Buslik, Eaton en de schaduw van de CIA
De Amerikaan Jean-François Buslik, die vorige week voor de tweede maal in 5 jaar tijd werd aangehouden als mogelijk medeplichtige in een bomaanslag uit 1981 tegen leden van de Brusselse BOB blijft nog een week langer in voorarrest alhoewel de Raadkamer maandag jl. zijn in vrijheidstelling heeft aanbevolen.
Het parket tekende immers verzet aan tegen de beslissing van de rechtbank zodat de verdachte nog een enkele dagen in de nor moet wachten op het vonnis in beroep. De Kamer van Inbeschuldigingstelling (KIB) moet volgende week zijn vrijlating bevestigen ofwel het aanhoudingsmandaat toch verlengen.
Buslik is niet de enige Amerikaan die in de jaren 70 in Brussel woonde en die na 1980 in gerechtelijke midden herhaaldelijk maar dan wel met grote omzichtigheid vernoemd werd als een ongrijpbare man achter de schermen in tal van criminele dossiers.
Nog zo’n Amerikaan is Frank Eaton die ook vriend aan huis is bij de familie Buslik. Deze man speelt al lange jaren een belangrijke maar occulte rol zowel in politiemiddens als in het criminele milieu in ons land.
Eaton werd rond 1974 op de ambassade van de Verenigde Staten in Brussel aangesteld als 'speciaal agent' van het Amerikaanse ministerie van Justitie, meer bepaald belast met de drugsbestrijding in Europa. Hij was officieel een man van de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) en in die hoedanigheid was hij in de jaren 70 in Brussel belast met de organisatie van de samenwerking inzake drugsbestrijding tussen de politiediensten van België en de VS. Die functie bleef hij vanuit de VS-ambassade aan de Regentschaplaan uitoefenen tot hij, zoals we zullen zien, in juli 1979 in zeer zonderlinge omstandigheden werd teruggeroepen naar Washington.
Kissinger
Op beslissing van de toenmalige regering Nixon werd in de eerste helft van de jaren 70 het aantal attachés van de DEA in het buitenland enorm sterk opgevoerd. Van Amerikaanse zijde, zo schrijft de criminoloog prof. Cyrille Fijnaut in zijn boek "De Zaak François", werd in die tijd de internationale politiële samenwerking pas grootscheeps en krachtdadig aangepakt. De leiding van de ganse zaak berustte in handen van een regeringscommissie in Washington, de CCINC, waarvan Henry Kissinger, toen adviseur van Nixon voor de nationale veiligheid, vanaf ’71 voorzitter was. In deze commissie waren niet allen het ministerie van Justitie (de DEA) maar ook de CIA en het Pentagon vertegenwoordigd.
Van meet af aan, aldus nog Fijnaut, maakten de VS inzake de internationale samenwerking voor de drugsbestrijding geen onderscheid tussen politiek, militaire strategie en het eigenlijke politie-optreden. M.a.w. via de drugbestrijding werd de DEA in verschillende landen onder impuls van Washington eigenlijk betrokken bij allerhande militair-politieke manoeuvres.
Het hoeft om die reden dan ook niet te verbazen dat Frank Eaton als DEA-man in Brussel door menig Belgisch politieman al spoedig werd aanzien voor wat hij in werkelijkheid was, nl. een vertrouwensman van de CIA.
Actieplan
Eaton werkte van 1974 tot 1979 in Brussel een speciaal actieplan uit voor België dat was goedgekeurd door de hogergenoemde commissie-Kissinger. De DEA ging in tientallen andere landen op dezelfde manier te werk. De inhoud van deze "narcotics control action plans" (NCAP) was echter geheim. Men mag aannemen dat zelfs de Belgische regering van het DEA-actieplan voor België nooit werd in kennis gesteld.
Het kwam er op neer dat de Amerikaanse inlichtingendiensten via de DEA de drugsbestrijding aangrepen om zich met politieke oogmerken te mengen in het Belgische politie-optreden. En deze buitenlandse inmenging in zulke gevoelige sector verstrekkende gevolgen had zou enkele jaren later al blijken.
Begin ’74 hadden de DEA-agenten in Brussel, waaronder James Guy en Frank Eaton, al de opleiding in handen genomen van de speciale anti-drug agenten van de Belgische Rijkswacht. Ook bij de gerechtelijke politie gingen toprechercheurs, zoals Frans Reyniers en anderen, nauw samenwerken met Guy en Eaton. De gevolgen van die Amerikaanse beïnvloeding zijn tot op vandaag blijven doorwerken in de verschillende gerechtelijke diensten, niet het minst bij de rijkswacht. De malaise die verschijnselen zoals WNP, de diefstal bij de Dyane en de Bende van Nijvel in deze diensten later veroorzaakt hebben, kunnen niet helemaal los daarvan gezien worden.
De DEA leverde vanaf ’75 aan onze politiediensten niet alleen infiltranten die werden ingezet in het drugmilieu. Ook de Amerikaanse werkmethodes, zoals zuivere provocatie, werden hier ingevoerd alhoewel dit door de Belgische wetgeving verboden was. En vermits de DEA als enige op internationale schaal opereerde, traden Belgische recherchediensten, zoals het Nationaal Drug Bureau van Cdt. François bij de Rijkswacht en de informatiedienst van ons ministerie van Justitie, de BIC, binnen onze landsgrenzen bijna onvermijdelijk vaak op onder effectieve leiding van Eaton en de DEA.
Politieke fichier
De Belgische overheden, niet alleen de Justitie maar ook de politieke voogdij-instanties, verloren op die manier de controle over een belangrijk deel van de strijd van onze speurdiensten tegen de grote misdadigheid. Heel wat Belgische autoriteiten is het politiek belang van die machtsverschuiving ten voordele van de Amerikaanse ambassade jarenlang ontgaan.
Eén van de belangrijkste consequenties van dit optreden van de DEA was immers dat specialisten van de DEA, zoals Frank Eaton, op een politieke basisbevoorrechte en semi-clandestiene relaties konden aanknopen met tal van Belgische politiemensen. Na enkele jaren verzeilden het Nationaal Drug Bureau en de BIC in een schandaal waaraan de invloed van Eaton en de DEA lang niet vreemd was.
Ondanks vele hindernissen, vooral te wijten aan obstructie vanwege de nationale staf van de rijkswacht onder generaal Beaurir, kwam er in ’79 tenslotte een gerechtelijke onderzoek op gang tegen de illegale en ronduit criminele activiteiten van NDB en BIC. Daarbij kwam meteen de hoofdverantwoordelijkheid aan het licht van DEA-agent Frank Eaton, terecht bestempeld als de man achter de schermen en de ware opdrachtgever van Cdt. François.
Eaton had het NDB tal van dubieuze figuren aangesmeerd als informanten. Zij betrokken het NDB op hun beurt in regelrechte drugshandel. Het was ook Eaton die het NDB ertoe had aangespoord om zich in te laten met politieke aangelegenheden. Dat bleek toen in de kantoren van Cdt. François in de loop van het onderzoek ooit een politieke fichier werd in beslag genomen over figuren van de Belgische linkerzijde. Maar alles sporen van deze politieke activiteiten van het NDB werden nadien zorgvuldig uitgewist.
Kort na de start van het onderzoek tegen de NDB verdween Frank Eaton van het toneel. In juli 1979 werd hij plots teruggeroepen naar Washington. Kort nadien werd ook DEA-man James Guy in Brussel opgevolgd door Paul Egdon. Maar toen op het einde van het onderzoek, in oktober ’81, aanslagen werden gepleegd tegen verantwoordelijken van deze gerechtelijke enquête, werd Eaton in Brussel opgemerkt. Men ondernam pogingen om in de VS te achterhalen welke rol de DEA-man had gespeeld. Korte tijd later werd Buslik, de andere Amerikaan en een vriend van de BOB’er Bouhouche, een eerste maal gearresteerd als verdachte inzake de aanslagen. Hij bleef vier maanden in voorarrest maar werd nadien vrijgelaten.
Onschendbaar
Toen op 18 januari 1982 het proces François van start ging voor de correctionele rechtbank te Brussel verscheen de beklaagde nummer 12, Frank Eaton, niet in de beklaagdenbank. Op 10 november 1981 had de Amerikaanse ambassadeur in Brussel in een brief aan het openbaar ministerie meegedeeld dat Eaton als Amerikaans ambtenaar van het ministerie van Justitie diplomatieke onschendbaarheid genoot.
De Belgische justitie, zo verklaarde de procureur aan de rechtbank, wist daar voor de ontvangst van die brief niets van. De aanslagen van oktober ’81 tegen BOB-adjudant Goffinon en majoor Vernaillen, waarvoor Buslik tot op vandaag de enige verdachte is gebleven, vormden de eerste in een lange reeks onopgehelderde misdaden waarin rijkswachters in de daaropvolgende jaren betrokken werden.
Kort nadien, op 31 december 1981, werd in de centrale rijkswachtkazerne in Etterbeek ingebroken waar de speciale wapens van de anti-terreurgroep Dyane werden geroofd [Meer info » Forum]. Pas vijf jaar later, na de moord op FN-wapenhandelaar Mendez begin ’86, leidde de arrestatie van ex-BOB’er Bouhouche tenslotte naar de tweede arrestatie van zijn vriend Buslik.
De klok werd plots 5 jaar teruggedraaid want Buslik zit nu weer in de nor i.v.m. de aanslagen van oktober ’81. En dus dringt de vraag zich op wat er inmiddels van DEA-man Frank Eaton is geworden. Naar verluidt werkt hij vanuit Parijs en verder houdt hij nog steeds contacten in ons land. Zonder ernstig onderzoek naar de semi-clandestiene en politieke connecties van deze twee Amerikanen zal Buslik ongetwijfeld binnenkort voor een tweede maal op vrije voeten komen en blijven de aanslagen van ’81 wellicht voorgoed onopgehelderd. De erfenis van de beruchte zaak François dreigt in dat geval te blijven wegen op ons politiebestel.
Bron: De Morgen | Walter De Bock | 18 april 1986
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube