Topic: Anderlecht: 22 Januari 1985
Op 22 januari 1985, rond 22u00 belde iemand de politie dat er een auto met draaiende motor in het struikgewas was gereden op het parkeerterrein van Westland Shopping Center in Anderlecht. De politie vond een Pontiac met een lijk aan het stuur. Het ging om François Ertrijckx, een diepzeeduiker die ooit een medaille had gekregen omdat hij iemand het leven had gered. De Brusselse pompenmonteur die vanwege zijn Gallische snor zijn stripnaam kreeg [Asterix], was doodgeschoten door een onbekende die naast hem op de passagiersstoel zat. Een getuige had daar die avond twee mannen zien discussiëren.
De wagen was na de liquidatie nog een dertigtal meter verder gereden. Het moordwapen was een halfautomatisch FN-pistool, kaliber 9 mm kort, munitie die de Bende van Nijvel niet had gebruikt. Asterix' vader had hem rond de jaarwisseling voor het laatst gezien. Zijn zoon was zijn nieuwjaarswensen komen overbrengen en ze hadden het gehad over de Bende van Nijvel. Asterix beweerde dat de Amerikanen achter de bende zaten en dat de ex-slager en ex-premier Paul Vanden Boeynanats 'sait très bien quoi', zich niet van den domme moest houden. Zijn zoon haatte die man, maar de vader wist niet waarom.
De vader en de vriendin snapten niks van de moord. Door het onderzoek was de jonge vrouw erachter gekomen dat haar vriend een dubbelleven geleid had en een clandestiene vriendin had. Met de andere woonde hij samen. Zij deed de boekhouding en geldzorgen hadden ze niet, behalve de laatste drie maanden, toen François maar drie uur per dag ging werken. Hij zei dat hij problemen had waar hij alleen uit wilde komen. Hij verwachtte een smak geld.
De vader bevestigde dat zijn zoon de laatste tijd zijn werk als pompenmonteur verwaarloose, dat ze een tijd samen hadden gedaan. Volgens de inspecteur van de gerechtelijke politie die de moord onderzocht, had het slachtoffer contacten met kopstukken uit de Brusselse onderwereld als Marcel Castris, met een verdachte reus uit het bendedossier die Pol heette en een junk was, en met extreemrechts, maar de politieman was er niet achter kunnen komen wat voor contacten. Asterix zou opgeschept hebben dat hij werkte als detective, vooral 's nachts, maar hij was discreet en de speurder zag geen elementen dat hem in verband bracht met de bende. De inspecteur zei dat hij geen enkel spoor vond.
Er was van alles loos met de moord op Asterix, zei BIC-baas Debrulle in het parlement. In de kranten kreeg ze haast geen aandacht en ze werd vreemd genoeg niet vermeld in het Centraal Signalementenblad van de rijkswacht.
Tijdens het onderzoek naar de liquidatie werden bij het slachtoffer thuis advertenties voor partnerruil gevonden, en ook een reactie hierop van een crimineel die in de goudhandel zat met de broer van Genevois, en wiens eigen broer broer springstoffen geleverd had aan twee politiemannen. Die twee hadden connecties met de extreemrechtse Westland New Post, de WNP.
Asterix bewoog zich op een terrein waar de wegen van extreemrechts en de onderwereld elkaar kruisten. En op dat kruispunt vond je een paar bendeverdachten. De vermoorde man kende junks die verdacht werden van misdaden van de Bende van Nijvel. Een van zijn beste vrienden, 'Friswa', een karateka, had les gehad bij Jean-Francis Calmette.
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens