Over Operatie Warenhuizen kan je dit stukje lezen in bijlage 1 en 2 van het verslag van de Tweede Bendecommissie:
(...) Hierbij kan worden gedacht aan het feit dat een groep BOB'ers rond de adjudant Guy Goffinon in 1988 ontdekte dat Bouhouche, Beijer, Amory en nog andere rijkswachters vergaande plannen hadden uitgewerkt om via bomaanslagen de warenhuisketen GB-Inno-BM gigantische bedragen af te persen.
De tekst heeft volgende voetnoot:
Men leze het verhaal hierover in GI, 108-110, en HUMO, 18 januari 1990. Candidus gaat nog een stap verder en beweert dat de aanslagen op warenhuizen die in de jaren tachtig daadwerkelijk werden gepleegd, beslist het werk waren van een dergelijke groep politiemensen. Hij schrijft:
"Ainsi l'histoire des Tueurs du Brabant est, au principal, une grave affaire de chantage et de racket, mise au point par quelques personnes, que l'on trouve dans la Gendarmerie, dans la Sûreté de l'Etat et dans quelques groupes dits politiques comme le FJ (Front de la Jeunesse) ou le WNP, par exemple. Les gens s'attaquaient à la bonne société bruxelloise compromise dans des affaires de drogues, de sexe, d'argent noir, jusqu'à certains groupes politiques. Les notables visés ici pouvaient difficilement porter plainte puisque entièrement mouillés. C'est pourquoi l'affaire des tueurs est devenue une affaire d'Etat, qui paralyse en quelque sorte le Gouvernement et le Parlement, tout en ruinant nos institutions judiciaires et policières"(Ca,57- 58).
Dit verhaal doet overigens enigermate denken aan het latere verhaal dat de aanslagen op de Delhaize-warenhuizen ook het werk van afpersers waren geweest, in dit geval van Amerikaanse huize, mogelijk gelieerd aan de Amerikaanse casa nostra, De berichten over de mate waarin dit "Amerikaanse" spoor werd uitgespit, lopen overigens uiteen. Vgl. de verklaringen van De Moor, Reyniers en Deprêtre voor de eerste parlementaire onderzoekscommissie: POC3B, 97, 266 en 377. De commissie zelf concludeerde dat ook deze hypothese onvoldoende werd onderzocht: POC3A, 328. De directeur van Delhaize stelde - volgens de journalisten die hem interviewden - in december 1985 echter "dat er van chantage door Amerikaanse misdaadorganisaties helemaal geen sprake is" (DS, 12 december 1985). Zie verder ook LS, 17 juni 1988.
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube