Topic: Vorst: 16 Augustus 1983
Op 16 augustus 1983 grijpt er te Vorst, Edisonstraat, omstreeks 20u30, een zwaar incident plaats waarbij betrokken zijn onder meer Marcel Barbier en zijn broer, Robert Barbier. Marcel Barbier is uitzinnig van woede en is onder invloed van de drank. Er vallen slagen en Marcel Barbier, drager van een geladen pistool, merk Colt kal. 45, bedreigt zijn broer en andere personen die wilden tussenkomen om een einde te stellen aan het incident.
Om te ontsnappen aan de politie poogt Marcel Barbier door middel van geweld tegen de bestuurder van een voertuig, dit laatste te bemachtigen. Hij slaagt daarin niet, wordt overmeesterd en opgeleid door de politie. Deze zaak maakt het voorwerp uit van de notitie nr. 11 20 32 643/83 van het parket te Brussel. Ondervraagd door de onderzoeksrechter op 17 augustus 1983 wordt Marcel Barbier onder bevel tot aanhouding geplaatst. Het blijkt dat Marcel Barbier ingeschreven is te Sint-Gillis, Parmastraat 42.
In werkelijkheid verblijft hij bij zijn vriendin Marcelle Gobert, Alfred Orbanstraat 24, te Vorst. Barbier, als ongehuwde, had een andere woonplaats genomen dan zijn vriendin opdat deze laatste verder de sociale voordelen voor de kinderen zou kunnen genieten. Het huis Parmastraat 42, was de vroegere woning en verblijfplaats van Michel Libert die dit adres verlaten had om te gaan wonen te Sint-Gillis, Vanderschrickstraat, 2 of 6. Sedert juni 1983 verbleef Marco Santi in de Parmastraat, 42. Op instructie van de procureur des Konings werden door de politie van Vorst twee huiszoekingen verricht op 16 augustus 1983: te 21u00 in de Alfred Orbanstraat, nr. 24 te Vorst in aanwezigheid van Marcelle Gobert; te 23u00 in de Parmastraat 42, te Sint-Gillis, in aanwezigheid van Marcel Barbier.
Deze laatste was na de rel te 21u overgebracht geworden naar het politiebureau te Vorst. Hij was drager van een geladen pistool, ook merk Colt kal. 45, dat hij gebruikt had bij voornoemd incident, alsook van 34 cartouches kal. 45 die hij op zak had. Hij was geen houder van een vergunning voor dit wapen. Op het adres A. Orbanstraat 24 te Vorst werden onder meer volgende voorwerpen aangetroffen:
Een zwarte poederrevolver;
Een revolver merk Rech kal. 22 met munitie, meer bepaald 68 cartouches 22 LR;
Een ontvanger-zender van het merk Belson;
Een Cassette-opnemer;
Twee dolken;
Een cagoule;
Verschillende casiers met fiches op naam van politieke personaliteiten;
Een tijdschrift genaamd "Thinguellir";
Twee tijdschriften "Althing".
Daarover ondervraagd op 17 augustus 1983 te 20u verklaart Barbier dat sommige van die wapens herkomstig zijn van zijn vader, andere van een zekere Paul Latinus ofwel aangekocht werden van een onbekende.
Hij geeft toe dat hij tot in 1980 behoord heeft tot de Front de la Jeunesse: de fichiers hebben daarop betrekking. Hij heeft ook documenten gekregen van Michel Libert. Thans zou hij behoren tot een organisatie met internationale vertakkingen waarvan hij weigert de naam op te geven.
Een plan van het stadsdeel La Chasse [een wijk in Etterbeek] is ook aangetroffen geworden. Dit document zou betrekking hebben op een filature uitgevoerd in het kader van de activiteiten van die geheime organisatie waarvan hij de naam niet wil opgeven.
Op het adres Parmastraat 42, te Sint-Gillis werd in een plastieken zak achter de ingangsdeur, een indrukwekkend aantal Telexcopiën met vermelding "NATO confidential" aangetroffen alsook omslagen met hoofding "Services des estafettes", naast nog andere voorwerpen. Barbier verklaarde dat al die zaken hem niet toebehoorden en dat hij daaromtrent geen uitleg kon verstrekken. Al die voorwerpen waren daar achtergelaten door Michel Libert. Barbier kwam praktisch nooit in de Parmastraat en feitelijk, sedert juni 1983, was het Marco Santi die daar verbleef. Die was student en Barbier had toegelaten dat hij daar verbleef. Barbier kende Santi die lid was van een scoutsgroep die afhing van de beweging "Iggdrasil". De leider van die scoutsgroep was Michel Libert en de zetel van de groep was gelegen in de Vanderschrickstraat, waar Libert thans woonde.
In de Parmastraat werden nog aangetroffen een Duitse militaire helm met SS-kentekens en een reproductie in hout van een hakenkruis. In de woning van Marcelle Gobert werd ook een farde aangetroffen met dagbladuittreksels die betrekking hadden op de dubbele moord van de Pastorale. Barbier verklaarde dat hij die stukken hield als souvenir en als résumé van het onderzoek.
Marcelle Gobert werd ondervraagd op 17 augustus 1983 te 3 uur. Zij verklaarde dat zij Barbier kende sedert juni 1980 en dat zij later gaan samenwonen zijn. Marcel Barbier was lid geweest van de Front de la Jeunesse tot aan het proces van die beweging. Barbier kende sedert jaren Paul Latinus. Deze had hem doen toetreden tot de Front de la Jeunesse. Thans zouden beiden lid zijn van een organisatie "Chevalier teutonique". Zij zelf had maar aan één manifestatie deelgenomen te Londerzeel, in juni 1982. Daarvan hield zij een foto over waarop zij staat met Barbier, beide drager van een lange mantel met Malta-kruis en Barbier met uniform met SS-kentekens er onder. Ze wist dat Barbier zeer goed bevriend was met Michel Libert.
Bij beschikking van de Raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel van 14 december 1983 werd Marcel Barbier verwezen naar de correctionele rechtbank te Brussel uit hoofde onder meer van de strafbare feiten gepleegd op 16 augustus 1983. Bij vonnis van de CR te Brussel van 31 oktober 1984 werd Marcel Barbier veroordeeld uit hoofde van poging tot afpersing door middel van geweld, van bedreiging en van bezit en dragen van verweerwapens zonder vergunning, tot een hoofdgevangenisstraf van 22 maanden waarvan de helft met uitstel voor een termijn van 3 jaar, en tot een geldboete van 200 frank (5 euro). Hoger beroep werd tegen dit vonnis ingesteld door het openbaar ministerie.
Bij arrest van het hof van Beroep te Brussel van 26 september 1985 (*) werd Marcel Barbier wegens voorgenoemde strafbare feiten zwaarder veroordeeld, namelijk tot een hoofdgevangenisstraf van 3 jaar met uitstel voor een termijn van 5 jaar voor de helft van deze straf.
(*) Let op deze datum: dat is één dag voor de bloedige feiten in Overijse en Eigenbrakel.
Bron: De Bende, het rapport | 1990