Karl Delombaerde was volgens Latinus' moeder de enige in wie haar zoon vertrouwen had, maar Delombaerde vertelde mij [Hilde Geens] dat hij niets snapte van de dingen die Latinus deed. Libert was de commandeur van de WNP gaan zoeken in een van de nazikringloopwinkels die er rond 1980 nog bestonden. Hij was naar de Hertog Jan van Brabant gestapt, een vereniging van gewezen oostfronters, en had aan de secretaris gevraagd of hij geen officier kende die zijn ideaal trouw was gebleven. Die was met de perfecte ideoloog komen aanzetten.
Delombaerde vond het ook bizar dat Latinus eerst een organisatie had opgericht en pas een jaar later een ideoloog was gaan zoeken, maar dat zou hem worst wezen. "Zolang ik zelf recht in mijn schoenen sta, kan het me niet schelen of ik al dan niet gemanipuleerd word", zei hij tegenover Hilde Geens.
De commandeur wist niet wat het doel was geweest van de groep. "Op dat punt bleef Paul in het vage." Delombaerde zag de WNP als een papieren organisatie, waarin alles nog moest gebeuren. Michel Libert had cursussen Keltische filosofie gegeven en een enorm schema uitgestippeld van wie wat moest doen, met een eigen inlichtingen- en politiedienst, en activiteiten op scholen en universiteiten, maar daar was niks van gerealiseerd. De WNP, dat waren de plannen van Michel Libert. Michel Libert was de WNP.
De vuilniszakken vol steekkaarten met persoonlijke gegevens over iedereen die iets te betekenen had in België, hoorden volgens Delombaerde bij de make-up. "De meeste fiches hadden we niet zelf opgesteld. We kregen ze van bevriende of verdwenen organisaties." Dat laatste was een eufemisme. Marcel Barbier bekende tijdens zijn verhoor dat hij het kaartsysteem van het Front de la Jeunesse gejat had voor de WNP, en FJ-leider Francis Dossogne herkende zijn verdwenen klappers toen de speurders ze toonden. Dat archief was een "windscherm om de mensen met wie we te maken hadden de indruk te geven dat we een ernstige beweging waren", zei Delombaerde.
De commandeur was na de oorlog ter dood veroordeeld, maar in 1951 vrijgekomen. In de tweede helft van de jaren 80 woonde hij in een oud flatgebouw in de buurt van de Louizalaan. Op tafel lagen glacépapieren extreemrechtse tijdschriften Delta en Eléments in nette klappers. Op een rek stond een rij boeken. Hij zag me [Hilde Geens] kijken. "De Tischgespräche met de Führer kan ik u warm aanbevelen. Elke alinea is op zichzelf een boek waard." Delombaerde had gevochten aan het Oostfront en zijn bijnaam in de oorlog was Trompe la Mort geweest, de man die de dood voor schut zet. Hij had een lang Modigliani-gezicht, zijn moeder was half Javaans.
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube