Ridderorde gesticht in 1964 door UCL-studenten, met steun van rector Waeyenbergh en onder toezicht van monseigneur Fernand Cammaert. Ze had als leden, o.a., Paul Vankerkhoven, Richard Van Wijck, Vincent Van Den Bosch, Giorgio Gherardi Dandolo, Jacques Jonet, Nicolas de Kerchove, Gérald Wailliez, Julien Vanderbeken, Robert Remy en Charles Verpoorten. De objectieven waren opusiaans:
"le chevalier de l'Ordre doit définitivement consacrer sa vie au combat pour l'eglise, le Pays et la Chrétienté. Il s'engage totalement à rendre à la chevalerie la place qui lui revient dans le contaxte politique et social de notre temps, pour l'extension ici-bas des frontières du Royaume de Dieu".
De methodologie bestond uit infiltratie van alle maatschappelijke lagen ("créer des zones d'influences, de controle ou de direction, personnelles ou collectives, officielles ou officieuses, dans les secteurs les plus variés de la vie politique, sociale, académique, économique, culturelle ou caritative."). Ze waren vooral actief via de Cercle Culturel de la Cambre. Een aantal leden van de Orde speelden een belangrijke rol in de Paneuropese organisaties AESP, MAUE, IEPS, ...
Volgens journalist Pierre Péan was de Ordre du Rouvre immers een instrument van de Cercle Pinay, waarbij Jonet optrad als intermediair met Otto von Habsburg (PEU). Ook de Rouvre-ridders Vankerkhoven en Van Den Bosch zetelden op belangrijke plaatsen in de Belgische secties van de beweging von Habsburg. De Ordre zou vervolgens leiden tot de Cercle des Nations in 1969.