Claude Dery werd als wapendeskundige ingeschakeld. Hij was de gebruikte munitie maar twee keer in een dodelijke afrekening tegengekomen. De expert wilde voor het assisenhof niet zeggen in welke. Die zaken waren niet afgehandeld en vielen onder het geheim van het onderzoek.
Toen Hilde Geens hem na het proces opzocht, gaf hij dezelfde uitleg: preciseren in welke andere dossiers hij de zeldzame kogels van de dubbele moord in de Herderliedstraat was tegengekomen. Die zaken waren niet afgerond. Het wapen kon hij ook niet bepalen, want er was geen enkele streep intact gebleven op de kogels die hij onderzocht had, en zelfs het kaliber was onzeker.
Twee schietinstructeurs bij de gerechtelijke politie bevestigden wat Hilde Geens in het dossier van de dubbele moord gelezen had: ambachtelijke kogels van dat lichte kaliber worden al vijftig jaar niet meer geperst. Een gepensioneerde wapenhandelaar gaf me in Limburg onder een Romaanse kerktoren een spoedcursus over artisanale laadapparatuur. Hij bekeek de lijst met wapens en munitie die bij Barbier inbeslag waren genomen, en klasseerde de WNP-leider:
"Een amateur, zo ken ik er dertien in een dozijn. Maar de artisanale kogels kloppen daar niet mee. Loden kogels zijn zo goedkoop, waarom dan de moeite nemen om ze zelf te maken? Je hebt een kruitweegschaal nodig, een pan om lood te smelten, een gietmal waar je je warme metaal in giet, en een koer of tuin zodat je de gifdampen niet inademt. Loden ballen hebben een paar voordelen. Ze berokkenen grote schade, dempen het geluid van een schot en ze zijn veel zachter dan fabriekskogels en daardoor voldoende vervormd om weinig of niets te vertellen over het wapen dat ze afvuurde."
"Dat zijn geen voordelen voor een amateur. Is het dat wat niet klopt?" vroeg Hilde Geens. "Die moord is niet het werk van een dilettant?"
"Die moord? Dat weet ik niet, maar de kogels zijn dat niet, dat weet ik wel. Het wapen dat gebruikt is, is vermoedelijk kaliber 7.65. Die zijn in de jaren 70 massaal in onderdelen buiten gesmokkeld uit de FN-ateliers in Luik, waar half Limburg ging werken. De stukken waren niet genummerd. Eens buiten de fabriek werden ze ineen geflanst en verkocht op de zwarte markt. Ik heb klacht ingediend en de BOB begon een onderzoek. Het duurde geen week of de vakbonden maakten kabaal en het onderzoek viel stil. Je kunt je te pletter zoeken naar de eigenaar van zo'n courant wapen."
Ter info: een politieman omschreef de 7.65mm als iets "typisch voor amateurs in de periode van de dubbele moord voor de politiediensten, in het bijzonder voor de BOB, die net dan overschakelde op zwaardere wapens".
Over het moordwapen: ondanks het feit dat Latinus aan Marnette vertelde waar hij het wapen had gedumpt (in de Dijle in Waver), heeft Marnette er nooit achter gezocht.
Waarom hebt u het moordwapen niet gezocht? Latinus had verteld van welke brug in Basse-Wavre hij het in de Dijle gegooid had.
Marnette: "Ik stel me daar ook veel vragen over."
U hebt toch beslist om niet te zoeken.
Marnette: "Daarover zal ik op zekere dag zeggen wat ik daarover te zeggen heb."
U bent de politieman, en u zoekt het moordwapen niet, terwijl u weet waar het ligt. Als u een uitleg hebt, geef hem dan. En waarom hebt u de leverancier van de kogels niet gezocht?
Marnette: "Omdat ik geen toelating kreeg."
Wie kon u verbieden om uw werk te doen in een dergelijk belangrijk dossier?
Marnette: "Het parket... de onderzoeksrechter..." Mamette haalde zijn schouders op en keek weg.
Het parket? Wie van het parket?
Marnette: "Er had zo veel moeten gedaan worden in die zaak. Er had meteen een reconstructie moeten gebeuren."
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube