jaren en te laten instemmen met een project dat jaarlijkse vele miljarden frank zal kosten, is de terreur van de Bende in elk geval koren op de molen voor organisaties als IEPS.
Gladio
Niet te onderschatten in het verhaal van de loden naoorlogse jaren is Gladio waarvan we pas in 1990 zullen horen. Gladio leunt aan bij P2, is een stay-behindnetwerk dat in het grootste geheim is opgezet, bestaat uit burgers, militairen en agenten die paraat staan voor het geval de Russen het land zouden binnenvallen. Ze hebben goed verborgen wapenopslagplaatsen, beschikken over performante communicatie-apparatuur et cetera.
Gladio is er niet alleen in ons land, maar is een Europees netwerk opgezet onder de auspiciën van de VS. De Belgische gladiatoren worden eerst gerecruteerd door de militaire inlichtingendienst SDRA, nadien door een speciale en geheime cel binnen de Veiligheid van de Staat, zeg maar de Staatsveiligheid. En hier zit men dicht bij de WNP en zijn voorman Paul Latinus die in onze vorige aflevering al aan bod kwam.
Het is het linkse weekblad Pour die als eerste gewag maakt van Latinus. In een vijf bladzijden tellend artikel wordt onder de titel 'De onweerstaanbare opgang van een fascist' de rol belicht die Latinus speelt bij het FdJ, hoe hij voordrachten geeft over propagandatechnieken, leert hoe inlichtingen te verzamelen en organisaties te infiltreren. En hoe hij paramilitaire oefenkampen organiseert in de Ardennen.
Het blad vertelt nog dat Latinus kabinetsmedewerker is bij de Brusselse staatssecretaris van Tewerkstelling en dat hij de progressieve groepering Amis de la Terre heeft geïnfiltreerd. Hij is zelfs voorzitter van een afdeling. Dat laatste zorgt voor enorme deining in linkse kringen. Extreemrechts stuurt een motorbende naar de lokalen van Pour om die in juli 1981 in de fik te steken.
De Senaat start een parlementaire onderzoekscommissie over de privé milities. Een aantal VMO-leden wordt naar de correctionele rechtbank gestuurd en veroordeeld, net als enkele kopstukken van de FdJ. Eén van hen is Marcel Barbier. Wanneer Barbier in augustus 1983 wordt opgepakt na een eerder banale straatruzie, doet de politie in zijn appartement een onthutsende ontdekking.
Westland New Post
Ze vindt er wapens, bivakmutsen, nazi-emblemen, blanco toegangspasjes voor de generale staf van het leger, maar ook gestolen telexen van de Navo, geclassificeerd als zeer vertrouwelijk. Het is dan dat Barbier het bestaan onthult van de WNP, opgezet voor de strijd tegen de Sovjet Unie. Dat hij een illegaal wapen draagt, komt omdat hem dat is opgedragen door een agent van de Staatsveiligheid die zelfs deel uitmaakt van de WNP, zegt hij. Dat zal later commissaris Christian Smets blijken te zijn, bijgenaamd le canard naar zijn codenaam binnen de organisatie.
Barbier vertelt nog dat de WNP een onderdeel is van een veel grotere, geheime en militair gestructureerde organisatie. Na Barbier wordt ook Michel Libert, een voormalig onderofficier bij de Zeemacht, aangehouden voor de diefstal van de telexen. Hij vertelt dat de WNP afhangt van een Centre Europe-leiding (Comcentra) verdeeld in vijf natuurlijke zones: Ijzer, Schelde, Maas, Rijn, Wezel. Barbier en Libert maken uiteindelijk de naam bekend van hun leider: Paul Latinus.
Als één journalist expert was in de WNP, dan wel wijlen onderzoeksjournalist René Haquin van Le Soir. Hij was het die Wachtelaer voor het eerst in zijn krant in de aandacht bracht. Haquin heeft het ook over hem in zijn boek 'Les grands dossiers criminels en Belgique'. Haquin is ook de eerste journalist die Latinus zal spreken en nadien meermaals ontmoeten. Nu de 50-koppige WNP met de aanhouding van Barbier en Libert maar beter kan opgedoekt worden, wil Latinus wel een en ander kwijt aan Haquin.
Namen noemen
Hij heeft WNP in 1980 opgericht in opdracht van een 'buitenlandse organisatie' en dit naar het voorbeeld van de Waffen SS. Latinus, die 'de maarschalk' wordt genoemd, licht het embleem toe van de WNP. De W staat wel degelijk voor Westland. NP betekent voor niet-ingewijden inderdaad New Post, maar als men goed kijkt naar de horizontale verbindingsstreep tussen de N en de P, ziet men drie letters die in elkaar zijn verweven: NSO. En dat staat dan voor National Sozialist Ordnung, zegt Latinus. Het is een naam die erg veel gelijkt op de organisatie van Wachtelaer: de Nationaal Socialistische Unie van Herman Wachtelaer.
En dan komt het. Aan het hoofd van de WNP staan twee politieke secretarissen: Latinus zelf en een oude man, Karl de Lombaerde, voormalig officier bij het Belgisch leger die voor 1940 overstapte naar de SS. Onder de leden burgers, maar ook militairen en agenten, op kop commissaris Christian Smets van de Staatsveiligheid. Een geheim agent dus die opleidingen geeft aan de WNP en die daarover doodleuk rapporteert aan zijn grote baas, Albert Raes. Straffe kost.
Latinus noemt ook nog de naam van een Arabisch advocaat, infiltrant, pseudo journalist, wapenhandelaar en financier van de WNP: Faez Al Ajjaz. En dan ook de naam van een Vlaming, in zijn boek door Haquin “een harde van de VMO” genoemd: Herman Wachtelaer. Wachtelaer dus lid van de WNP? Kan best, want omgekeerd ook heel wat WNP-volk in zijn eigen organisatie Yggdrasil-Irmingur. Daarover door de pers ondervraagd, maakte Wachtelaer er geen geheim van goed bevriend te zijn geweest met Latinus, “een geweldig man die geen zelfmoord pleegde, maar werd afgemaakt.”
Evenmin doet Wachtelaer moeite om het lidmaatschap te ontkennen van Michel Libert, Jean-François Calmette, Frédéric Saucez en Christian Elnikoff. Elnikoff zou net als Latinus zelfmoord plegen. Zogezegd zelfmoord. Nog een naam om niet te vergeten: WNP-secretaris Karl de Lombaerde. Hij was commandant bij ... Yggdrasil. Of hoe de organisatie van Wachtelaer en WNP toch wel erg verweven waren.
De vernieuwde interesse van de bendespeurders in de figuur van Wachtelaer is dus niet toevallig. De zoektocht in de tuin in Haacht (die hij tot 2005 huurde) ligt overigens duidelijk in het verlengde van de huiszoekingen die eerder dit jaar in februari plaatsvonden. Tientallen speurders vielen overal te lande binnen op 21 adressen. De volledige lijst van diegenen die vereerd werden met een bezoek, raakte nooit bekend. Maar wel enkele namen. En die waren niet van de minste: Albert Raes en Christian Smets.
Het verband
Maar wat heeft de WNP met de Bende te maken? Met de reeks in 1985 niets, want de organisatie bestaat dan niet meer. En Latinus is al een jaar dood. Begin 1984 vertelt hij aan Haquin dat zijn moeder aan de telefoon te horen kreeg dat haar zoon niet lang meer heeft te leven als hij zich nog langer bezighoudt met het dossier van de Roze Balletten (zie vorige week).
Latinus is op dat moment in onmin met de voormalige WNP-leden. Op 24 april 1984 belt Latinus naar de gerechtelijke politie van Brussel voor een afspraak. Hij wil het hebben over de Bende van Nijvel. Hij vreest dat ex-leden van de WNP er deel van uitmaakten. 's Avonds wordt Latinus opgehangen teruggevonden. Zelfs de onderzoeksrechter gelooft niet in zelfmoord, maar het dossier wordt door het parket wel zonder gevolg geklasseerd. Als zelfdoding.
Wie gaf het bevel?
Wie het dossier van de Bende wat kent, kan niet buiten de indruk dat de leden niet uit het klassieke milieu kwamen. Dus nietsontziende paramilitairen zoals die van de WNP die men voor het gemak het etiket kleeft van extreemrechts, maar die – zo zei de Brusselse magistraat Godbille – niets anders waren dan roofdieren?
Mogelijk moeten dus ook de uitvoerders uit 1985 in die middens worden gezocht. In zijn bendeboeken twijfelt journalist Guy Bouten er niet aan dat WNP een soort Gladio Bis was, behept met diep gewortelde anticommunistische gevoelens en waarvan men enkel lid kon worden als men blindelings bevelen opvolgde. “Befehl ist befehl!”
Niet alleen diende de reeks van 1985 voor het hogere doel: terreur zaaien, de publieke opinie warm maken om het staatsapparaat te versterken en het beleid een meer totalitaire zwenk te laten nemen. Paste de reeks van 1985 dan in wat de Italiaanse speurders na de aanslag in Bologna de Strategia della Tensione noemden, de strategie van de spanning? Maar wie was de strateeg? Wie gaf het bevel? (REDW)
Volgende week: de mysterieuze Mijnheer X