Victor Ostrovsky :
(...) Het was zes maanden eerder, maandag 3 februari 1986. Het was in het Sun Hill Hotel te Larnaka in Cyprus. Ik was daar om een Belgische terrorist te ontmoeten en had een vals Brits paspoort op naam van Jason Burton in mijn jaszak. De Belg was lid van de links terroristische organisatie Communistische Strijdende Cellen (CCC). Volgens mijn paspoort was ik de vorige dag op het vliegveld van Larnaka aangekomen. En ik had de Olympic Air-ticket pluys instapkaart om dat te bewijzen. De Belg sou van mij de sleutels ontvangen van een in Brussel geparkeerde auto, die beladen was met niet herleidbare plastic explosieven en enkele duizenden geavanceerde ontstekingen. In ruil daarvoor zou ik het bewijs ontvangen dat er ongeveer twee miljoen dollar naar een Zwitserse bankrekening was overgemaakt.
Het was een valstrik en ik was indertijd een volleerd Mossad-officier. Het was bij deze missie dat alles in de war begon te lopen. Feitelijk was ik per schip in Larnaka gearriveerd, niet met het vliegtuig. De route vanuit de haven van Ashdod in Israël had ik aan boord van een Dabur-patrouilleboot afgelegd. Tachtig kilometer ten zuiden van de Cypriotische kust stapte ik daarna over op een jacht. Het schip had een Grieks registratienummer en meerde regelmatig af in Larnaka. Het was een drijvend safe house voor Mossad-agenten. Flats huren en geheimen bewaren op zo'n klein eiland bleek moeilijk.
Ik was niet meer dan een pion in dit door de Belgische afdeling in Melucha (1) georkestreerde spel. Als de CCC-leden in Brussel naar hun auto liepen zou hun gehele netwerk door de Belgische politie en geheime dienst worden worden gesnapt. Een andere groep zou gelijktijdig worden gearresteerd door de Nederlandse politie. De twee korpsen waren de terroristen al op het spoor dankzij de serie tips die de Belgische afdeling van de Mossad aan hen doorgaf.
Er was meer dan een reden voor de valstrik. De CCC was betrokken bij het aan- en verkopen van wapens van de PLO en andere Palestijnse groeperingen. Hen buiten spel zetten zou een grote overwinning voor de Mossad in de strijd tegen het terrorisme betekenen.
Een volgende reden voor de operatie, waarvan ik pas veel later hoorde, bleek naargeestiger. Itsik Efrat, het hoofd van de Israëlische afdeling, was hiervoor verantwoordelijk. Het betrof een ervaren case officer met de naam van Barda, die in 1984 een groep afvallige journalisten had getraceerd en ontmoet die oorspronkelijk waren samengesteld door de NAVO als een anti-communistisch orgaan dat in geval van een invasie zou worden geactiveerd. Dit plan, dat Operatie Gladiator werd genoemd, is nooit uigevoerd maar de NAVO verontachtzaamde de ontmanteling van de speciale door hen in het leven geroepen cellen, dus verscheen de Mossad op het toneel om een van hen te gebruiken.
Het tot leven wekken van de slapende cel kwam tot stand met toestemming van de Belgische staatsinlichtingendiensten en de anti-terrorischtische afdviesafdeling van de Mossad.
Barda maakte de Belgische geheime dienst duidelijk dat extreme maatregelen noodzakelijk waren : terroristische wandaden die de communisten in de schoenen werden geschoven, wilde er een heftige reactie komen die een versterking van de veiligheidsdiensten vereiste. 'Twijfel moet worden overgelaten aan milieuactivisten en halfzachte democraten,' placht hij te zeggen. 'Je wint dan op beide fronten. Je krijgt meer macht om met linkse elementen af te rekenen en geeft steun aan rechts.'
Behalve de NAVO-cel beschikte de Belgische geheime dienst over een fiks arsenaal van rechtse fanatici waaruit zij kon putten in de vorm van een fascistische partij met de naam Westland New Post (WNP). De nieuwe, gecombineerde rechtse groepering pleegde een aantal overvallen met buitensporig geweld. Deze terroristen stonden bekend als de Bende van Nijvel. In september en november 1985 overvielen zij verschillende supermarkten en tekenden ook voor de politieke moord op een Belgische minister. Ze kaapten een aantal vrachtwagens, wat men toeschreef aan andere, 'tijdens een achtervolging omgekomen' bandieten. De overvallen dienden geen geldelijk doel. Hun oogmerk was het zaaien van paniek en het destabiliseren van de Belgische overheid. Meerdere leden van deze rechtse terreurgroep waren Belgische politiemensen in actieve dienst. Drie leden moesten in 1985 het land verlaten. Ze ontsnapten naar Israël en kregen via de Mossad een nieuwe identiteit, als onderdeel van de met de Belgische tegenpartij gemaakte principe-overeenkomst.
Barda informeerde de rechtse terroristen over de plaats van het opslagdepot waar de door de Mossad aan de CCC verkochte wapens lagen. Hij zei hun dat ze" beslag op de goederen konden leggen terwijl de communisten werden opgepakt.
(...)
De ontmoeting met de Belg en de overdracht van de sleuten verliepen goed. Negen dagen later, op 12 februari 1986, pakte de Belgische politie de man en zijn CCC-collega's op. De terroristen hadden zo'n honderd kilo aan explosieven en duizenden ontstekingen in hun bezit. Gelijktijdig vielen de rechtse Mossad-broeders-in-het-kwaad verschillende opslagloodsen in de regio Antwerpen binnen. De fascisten legden beslag op twee vrachtwagenladingen met lichte wapens en enige tonnen aan munitie.
(...)
(1) Meluche : de codenaam voor de rekruteringsafdeling van de Mossad; deze is onderverdeeld in geografisch bepaalde onderafdelingen met bureaus die de verschillende stations ondersteunen.