Chris De Vleeschauwer: "De moord op mijn broer zal nooit worden opgehelderd, dat weet ik nu wel"
Chris De Vleeschauwer schreef een boek over de door justitie geautoriseerde moord op zijn broer
"Ik laat het los. De moord zal nooit worden opgehelderd. Ik zat enkel nog met dat verhaal." Chris De Vleeschauwer schreef met Tuchtdossier het eerste deel van een trilogie over de moord op zijn broer, een rijkswachter die eerst uit zijn dienst werd weggepest en vervolgens geliquideerd met een nekschot.
Peter De Vleeschauwer (37) zat in de avond van 14 november 1996 aan het onthaal van de rijkswachtkazerne in Sint-Niklaas. Hij werd rond kwart voor negen naar buiten gesleurd en in een BMW geduwd. Zijn liquidatie was het werk van een professional: een nekschot waarbij de kogel er tussen beide oogkassen terug uitkwam, zodat de speurders - als die het lijk al zouden vinden, en als ze ooit zouden gaan speuren - aan de slag moesten zonder ballistisch spoor.
De rijkswachter, vader van drie, wist dat hij zou worden vermoord. Hij diende twee dagen voor zijn dood bij de onderzoeksrechter klacht in na doodsbedreigingen. Volgens zijn verklaring was het steeds diezelfde tergend trage stem, aan de telefoon in de kazerne: "Peter. Nu. Dood."
Negentien jaar later komt zijn broer Chris De Vleeschauwer (53) met een boek, een eerste deel van een trilogie zelfs. "Ik heb het een tijdje losgelaten", zegt hij. "Ik heb in 2011 besloten om naar Santiago de Compostella te stappen. Ik heb er drie maanden over gedaan. Om te vergeten, en dat is gelukt. Later is het dan toch weer beginnen borrelen. Dus heb ik het allemaal neergeschreven, als fictie, op basis van al het materiaal dat ik had. Massa's papier, tienduizenden pagina's aan dossierstukken, verslagen."
Blame the victim
In het boek verplaatst de broer zich in het fictieve personage van de gelijknamige Chris, een gelijknamige jonge recruut bij de recherche van de rijkswacht in Sint-Niklaas die vanop de eerste rij meemaakt hoe de militaristische hiërarchie in de weken na de verdwijning een marsorder uitvaardigt. Dat deze De Vleeschauwer, het kan niet anders, zijn verdwijning zelf in scène heeft gezet. Dat er een intern tuchtdossier is dat de man linkt aan bordelen, drugshandelaren en de internationale plutoniumzwendel. Dat hij nu vast ergens aan de andere kant van de wereld aan een strand ligt te nippen aan een Pina Colada. Hoe niemand, helemaal niemand, er ook na de vondst van het lichaam toe komt de enige mogelijke evidentie uit te spreken.
Welke crimineel, hoe onbesuisd ook, haalt het in zijn hoofd een politieman te schaken in z'n politiekantoor? Hoe konden de daders ruiken dat De Vleeschauwer daar die avond alleen zat en niet omringd door een paar kleerkasten en scherpschutters? Waarom, als ze hem moesten hebben, niet wachten tot hij een kwartier later op zijn fiets in het donker naar huis zou pedalleren?
Chris De Vleeschauwer is nog altijd de montere look-a-like van gewezen Rode Duivel Geert De Vliegher. Hij heeft vijftien jaar gewijd aan het zoeken en is vandaag tot het inzicht gekomen dat het voor niks is geweest. "Ik heb het losgelaten. De moord op mijn broer zal nooit worden opgehelderd, dat weet ik nu wel."
Ik herinner me je, vijftien jaar geleden. Je had thuis een muur vol dossiers staan waarin alleen jij de weg wist. Je vrouw en je kinderen zaten in de living Thuis te becommentariëren.
"Ik ben ondertussen gescheiden. Deze zaak heeft een groot deel van mijn leven beheerst, en kapot gemaakt, normaal de mooiste jaren. Mijn kinderen waren nog klein. Ik weet nog hoe we die eerste keer op reis gingen, we hadden nog geen gsm. Ik ben er één gaan lenen, want er was gezegd dat er een 'belangrijk bericht' zou komen van het parket. Wéér een piste waar ze zogezegd mee bezig waren. Ik heb de hele reis die gsm geen seconde uit het oog verloren. Er is natuurlijk nooit iets van gekomen."
In de eerste jaren na de moord werden elke keer op 14 november onschuldige mensen gearresteerd en nachten aan een stuk ondervraagd om ze tot een 'bekentenis' te brengen.
(knikt) "Ik was vierendertig toen Peter werd vermoord. Ik was naïef, zoals het personage in het boek. Ik voelde wel hoe wij tegen muren opliepen. Van de ene procedure in de andere, altijd weer. Gewoon om onze rechten te laten gelden. We voerden rechtszaken die niet nodig hoorden zijn. We moesten de hele tijd de Belgische staat dagvaarden, en dat is afmattend. Als ik er nu op terugblik, zie ik dat het parket van Dendermonde erop heeft gespeculeerd dat we zouden afhaken. Nog steeds vragen mensen mij hoe het nu staat met 'die zaak'. Of daar nog iets mee gebeurt? Wat je vaak hoort: 'Het zal wel nooit uitkomen, zeker?' Of: 'Gij weet toch ook wel wie er achter die moord zat?' Ik kan nu zeggen: lees het boek."
Je personages zijn voor wie het dossier kent zo herkenbaar dat je je afvraagt waarom je ze een andere naam gaf.
"In september 2011 ben ik met advocaten Walter Van Steenbrugge en Christine Mussche een hele namiddag lang een uiteenzetting gaan geven voor het parket-generaal in Gent. De hele top zat daar, en ze liet ons praten. Alles aan wat wij als onvolkomendheden in het onderzoek beschouwden kwam aan bod. Wij hebben er daarna niks meer over gehoord. Na een half jaar kregen we nog altijd geen antwoord. Ik heb dan aangekondigd dat ik het dossier openbaar zou maken in een boek. Toen kwam er plots wél reactie: 'Als u dat doet, mijnheer De Vleeschauwer, dan gaan we u dagvaarden voor schending van het geheim van het onderzoek.' Ik had dat al eens meegemaakt, zoals je weet. Ik wou niet nog eens daar in dat beklaagdenbankje gaan zitten.
"Ik zie mezelf niet als schrijver. Een schrijver vertrekt vanuit een kunde, en moet op zoek naar een verhaal. Ik had enkel een afschuwelijk verhaal waarbij ik geen plot of personages moest verzinnen. Ik moest me enkel het schrijven eigen zien te maken. En zo heb ik het boek geschreven, op mijn manier, mijn tempo en mijn stijl. Het was therapeutisch. Het verwonderde me dat ik er zoveel genoegen aan beleefde. Op sommige dagen kreeg ik geen woord geschreven, op andere vloeide het eruit. Het resultaat was meer dan duizend pagina's. De uitgever stelde voor om het in drie te kappen. Vandaar: een trilogie."
Eens stopt het. Wat ga je daarna met je leven doen?
"Misschien stap ik opnieuw naar Cabo Fisterra, honderd kilometer voorbij Santiago de Compostella."
Peter De Vleeschauwer leefde al maanden in onmin met de meeste van zijn collega's in de brigade Lokeren, die het hem kwalijk namen dat hij actief was bij Agalev (Groen), dat hij ageerde tegen een bedrijf dat giftige smurrie in de Durme loosde en waarvan de zaakvoerder ook nog eens nauwe banden met zijn chef. Er werd hem verweten dat hij mensen met een ander kleurtje aan het onthaal correct te woord stond. Hij was na een pestpetitie weggestemd en tijdelijk overgeplaatst naar Sint-Niklaas. Zijn moordenaars maakten één fout. Ze overschatten de stroming van de Schelde, waarin ze zijn lichaam dumpt. Het was verondersteld de zee in te drijven, maar kwam na zes weken boven water.
Pas jaren later ontdekte je dat de dreigtelefoon was gekomen via een niet-traceerbare militaire lijn. Dat valt zo op, hoe zelfzeker de moordenaars waren. Ze hebben altijd geweten dat ze niks te vrezen hadden.
"Weet je nog, die neergeschoten agente, Kitty Van Nieuwenhuyse? Het land was te klein. Men is tot resultaten gekomen, en gelukkig. Omdat zoiets gruwelijks, moord in koelen bloede op een agent of op een burger kan nietstraffeloos blijven. En wat zien we hier?"
"De titel 'Tuchtdossier' dekt twee ladingen. In het onderzoek heerste strikte hiërarchie, tucht. De codenaam voor het team dat in mijn boek naar de verdwenen rijkswacht moet gaan zoeken luidt 'cel-Follow' (in het echt cel-Drill, ddc). De cel moet de leiding volgen. Geen eigen interpretatie, geen kritische geest. Men volgt slechts de hypothese die is opgelegd door de hiërarchie. Daarnaast is er het geheime tuchtdossier, een dossier dat zogezegd moest verklaren waarom Peter geen kant meer op kon."
Wat interesseert je meer: de naam van de moordenaar of die van de regisseur?
"De grootste misdaad waar wij mee worden geconfronteerd is niet de moord op zich, maar het feit dat ze niet mag opgehelderd worden. Voor de samenleving lijkt zoiets mij een grotere bedreiging. Het feit dat dat onderzoek met opzet de verkeerde richting is uitgestuurd, betekent dat deze misdaad vandaag nog steeds aan de gang is."
"Ik zit sinds 2008 thuis, op invaliditeit. Het vrat aan me. Weet je wat de finale klap gaf? Dat tuchtdossier. Na meer dan elf jaar wachten kregen we eigenlijk een kopie van het document waar men zo gewichtig over had gedaan. Er stond in dat dossier helemaal niks, nul. De machinatie was nog veel verder gegaan dan ik ooit had kunnen vermoeden. Ik was daar ziek van, ik niet alleen trouwens. Er wordt veel gesproken over advocaten en hun erelonen, maar ik wil wel eens hardop zeggen dat Walter Van Steenbrugge en Christine Mussche mij sinds 1996 nog geen euro hebben aangerekend. Het is allemaal vrijblijvend gebeurd. We hebben destijds een kopie van het dossier moeten kopen, in die tijd 1.250 euro. Walter heeft dat betaald. Alle kosten voor dagvaardingen en procedures hebben zij op zich genomen."
Loopt het onderzoek nog?
"Het staat nog 'open', zoals dat heet. Men is er 'mee bezig'. Ik heb de vraag in 2011 gesteld aan raadsheer Henri Heimans: 'Sluit dat toch af.' Juridisch kan het blijkbaar niet. Zolang er geen daders zijn, blijft de verjaringstermijn lopen."
"Heimans heeft in 2009 aangekondigd dat hij de review-methode ging toepassen. Hij is met een heel team naar Nederland getrokken om er te praten met een cel die niks anders deed dan cold cases herbekijken en van nul herbeginnen. Er zijn toen in Brussel drie misdaadanalysten aangesteld. Dat is nu ook weer zes jaar geleden, en we zijn nog steeds aan het wachten. Misschien zitten zij daar al zes jaar te analyseren (lacht). Nu ja, ze hebben nog elf jaar de tijd want de zaak verjaart pas in 2026."
Voor het eerst in al die jaren kun je erom lachen.
"Ik moet ook verder blijven leven hé."
Je kunt met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid stellen dat onder ook de moordenaars van Peter De Vleeschauwer dit weekend het boek zullen kopen. Een beetje profiler haalt hun namen met het grootste gemak uit het dossier, al mag je dat niet hardop zeggen, en zul je daar zeker Chris niet op betrappen. "Ik hoop ergens ook dat het boek zoiets te weeg kan brengen. Dat mensen wroeging krijgen, misschien. Maar eerlijk: echt hopen kan ik niet meer."
Wat vertelde jij de andere wandelaars op weg naar Santiago de Compostella over jezelf?
"Ik heb nooit zoveel gelogen als in die drie maanden. Ik zei dat ik een sabbatjaar had genomen en vijftig was geworden. Ik kwam er direct mee weg (lacht). Zo'n gesprekken zijn wat oppervlakkig, behalve bij mensen die van thuis uit zijn vertrokken, die haal je er snel uit. Er zijn er maar weinig die van thuis uit vertrekken en dat zijn altijd mensen die hier met een reden aan zijn begonnen. Die iets hebben meegemaakt, net als jij. Die tref je ook. Dan zit je daar samen wat te schreien. Ik heb in het begin afgezien, ik heb mijn kinderen keihard gemist."
Hoe zou je leven zijn zonder de moord?
"Er is enorm veel tijd verloren gegaan aan iets dat achteraf zinloos is gebleken. Oké, je kunt voldoening halen uit de gedachte dat je dit voor je oudere broer hebt kunnen doen, maar daar schiet je niks mee op. Ik ben er wel van overtuigd dat als de rollen omgekeerd waren geweest Peter juist hetzelfde zou hebben gedaan."
Je hebt deze zomer een drenkeling uit de Durme gered, toch?
"Ja, weer zo'n zot verhaal, waarvan je denkt: waarom ik weer?" (lacht) "Het was in het centrum van Lokeren, aan de brug over de Durme. Er stonden tien mensen te roepen: 'Er ligt iemand in het water!' Eén vrouw stond klaar om in het water te springen, maar durfde dat niet alleen aan. Ze vroeg me of ik kon zwemmen. Ik sprong in het water, tot bij dat lichaam, een Noord-Afrikaans type dat er een eind aan wou maken. Ik draaide het lichaam om, en die vrouw was intussen ook gesprongen. Ik zwom de Durme over met dat lichaam, tilde het op de kant."
"We kregen 'm eerst niet uit het water, met wat hulp van omstaanders dan toch. Ik ben zijn borst wat beginnen masseren, tot hij begon te braken. Hij leefde nog. Goed, ik was zeiknat, was aan een douche toe, gaf mijn nummer nog aan de wijkagent die er bij was komen staan. 's Avonds op TV Oost, groot item: 'Zwangere vrouw redt drenkeling uit de Durme!' Commissaris Van Avermaet kwam aan het woord en kondigde aan dat de vrouw bij de gemeente zou worden voorgedragen voor een medaille Moed en Zelfopoffering."
"Ik bel die commissaris en die zegt: 'Ah was jij die tweede persoon? We hadden daar iets over gehoord, maar we wisten niet wie het was.' Hij kondigde aan dat ze dit diréct gingen rechttrekken. Wat uiteraard nooit is gebeurd. Achteraf verneem je dat het hele tafereel is gefilmd door een veiligheidscamera, dat de dispatcher alles heeft zien gebeuren en dat de informatie naar de media toe is gestuurd vanaf de Facebook-pagina van de Lokerse politie. Die medaille is overigens nooit uitgereikt, ook niet aan die dame."
Peter wordt negentien jaar na zijn dood nog steeds gepest?
"Het voorval deed mij beseffen dat het daar nog steeds hangt, dat het nog leeft. En dat maakt je op zo'n moment weer even bang."
Bron: De Morgen | Douglas De Coninck | 11 november 2015
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube