Wapendeskundigen laten zich niet opjagen door parket Nijvel – Expertise over Rüger .38 niet klaar
Het (zesde) deskundigenverslag over de Rüger .38 van Michel Cocu, waarop de Nijvelse procureur Jean Deprêtre wacht om de vijf verdachten vrij te laten is vrijdag niet afgeraakt. Volgens onze inlichtingen bracht de procureur des Konings van Nijvel vrijdag nochtans bezoek aan de Koninklijke Militaire School te Brussel, waar het wapen onderzocht wordt. Maar de drie militairen, geleid door professor kolonel Celens, willen zich niet laten opjagen. Twee dagen lang is er ernstig gewerkt aan de expertise van dat wapen, maar de concrete resultaten zijn er nog niet.
Het wapen afkomstig van verdachte Estiévenart en door diens echtgenote indertijd ingeleverd bij de rijkswacht, wordt algemeen de ‘Rüger .38 van Cocu’ genoemd. Het wapen zou gebruikt zijn bij de overval op de Delhaize van Genval-Rixensart op 11 februari 1983 en bij de overval op de Colruyt van Halle op 3 maart 1983, waar de uitbater werd doodgeschoten. Cocu heeft dit trouwens al twee keer bekend maar twee keer trok hij zijn bekentenissen in.
Deskundigenverslagen over het wapen zijn zeer tegenstrijdig: drie positieve, één weifelend en één negatief. Dat laatste, afkomstig van het Duitse BundesKriminalAmt in Wiesbaden, bleef maandenlang slechts vertaald in het dossier te Nijvel steken. Toen dit begin deze week aan het licht kwam werd een zesde commissie van wapendeskundigen aangeduid. Zowel het parket van Nijvel als dat van Dendermonde stellen volledig vertrouwen in dit trio, werkzaam als docenten op de Koninklijke Militaire School.
Procureur Deprêtre van Nijvel was zelfs zo positief over dit trio dat hij in het openbaar verklaarde dat, als het verslag van dit trio over de Rüger .38 ook negatief zou zijn, hij de vijf verdachten van Nijvel (Cocu, Baudet, Estiévenart, Vittorio en Bouaroudj op staande voet zou vrijlaten. Hij kondigde een eerste, summier, deskundigenverslag aan voor vrijdagavond. Maar het verslag is, zo vernemen wij uit zeer goede bron, niet rond geraakt. De experten vragen meer tijd. En vrijdagavond zaten de vijf verdachten nog altijd in de gevangenis van Nijvel, wellicht ten minste tot begin december, als zij weer voor de raadkamer moeten verschijnen.
Overigens heerst er nogal wat verwarring over de benaming van het betrokken wapen. ‘Rüger P38’ is verkeerd: de P betekent punt. Dat punt is een typische Amerikaanse maat-afkorting: zij vervangt de bij ons gebruikelijke komma na de nul en in het geval van .38 duidt zij dus honderdsten van een duim (inch) aan. Een .38 heeft dus een diameter van 9,067 millimeter. Het is gevaarlijk om te spreken van een P38 omdat er ooit wel een wapen heeft bestaan met die naam. In dat geval, het geval van de Walther P38, ging het niet om een maataanduiding maar gewoon om een merknaam. Het was het wapen dat in de Tweede Wereldoorlog door de Duitse officieren werd gedragen.
Bron: Het Laatste Nieuws | 22 november 1986
Parket-generaal van Brussel kende negatief verslag over Ruger .38
Het parket-generaal van Brussel weet al sinds half april 1986, dat de Duitse deskundigen een negatief verslag hadden opgesteld over de Ruger .38, het wapen waarmee Michel Cocu zou geschoten hebben bij de overvallen van de zogenaamde ‘Bende van Nijvel’ te Genval (11 februari 1983) en Halle (3 maart 1983, 1 dode). Maar de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Brussel werd daarover niet ingelicht. Dat heeft een onderzoek van de heer Joris, eerste voorzitter van de rechtbank van Nijvel, uitgemaakt.
Het wapen waarop de hele beschuldiging tegen Cocu en de vier andere Borains steunt, werd n januari 1986 overgemaakt aan het Bundes Kriminal Amt te Wiesbaden, samen met de schilfers van de kogels, teruggevonden te Halle en te Genval. Omstreeks 13 februari kwam het verslag uit Duitsland terug en omstreeks 6 maart stelde substituut de Prelle van Nijvel een nota op met een eerste samenvatting van die expertise, waarin duidelijk staat dat het negatief is.
Toen Cocu, heraangehouden op 21 maart 1986 in beroep ging tegen die aanhouding, bevond die nota zich bij het dossier, dat vanuit Nijvel werd overgemaakt aan het parket-generaal te Brussel, meer bepaald aan advocaat-generaal Jean-Pierre Jaspar, die het dossier Nijvel behandelt. Heeft hij die nota niet gezien, niet begrepen of achtergehouden? Feit is, dat het negatieve verslag niet werd medegedeeld aan eerste voorzitter Marc De Smedt, tevens voorzitter van de Kamer van Inbeschuldigingstelling te Brussel. Volgens onze inlichtingen is de heer De Smedt, die er intussen wel weet van heeft, woedend.
Zowel tegen onderzoeksrechter Schlicker als tegen procureur des konings Deprêtre werd ondertussen verzoek tot ‘gewettigde verdenking’ (eigenlijk: verdenking van vooringenomenheid) ingediend bij het Hof van Cassatie te Brussel door een paar van de advocaten van de Borains.
Bovendien is er op verzoek van de familie Cocu nog een nieuwe expertise van het wapen uitgevoerd door het Polytechnisch Instituut van Bergen. Het besluit is hetzelfde als dat van Wiesbaden: de hulzen die in Genval en Halle gevonden zijn, zijn wel afkomstig van hetzelfde wapen, maar komen niet uit de bewuste Ruger .38.
Meer en meer wordt verwacht dat Cocu en zijn vier lotgenoten zullen vrijkomen voor 4 en 10 december, data waarop zij normaal moeten verschijnen voor de raadkamer van Nijvel. Het enige wachten is nog op een wellicht allerlaatste expertiseverslag van de Koninklijke Militaire School te Brussel.
Bron: Het Laatste Nieuws | 27 november 1986