Over het onderzoek naar de diefstal van wapens bij de Groep Diane:
De naam van Godin valt in diverse processen-verbaal, maar telkens zonder enige verwijzing naar zijn extreem-rechtse gezindheid. Ten eerste stond hij met Demol op het lijstje met 5 (ex-) rijkswachters ten aanzien van wie volgens een proces-verbaal van de BOB te Brussel - op of omstreeks 22 januari 1982 werd beslist dat er bij hen huiszoeking moest gebeuren. Zoals in de vroegere dossier-analyse al werd aangegeven, werd in dit proces-verbaal niet aangegeven waarom juist ook bij hen huiszoeking moest worden gedaan. Ook is toen beschreven dat bij Demol uiteindelijk geen huiszoeking is gedaan, met als motief dat hij ondertussen reeds werkzaam was bij de gemeentepolitie van Brussel.
Ten tweede werd Godin door twee andere rijkswachters die werden verhoord, getipt als de mogelijke dader van de diefstal. De ene verklaarde op 26 januari 1982: Persoonlijk heb ik maar aan één iemand gedacht, een zekere Godin die het SIE meer dan een jaar geleden heeft verlaten." De andere zei op 27 januari 1982: "Zoals velen bij ons, heb ik wel degelijk aan een voormalig SIE-lid, een zekere Godin, gedacht." Waarom, of hoe en wat, werd verder niet geacteerd.
Ten derde werd Godin door de BOB van Brussel op 22 januari 1982 gehoord. Ook werd er bij hem - met zijn toestemming - huiszoeking gedaan, maar er werd niets verdachts aangetroffen. Hij bleek overigens België niet te hebben verlaten, maar te werken bij een bepaalde verhuisfirma en als zodanig werkzaam bij de verhuisdienst van de EEG. Of er niet meer en indringender onderzoek naar de eventuele rol van Godin is gedaan, valt uit de processen-verbaal niet op te maken. Evenmin werd er in het proces-verbaal van zijn verhoor iets gezegd over mogelijke politieke affiliaties van Godin. Merkwaardig is tenslotte ook dat hij in de kantlijn wordt geïdentificeerd als Claude Godin, en in de tekst als Jacques Godin.
In de eerdere dossier-analyse werd al opgemerkt dat Bouhouche betrokken was bij een (vruchteloze) huiszoeking bij een bepaalde wapenhandelaar in Nijvel. Opmerkelijk is dat zijn naam verder alleen nog prijkt in het proces-verbaal van verhoor en van huiszoeking bij de zoëven genoemde Godin. Dit roept natuurlijk de vraag op wie er heeft bewerkstelligd dat de huiszoeking bij Demol geen doorgang vond.
Wetenswaardig in dit verband is verder ook dat bij de controle van een Italiaanse figuur die - kennelijk blijkens een tip - mogelijk wapens van de groep Dyane het land uit zou kunnen smokkelen, aan de grens met Frankrijk, Christian Amory - toen nog lid van de BOB van Mons - een van de twee rijkswachters was die deze controle uitvoerden. En dit gegeven brengt ons als vanzelf bij de vraag of Amory ook was betrokken bij de huiszoeking die in 1981 bij Godin werd uitgevoerd in het kader van het onderzoek naar de diefstal van de mobilofoon bij de groep Dyane. Bouhouche was overigens niet een van de verbalisanten in dit geval. Zie het PV 451, 22-1-1982, BOB Brussel.
Zoals er in de processen-verbaal dus met geen woord werd gerept van de (extreem-rechtse) politieke opvattingen van rijkswachters als Godin en Demol, zo werd er in deze stukken ook niet expliciet verwezen naar het feit dat het doen en laten van een bepaalde rijkswachter nader werd onderzocht, omdat hij lid van het nationaal drugsbureau was geweest. Niettemin werd er in een proces-verbaal wel terloops melding van gemaakt dat de betrokkene vertrouwd was met de Mazda die was gestolen en waarmee waarschijnlijk de wapens waren vervoerd, omdat hij een tijdje bij het NBD had gewerkt.
Bron: Verslag Tweede Bendecommissie (bijlage 5)
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube