In zijn boek geeft David aan dat één van de daders een jute zak droeg met de afbeelding van een posthoorn.
"Eén van de gangsters, die met de zwartepietenpruik, is opvallend groot. Zijn kleren zijn smerig - alsof hij zijn 'vuile kleren' heeft aangetrokken voor een klusje. Hij draagt een lange, donkere vest, waarvan de mouwen zijn afgescheurd, en veiligheidsschoenen met een versterkte top (...). Onder zijn openwapperende vest draagt hij een bruine gordel met granaten, en een groot mes. Hij heeft een riotgun en een tweeloop vast, wapens waarmee je buffels kan neerleggen, maar hij schier ermee met één hand, alsof hij een speelgoedgeweertje vast heeft."
"Hij - de grote - is de enige die ik me nog scherp voor de geest kan halen, de andere zijn vage schimmen in mijn hoofd. Hun gezicht is donker geverfd met bruine schmink, ik zie het verschil met hun witte huid in de nek."
"Daar komt de derde gangster al aan, de grote. Hij zet een bruine jutten zak met de afbeelding van een posthoorn neer, pakt zijn tweeloop en mikt op ons. Ik kijk recht in de tweeloop, die vooraan scheef en slordig is afgezaagd. Wat opvalt aan de gangster zijn zijn ogen : die staan wagenwijd open, zonder knipperen. Er komt lichtbruin haar van onder de pruik. De sjaal voor zijn gezicht zakt half naar beneden. Ik zie een benig gelaat en een bruine behaarde wrat op zijn bang, naast zijn neus. Hij grijnst. Bam! Hij schiet."
Uit : Niet schieten! Dat is mijn papa.
(...) Ik heb een van de daders [van de overval in Aalst] beschreven, met de pukkel op zijn wang. Ik heb er achteraf Patrick Haemers in herkend. Jaren geleden al heb ik dat aan de speurders gezegd en hebben ze me vierkant uitgelachen. Eén van speuders beweerde dat het Haemers niet kon zijn, omdat die op dat ogenblik in de gevangenis zat. Pas veel later kwam ik erachter dat dat niet het geval was. Haemers had op 4 november 1985, vijf dagen voor de overval in Aalst, nog een postwagen in Verviers overvallen.
Een postwagen: dat is nog zo'n vreemde toevalligheid. De man die op mij heeft geschoten, droeg een juten postzak met een zwarte posthoorn. Commissaris Eddy Vos wil niet te diep ingaan op mijn opmerkingen over Patrick Haemers. Hij wil alleen kwijt dat er destijds onderzoek naar Haemers is gevoerd maar dat er "geen materiële elementen" zijn gevonden die hem in verband brengen met de Bendeovervallen.
Uit: "Niet schieten, dat is mijn papa!"
Ik heb eens gezocht naar zulke postzak met een posthoorn maar vind daar voorlopig geen enkele foto van. Wat ik van Belgische postzakken uit de bendeperiode gevonden heb is hieronder te zien. Ook in de bewijskamer van de CWB zijn dezelfde postzakken te zien. Kan er iemand bevestigen dat de Belgische of buitenlandse postzakken een afbeelding van een posthoorn hadden? Zou de zak die David gezien heeft niet eerder een niet-officiële zak kunnen zijn die bijvoorbeeld tijdens Sint-Maarten door de pieten gedragen worden?