Ja beste forumleden en dan nu toch wel iets héél belangrijker dat ik voor het eerst gelezen heb in het boek van Finné en Leurquin. Namelijk wat er zich precies heeft afgespeeld in het kantoor van de gerant van de Delhaize tijdens deze overval en de reactie van de dader hierop! Dit geeft voor mij plots toch een héél ander beeld van de feiten uit 1985 waarvan ik tot nu overtuigd was dat het alles te maken had met een Strategie van de Spanning. Nu doet mij onderstaande beschrijvingen toch twijfelen. Oordeel zelf maar.
27 september 1985: het feest van de Franse Gemeenschap in Wallonië. Alle scholieren en leerkrachten hebben een dag verlof. Het is mooi weer, een zonnige avond. Veel mensen hebben er van geprofiteerd om in hun tuin te zitten of om met hun kinderen te spelen. Het is pas laat op de avond dat de mensen naar de supermarkt trekken.
Rond 20u15 stopt een Golf GTI op de parking van de pizzeria op enkele meters van de Delhaize. Vanop deze plaats staan ze wat hoger dan de parking van de supermarkt. De inzittenden van de Golf aanschouwen een aantal seconden de lagergelegen parking van de supermarkt. De mannen (drie daders) nemen hun wapens en stappen uit te auto. Gemaskerd met maskers van oude Franse politici. De derde dader, de reus, heeft geopteerd voor een gewone bivakmuts. Ze zijn sober gekleed in lange zwarte wollen jassen. Ze moeten maar een trapje nemen die direct naar de parking leidt. Twee mannen dragen een riotgun, de derde een mitrailleur.
Zoals in 1983 zijn ze op zoek naar een gijzelaar. Ze nemen de eerste persoon die voor hun neus passeert, een kind. Het kind wordt zoals een rietje door de Reus opgepakt. Het kind zal later zeggen dat het als een stille kracht voelde. Hij wordt met de haren gesleurd tot aan de inkom. Op dat ogenblik stapt een klant, Roger Engelbienne, uit de winkel. Hij kent de jongen en zonder het gevaar te beseffen vraagt hij aan de Reus om het kind los te laten. De Reus knalt de klant genadeloos af met een schot uit zijn riot gun terwijl hij volgende woorden sprak: "Dat zal je leren om je te moeien met zaken die je niet aangaan".
In de supermarkt begrijpt niemand wat er buiten gebeurt. Ze horen knallen. Twee mannen lopen onmiddellijk naar de ruimte waar de geldkoffer staat. De Reus houdt zijn gijzelaar vast en loopt de kassa's af en laat zich in een papieren zak het geld overhandigen door de kassiersters die begrijpen dat ze snel moeten handelen anders wordt de jongen vermoord. De Reus brult: "Ga liggen of ik schiet je in twee!". De meeste mensen doen wat gevraagd wordt. In het midden van de winkel merkt de Reus een man op die onhandig een jong meisje, die in paniek is, helpt op de grond te leggen. Ghislain Platane wordt zonder verwittiging neergemaaid.
De handlangers zijn in het bureau van de gerant. Hen tegemoetkomend probeert directeur Patrick Mourlon om te dialogeren met de daders en hen te kalmeren. Hij beschrijft deze minuten in de pers (La Lanterne - 30 september 1985):
"Ik heb mij van de domme gehouden, wat vermoedelijk mijn leven heeft gered. Ik heb hem gevraagd wat hij wou en zei hem dat, als hij geld wou hebben, hij alles mocht nemen. Omdat hij de omzet van de dag wou heb ik hem naar de geldkoffer geleid. Ik heb hem laten zien dat de omzet al was opgesloten in onze baby-koffer. Enkel de geldtransporteurs hebben de sleutel ervan. Ik kan hem niet openen. Omdat hij mij niet leek te geloven heb ik het hem moeten uitleggen ...".
Een dwaze doch moedige houding van de gerant. Een andere geldkoffer is echter open. De gemaskerde dader moet zich tevreden stellen met muntstukken, geldbiljetten van kleine waarde en maaltijdcheques. Dat maakt de man razend. Hij schiet in kolère en schreeuwt: "Godverdomme, we zijn voor niets gekomen, we gaan in de massa schieten!" Is dit de reden waarom ze in de volgende minuten een ander doelwit voor de avond kiezen?
De mannen stappen naar buiten en schieten lukraak enkele schoten af. Op de parking, in een rode camionette, durven een vader en zijn zoon zich niet te bewegen. Verlamd van de schrik zijn ze in de camionette blijven zitten. Ze hebben de raid van de daders van begin tot het einde gezien. Een kogelregen wordt op hen afgevuurd. Bozidar Djuroski is het derde slachtoffer. Zijn zoon, die dezelfde naam draagt, zal gedurende een aantal lange seconden de donkere, meedogenloze strenge blik van de killer opmerken. Hij is zwaar verwond en zal een long verliezen. Vele jaren later na de feiten, zal hij zeggen dat hij deze blik bij één van de onderzoekers herkent heeft tijdens een verhoor in de lokalen van de politie. De jonge gijzelaar wordt losgelaten en getuigen zien de daders vertrekken in een donkere Golf.
Bron » L'histoire vraie des tueurs du Brabant (Finné-Leurquin)