In 1947 werd door generaal de Gaulle het Rassemblement du Peuple Français (RPF) opgericht dat in de daaropvolgende jaren de belangrijkste rechtse en zelfs extreemrechtse oppositie vormde tegen alles wat links was in Frankrijk. Het RPF was niet echt een politieke partij, maar eerder een drukkingsgroep die in het bijzonder de communisten viseerde. Omdat het zich niet tot politieke actie beperkte werd de RPF voorzien van een Service d'Ordre (SO), een gewapende ordedienst die zo nodig kon ageren en infiltreren in de administratie en de politie. Daarnaast kon men ook overgaan tot gewelddadige actie.
Die infiltratie in de politie was overigens reëel. Via de politiecommissaris Jean Dides – die tijdens de oorlog collaboreerde, maar tevens voor de OSS werkte en later de CIA - werd ook bij de politiediensten gerekruteerd. De anticommunistische actie stond centraal en het hoeft dan ook niet te verwonderen dat heel wat collaborerende agenten van tijdens de Tweede Wereldoorlog via de RPF in de naoorlogse politiediensten werden gerecupereerd.
De SO rekruteerde evenwel voornamelijk bij rechtse verzetslieden en beschikte over een "Ecole de Formation des Cadres" waarin men paramilitair werd getraind. Van hen werd een "obéissance aveugle et une abnégation totale" geeïst. Financiering verkreeg het RPF via grote Franse en internationale ondernemingen, die in het RPF de mogelijkheid zagen om een politiek "rechts" Frankrijk te realiseren.
Maar het RPF hield echter in 1954 op te bestaan en de SO werd in 1958, na de geslaagde staatsgreep van Charles de Gaulle en de installatie van de 5de Republiek, officieel de Service d'Action Civique (SAC), opgericht door oudgedienden van de SO zoals Jacques Foccart en Charles Pasqua. Enkele getrouwen van de Gaulle maakten deel uit van de SAC: Naast Foccart en Pasqua die vice-voorzitter werd tot in 1968, waren ook Robert Poujade, Claude Labbé, Robert Frey belangrijke stichtende leden. Voorzitter was Pierre Debizet. De basisbeginselen van de SAC werden in 1959 als volgt gedefinieerd:
"…fidélité inconditionnelle au Général de Gaulle, lutte sans merci contre le communisme et le syndicalisme marxiste, instauration et maintien d’un Etat fort, défense des valeurs traditionnelles de l’Occident chrétien."
De oorlog met Algerije zorgde echter voor een schisma binnen SAC. Debizet stapte op, maar in 1968 nam hij opnieuw zijn plaats als voorzitter in. De gebeurtenissen in 1968 brachten de gelederen binnen SAC terug op dezelfde lijn. Uit trouw aan de Gaulle en het ultra-rechts waar hij voor stond, ageerde SAC op gewelddadige wijze op de studentenopstand, die zij aanzagen als een sociaalcommunistische en gauchistische dreiging. De Gaulle moest echter ditmaal definitief verdwijnen uit de politiek, maar SAC kreeg er een nieuwe erevoorzitter voor in de plaats, Georges Pompidou.
Vanaf 1969 werd Pierre Debizet secretaris-generaal en onder diens gezag werd SAC steeds meer onafhankelijk. De strijd werd vanaf dan in essentie een anticommunistische strijd. De middelen waarvan zij zich bedienden - parallelle politieke actie, infiltratie en geweld - maakte van de SAC een antidemocratische organisatie. Vanaf het post-de Gaulle-tijdperk ging SAC ook al maar meer rekruteren binnen neofascistische jeugd en oud-OAS strijders. De strategie van SAC was in geval van een rechtse regering, die zoveel mogelijk te ondersteunen en actie te voeren tegen subversieve elementen. In geval van een linkse regering was de opdracht van SAC die te destabiliseren door infiltratie en intimidatie door middel van geweld.
In de strijd tegen de subversie bood de SAC ook steun aan diverse andere organisaties waaronder de UNI (Union Nationale Interuniversitaire), opgericht door Jacques Foccart in mei 1968 met als doel de strijd aan te binden tegen de zogenaamde communistische en gauchistische universiteiten. Deze organisatie had internationale ambities, die het waar kon maken dankzij de bindingen met WACL. De SAC is een mooi voorbeeld van hoe de anticommunistische agitatie niet alleen in de marge van de officiële politiek plaatsvond, maar ook in haar schoot. Met de SAC zijn we tevens aanbeland bij de grootste geheime oorlog tegen het communisme in Europa, die van de stay-behind.
Bron: De netwerking van een neo-aristocratische elite | Klaartje Schrijvers
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube