In 1971 werd Emile Lecerf hoofdredacteur van Nouvel Europe Magazine (NEM), en volgde hiermee Jo Gérard op. In diezelfde periode kwam de uitgeverij van NEM, Compagnie Internationale d’Edition Populaire (CIDEP), in handen van Benoit de Bonvoisin. Dat persorgaan werd in 1944 door Pierre Blanc opgericht onder de naam Grande Bretagne. Later veranderde de naam opeenvolgend in Europe-Amérique, Europe Magazine en Nouvel Europe Magazine. Lecerf werkte reeds mee aan het tijdschrift toen hij nog militeerde voor Jeune Europe, maar onder verschillende pseudoniemen: Lecour, Coriolan en Fetchire.
Vanaf het leiderschap van Lecerf werd aan de naam Nouvel Europe Magazine ook het volgende zinnetje toegevoegd: "La voix de la majorité silencieuse" waarbij hiermee het volgende werd bedoeld:
"Elle est la communauté informelle de ceux qui sont contraints au silence parce que victimes d'un monde où les valeurs sont confondues et les idéaux prostitués. Il est de bon ton , en effet, alors que la chape du silence s'abat sur Saigon la rouge ou Bissau la noire, de se proclamer marxiste mais il est interdit de se dire 'fasciste', et de citer ces martyrs du panthéon de la droite: C. Codreaunu, José-Antoni Primo de Rivera, Joris van Severen, Paul Hoornaert ..."
Naast de twee vaste medewerkers Emile Lecerf en Robert Franchimont is het ook interessant om enkele illustere externe medewerkers te vermelden. Zo leverden op onregelmatige basis de volgende figuren een bijdrage in NEM: de historicus Jacques de Launay (vertrouwensman van de CIA en andere inlichtingendiensten), kolonel Georges de Lovinfosse (ex-agent voor de SOE), generaal Emile Janssens, Suzanne Labin en professor Flor Peeters. Ook André Moyen onder zijn pseudoniem Capitaine Freddy schreef geregeld voor het blad. Toen het nog Europe-Amérique heette leverde een artikel van hem het blad en zijn uitgeverij een rechtzaak op wegens antisemitische en rassistisch getinte uitspraken, laster en eerroof.
Onder leiding van Lecerf nam NEM uitbreiding en diverse lezerskringen, namelijk de NEM-clubs, werden opgericht (1972). Naast legerofficieren (zowel de nog actieven als die uit de Nationale Unie der Reserveofficieren) maakten ook de leden van de Jeunesse Belge/Belgische Jeugd deel uit van de NEM-clubs. De JBJ werd in 1968 opgericht te Brussel door ridder Jean Breydel (lid van de Cercle des Nations) en genoot vanaf het begin de steun van een aantal vooraanstaande conservatieven zoals Paul Vanden Boeynants en Jo Gérard. De NEM-clubs fungeerden als vriendenkring en pressiegroep, en organiseerden voordrachten. Tot de gastsprekers behoorden tal van extreem-rechtse individuen, onder andere eregeneraal Emile Janssens (ex-lid van de Parti National) en Jo Gérard (CEPIC-lid).
De jongeren uit de NEM-clubs richtten in 1973 trouwens het Front de la Jeunesse op, met inplantingen in Brussel, Luik, Charleroi, Namen, Antwerpen, Gent en Oostende. Het Front de la Jeunesse kwam onder leiding te staan van Francis Dossogne, licentiaat in de pers- en communicatiewetenschappen, die trouwens over de NEM-clubs een licentiaatsverhandeling schreef. Hierin stelde hij onomwonden de visies van NEM:
"Tout à tour, le CEM se montre: monarchiste, catholique, intégriste, conservateur, fascisant, libérale, xénophobe, antimaçonnique, nationaliste, européen, anti-américain, ... répondant sans doute ainsi à un public de droite hétérogène."
NEM omschreef zichzelf als een grote familie bestaande uit een sociale, intellectuele of militaire elite van oud-kolonialen, integristische katholieken, Oost-Europese vluchtelingen, officieren bij de parachutisten, oud-Oostfrontstrijders, authentieke verzetslui, ... Vanaf maart 1972 doorkruiste Emile Lecerf heel het land om het lezerspubliek van NEM te structureren in NEM-clubs, waarin de lezers elkaar en hun standpunten beter konden leren kennen. Naast de Vlaamse steden Gent, Antwerpen en Leuven was Brussel vertegenwoordigd en waren vooral in de Waalse steden NEM-clubs opgericht: Luik, Doornik, Bergen, Charleroi, Namen, Aarlen en Marche-en-Famenne.
NEM appeleerde rechtstreeks aan een elite met een heilig plichtsbesef, zonder de welke de wereld zou vergaan. Europa moest overwinnen! Het manifest van NEM hernam in ieder geval de 25 punten voor "la Renaissance Européenne". Gaandeweg begonnen de NEM-clubs zich ook politiek te manifesteren en traden naar buiten met pamfletten, affiches en zelfs betogingen. Intern werd NEM politiek gestructureerd in een Front de la Jeunesse, dat bestond uit jongeren die getraind werden in gewelddadige actie, en de Forces Nouvelles, een politieke partij die zich op de verkiezingen richtte. Vanaf 1975 zouden de NEM-clubs gaandeweg verdwijnen, althans onder die naam.
In een niet gedateerd document van één van de NEM-clubs lezen we onomwonden wat we onder hun politieke manifestatie en gewelddadige actie moeten verstaan:
"Avis aux étudiants gauchistes, aux nègres et nord-africains! Cous ne voulons plus être envahis par votre sale propagande Marxiste. Si dans les quarante-huit heures, vous n'avez pas cessé votre intoxication Rouge; Si vos librairies, bars et cercles ne sont pas fermés, nous nous en chargerons activement. Cous sommes prêts [...] pour vous faire fermer vos grandes gueules. Depuis bientôt un mois vous pouvez voir que nous agissons en silence mais dès le délai des 48 heures, nous entrerons en action."
"Et si nous voyons un nègre ou un nord-africain en compagnie d'une femme blanche, nous casserons la gueule à cet animal de pays sous-développé et la fille sera tondue. Si vous bougez pour défendre ces chiens du race inférieure qui ne sont hommes que par leur corps, vous subirez le même sort par des actions brutales. Cous voulons vivre dans une ville propre, sans crapules de votre espèce qui avez sali l'UCL. Signé, Ordre Couveau, CEM-club."
In de entourage rond NEM bevond zich ook de Erasmuskring of Le Cercle Erasme, het Belgische equivalent van het Franse GRECE. We herinneren eraan dat één van de organen langswaar GRECE haar opinies trachtte te verspreiden het blad Nouvelle Ecole was. Welnu, één van de redactieleden van dit Franse blad was niemand minder dan Emile Lecerf. Ook Forces Nouvelles werd naar het Franse voorbeeld de Parti des Forces Nouvelles opgericht. De Forces Nouvelles werd door Emile Lecerf opgericht in 1975 en het programma bevatte de klassieke rechtse elementen. Die partij trachtte vooral stemmen te winnen bij de meest rechtse vleugels van de PLP en de PSC. Maar in tegenstelling tot het Franse initiatief viel de Belgische Forces Nouvelles na enkele maanden uiteen.
Het Front de la Jeunesse (FJ) daarentegen kende meer succes en zou jaren lang actief blijven. In 1984 transformeerde het in Parti des Forces Nouvelles en was nauw gelieerd aan Le Pen in Frankrijk. In 1973 opgericht door een aantal jongeren uit de NEM-clubs die meer tot actie wilden overgaan, bundelde het FJ aanvankelijk het Front Universitaire, het Front de la Jeunesse Lycéenne en het Front des Travailleurs. Voorzitter was Francis Dossogne. Via NEM kreeg het FJ trouwens een platform waarin het haar extreme standpunten kenbaar kon maken. Onder de rubriek Europe-Jeunesse ontwikkelde het FJ neofascistische theorieën, die trouwens in heel Europa opnieuw hun opgang maakten.
Tegenover de linkse subversie wilden zij een subversie van rechts plaatsen. Het egalitarisme, het economisch materialisme, het individualisme en het collectivisme waren in hun ogen de decadentie zelve, en moesten worden vernietigd. Het FJ streed tegen abortus en gastarbeiders en voor een sterker leger. Om de macht te veroveren was het noodzakelijk een Parti Solidariste te vormen, met als doel de nationale bevrijding van Europa en het tot stand brengen van een organische staat.
Het Front de la Jeunesse liet zich meermaals opmerken door agitatie en aanslagen, en kwam hierdoor diverse malen in aanraking met het gerecht. Hoe dan ook, al die organisaties waren nauw verwant aan of ontsproten uit de NEM-clubs. Ze deelden allemaal een duidelijke visie ten aanzien van het nationalisme, een uitgesproken Europese visie die aanleunde bij de rechtse Europeïstische organisaties, en een voorliefde voor de middeleeuwen. Diverse figuren uit de Europeïstische bewegingen passeerden er de revue. Zo gaf Luc Beyer de Rycke in 1978 in de NEM-club van Namen een lezing over Zuid-Afrika, en majoor Jean Bougerol één over de linkse subversie. De luikse historicus en professor aan het Europa College Leo Moulin besprak dan weer de Europese monnikenorden en de Middeleeuwen. Leo Moulin was een oude bekende van Jo Gérard toen ze samen nog in de groep Demain zetelden.
Al plaatsten we hier de NEM-clubs vooral in de internationale scène van een opkomend nieuw extreem-rechts met vooral banden in Frankrijk, toch leidt NEM ons ook naar een harde kern binnenin de Belgische scène. NEM steunde onvoorwaardelijk de uiterst rechtse politicus Paul Vanden Boeynants, niet het minst via zijn goede vriend en voormalig directeur van de NEM, Jo Gérard. Met beide figuren en hieraan nog toegevoegd Benoit de Bonvoisin en Paul Vankerkhoven betreden we de wereld van de CEPIC, de uiterst rechtse vleugel van de PSC.
Bron: De netwerking van een neo-aristocratische elite | Klaartje Schrijvers
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube