Het onderzoek rond de zelfmoord van Latinus werd op 3 november 1986 plots afgesloten door de raadkamer van Nijvel op bevel van procureur Depretre. Onderzoeksrechter Schlicker werd onder druk gezet door Depretre om dit onderzoek af te sluiten en als zelfmoord te klasseren. In 1989 en 1990 zijn er wel discussies gevoerd over het al dan niet heropenen van dit dossier. Finaal werd de zaak niet heropend omdat er geen nieuwe elementen de heropening zou rechtvaardigen.
Uit het verslag van de Tweede Bendecommissie:
Bij de bespreking van het dossier betreffende de dood van Latinus, dat doorheen de ontwikkeling van het spoor inzake extreem-rechts, in de literatuur vaak in verband wordt gebracht met de feiten toegeschreven aan de bende van Nijvel (481), wordt nogal eens gewezen op de weigerachtige houding van het parket-generaal te Brussel om effectief over te gaan tot de heropening van het dossier dat in 1986 was afgesloten. Gijsels verwijst in dit verband naar een bijdrage van Flip Voets aan het BRTN-radiojournaal van 14 maart 1990, en stelt (482) : "dat de Brusselse procureur-generaal van geen nieuw onderzoek wil weten omdat er volgens hem geen nieuwe elementen zijn die een nieuwe enquête zouden rechtvaardigen. Het parket-generaal legde bijgevolg het verzoek van minister Wathelet naast zich neer."
In zijn bespreking van de werkzaamheden van de eerste parlementaire onderzoekscommissie schrijft Coveliers terzake (483): "De raadselachtigheid rond dit dossier blijft zeer groot. Wanneer de minister van Justitie de Procureur-Generaal opdracht geeft het onderzoek te heropenen, geeft deze magistraat zijn Procureur een tip waarmee het onderzoek kan geblokkeerd worden. De Procureur-Generaal vraagt de Procureur de onderzoeksrechter te vorderen voor de heropening van het dossier. Als de onderzoeksrechter het dossier niet wenst te heropenen, dient er beroep te worden aangetekend zodat de zaak voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling van het Hofvan Beroep te Brussel komt. Duidelijker kan het niet: men wenst dit dossier niet te heropenen."
Ook in de pers werd gesteld dat de Nijvelse onderzoeksrechter Maes er zich over bekloeg dat hij door procureur des Konings Deprêtre onder druk werd gezet om het nieuw onderzoek niet uit te voeren, en dat procureur-generaal Van Oudenhove Deprêtre "suggesties(zou)hebben gedaan om dit procedureel in orde te brengen". Er werd echter aan toegevoegd dat de procureur-generaal ontkende dat hij de positieve injunctie van Minister van Justitie Wathelet ooit heeft willen dwarsbomen, en dat hij in de brief aan procureur des Konings Deprêtre enkel een overzicht heeft gegeven van de verschillende procedurele mogelijkheden die voorlagen. De procureur-generaal legde uit dat hij de mogelijkheid ter sprake bracht dat de onderzoeksrechter een nieuw onderzoek zou weigeren, doch dat hij er onmiddellijk aan toevoegde dat de procureur alsdan dadelijk in beroep moest gaan. Zijn bedoeling was aldus precies te vermijden dat er geen nieuw onderzoek kwam (484).
(483) Co2, 83.?(484) DM, 19/5/90.