De politiediensten waren onmiddellijk ter plaatse in Waver, en bij de schietpartij in Hoeilaart. De wagen was in Hoeilaart in rook opgegaan. Er was nochtans algemeen alarm afgekondigd, alle belangrijke kruispunten en wegen werden gecontroleerd. En Sartillot was er zeker van dat hij de radiator had stukgeschoten. De auto kon dus niet ver gekomen zijn.
Een speurder verklaarde tegenover de tweede parlementaire onderzoekscommissie: "We hebben de omgeving van Hoeilaart huis aan huis gescand samen met Charles Toumpsin van de BOB van Brussel om de plek te vinden waar de wagen verstopt kon zijn. Het klopte niet."
Voordat de dag om was, werd de overvalwagen teruggevonden in het Zoniënwoud in de Tumulidreef in Watermaal-Bosvoorde. Op de één of andere manier was hij door de wegversperringen gekomen. Hij was in brand gestoken en smeulde nog. De speurders troffen er een weegschaal in aan, en 9 mm-hulzen. De achterbank ontbrak, het chassisnummer was weggevijld.
Diezelfde dag belde de bedrijfsleider van Immo 2000, waar de Santana de week voor de overval vaak was gespot, de politie dat er bloedsporen gevonden waren in de hal en op de eerste verdieping van het gebouw. Een team keek de huurderslijsten na, maar de flats waren onontwarbaar onder- en doorverhuurd en er dook geen verdachte op uit de onoverzichtelijke boekhouding.
Twee weken (!) na de roofmoord vond een jongen die door het Zoniënwoud fietste een dump van sleutelbossen, glasscherven, frisdrankflesjes en blikken, bankkaarten en wapenonderdelen. Hij viste de bankkaarten eruit en nam ze mee naar huis. Zijn moeder stuurde ze naar de Generale Bankmaatschappij, die de politie waarschuwde. Het waren de kaarten van wapenhandelaar Dekaise en van één van diens gewonde klanten.
De speurders gingen op zoek naar de vindplaats. Ze ontdekten op die plek blokken schuimrubber van een achterbank, de in stukken gesneden nummerplaat met het kenteken DSN 237 van de Santana en snippers van een lidmaatschapskaart van een schietclub. Aan de voet van een boom, onder wat aarde, lag de rug van een poloshirt met tweeëntwintig inslagen van jachtpatronen. De polo raakte zoek in de loop van het onderzoek, maar het bloed dat erop zat was volgens de expertise afkomstig van een dier.
Ze vonden ook een bril zonder glazen, een doos jachtpatronen, een half begraven stuk schoenzool maat 44 van het exclusieve Belgische merk Ambiorix, een plastic tas van de gadgetwinkel Casine in Waterloo, en een sticker van een garage aan de overkant van de Shooting Club Jette. Er lagen ook notities die Dekaise en zijn klanten niet herkenden, en waarvan de expertise niet in het dossier zat toen magistraat Marcel Trousse dat doornam voor de eerste parlementaire onderzoekscommissie, plus een stukgescheurde cheque ter waarde van meer dan 60.000 euro van Dekaise, een lidmaatschapskaart van de schietclub van Aarlen en de Spaanse krant El País waarin een artikel stond over de Italiaanse neofascist Stefano Della Chiaie. Alle ingrediënten van wat de bende van Nijvel leek te zijn, lagen hier bij elkaar: munitie, vermommingen, bankkaarten en extreemrechts.
Bron » Beetgenomen | Hilde Geens
Hoe ver van de verbrande Santana werden deze spullen twee weken later gevonden?