Topic: Opus Dei
Gewezen adjudant-chef Dussart van de BOB te Waver schrijft op een gegeven moment een negentien pagina’s tellende nota aan André Bourgeois, op dat moment voorzitter van de zogenaamde bendecommissie. In de laatste drie pagina’s heeft hij het over de rol die Opus Dei mogelijk heeft gespeeld in het dossier van de Bende.
Vaste informanten van de Waverse BOB kwamen begin 1985 op de hoogte van informatie volgens dewelke ‘een geheime internationale organisatie van religieuze aard’, meer bepaald Opus Dei, zich achter de Bende zou schuilhouden met de bedoeling de staat de destabiliseren. Eén van de eerste berichten luidde als volgt: "Het behoort duidelijk tot de ideologie van Opus Dei, uit mateloos verlangen naar geld en macht, te trachten een totalitair systeem in te voeren om het land te besturen, door aan het hoofd ervan iemand met blauw bloed te plaatsen".
Dussart organiseerde een discreet onderzoek ’om te beletten dat de verschillende tamtams eventuele tegenstanders op de hoogte zouden brengen’. Dit onderzoek kwam echter tweemaal in het gedrang, toen Dussart persoonlijk werd opgebeld door twee figuren die deel uitmaakten van de Belgische hoge adel. De eerste maal gebeurde dit eind december 1985, de tweede maal in maart 1986, waarna telkens een discrete ontmoeting plaats vond, op voorwaarde dat de figuur anoniem zou blijven.
De eerste, die trouwens verklaarde verontwaardigd te zijn over de slachtpartijen, beweerde lid te zijn van een groep van negen leden van Opus Dei die de destabilisatie van de staat wilden bewerkstelligen met de bedoeling de koning als bestuurder in plaats van louter als vorst aan het hoofd ervan te stellen, hetzij een ander lid van adel indien Zijne Majesteit geen oren had naar dat plan. Toen Dussart namen eiste werd zijn gespreksgenoot de grond te heet onder de voeten en lichtte zonder verdere verklaringen de hielen.
De tweede vertelde in grote lijnen hetzelfde, maar voegde daarentegen de namen toe van ‘verscheidene opperofficieren van leger en rijkswacht die in staat waren de situatie in het land te coördineren’. Er zou al een begin gemaakt zijn met de uitvoering van het plan, gezien het feit dat de Para’s begin 1985 ter beschikking van de rijkswacht waren gesteld. Opnieuw vielen de namen die kolonel Vernaillen al had genoemd, samen met een paar andere die in 1973 waren genoemd als leden van de toenmalige Blauwe Orde. Ook deze gesprekspartner koos uiteindelijk eieren voor zijn geld en weigerde ‘uit vrees voor zijn leven’ andere leden van Opus Dei bij naam te noemen.
Bij gebrek aan bewijs, gezien het feit dat niets deze informatie bevestigde, en omdat Dussart zijn woord had gegeven aan de twee figuren, werd er nooit een PV opgemaakt en hulde Dussart zich omtrent deze zaak in stilzwijgen. Een soortgelijke situatie had zich trouwens afgespeeld bij de BOB in Charleroi. Adjudant-chef Verdun was bij het onderzoek naar een ander trefpunt van Opus Dei, waarover gelijkaardige geruchten de ronde deden, op dezelfde problemen gestuit en had “de deur achter zich dichtgeslagen en de cel verlaten”.
Bron: Het Leugenpaleis van VDB, Hugo Gijssels (uitgeverij Kritak)