Topic: Christian Amory
Christian Amory heeft zijn jeugd doorgebracht in de regio van Bergen. Hij studeerde electromechanica (A2). Tijdens zijn jeugdjaren beoefende hij Oosterse gevechtssporten. Hij nam deel aan vele competities en heeft deel uitgemaakt van de nationale judoploeg. In 1963 werd hij bevriend met de Algerijn Mohammed Asmaoui die hij gedurend vijf a zes jaren dagelijks zag. Daarna verhuisde Asmaoui en zagen zij elkaar slechts sporadisch omdat zij in dezelfde judoclub zaten. Toen Asmaoui de judoclub had verlaten zagen zij elkaar enkel nog af en toe tijdens het uitgangsleven.
In 1971 begon Amory zijn carrière bij de Rijkswacht waar hij gedurende negen maanden opleiding kreeg in Brussel. Van zodra hij tot graad MDL (Maréchal des Logis) werd benoemd werd hij op zijn vraag en omwille van zijn fysische capaciteiten geaffecteerd tot de groep Dyane. Hij maakte deel uit van de groep Dyane tot 1977.
Om familiale redenen heeft hij in 1977 zijn verplaatsing gevraagd naar de BOB. Omdat er geen vacante plaats was bij de BOB van Bergen werd hij tijdelijk geaffecteerd tot de BOB van Brussel (met de hoop tot overplaatsing naar Bergen). Omwille van dienstredenen werd hij echter verplicht om drie jaar in Brussel te blijven. Bij de BOB van Brussel maakte hij kennis en vormde hij een team met Madani Bouhouche. Hij kwam heel goed overeen met Bouchouche die hem de vakstiel aanleerde. Vóór de komst van Amory bij de BOB van Brussel was Bouhouche al bevriend met Robert Beijer eveneens werkzaam bij de BOB van Brussel.
In 1980 verlaat hij de BOB van Brussel voor de BOB van Bergen. Begin jaren ’80 ontmoet hij nog regelmatig zijn vroegere vrienden uit Brussel, Bouhouche en Beijer. Het is ook in deze periode dat hij opnieuw Asmaoui ontmoette tijdens een onderzoek naar een zaak in Bergen. Asmaoui beschouwde Amory toen niet meer als vriend maar als flik aan wie hij af en toe informatie bezorgde.
In 1982-1983 geraakte Amory betrokken bij een aantal misdaden van Bouhouche, Beijer en Chang Wei Ling, meer bepaald bij de diefstal van een zodiac boot in Knokke in het kader van het plan om de GB warenhuizen te chanteren.
In 1984 verbleef Asmaoui in de gevangenis. Op dat moment kwam Amory hem vaak bezoeken, eerst in de gevangenis daarna, na de vrijlating van Amsoui, bij Asmaoui thuis. Toen werden zij weer echte vrienden en had Asmaoui weer het volle vertrouwen in zijn vriend. Amory had nl. een aantal zaken voor Asmaoui geregeld.
In 1985 verneemt Amory het bestaan van een revolutionaire oppositiebeweging in Algerije. Een avontuurlijker leven sprak hem aan en hij nam contact op met Asmaoui die hem met MDA in contact heeft gebracht. Amory probeerde op dat ogenblik om een wapendeal met Asmoui en het MDA op poten te zetten. Amory dacht nl. van Bouhouche wapens te kunnen krijgen (die mogelijks tijdens de Bendefeiten werden gebruikt) die hij kon doorverkopen. Als test heeft Amory een GP 9mm wapen zonder serienummer van Bouhouche aan Amsoui gegeven. Asmoui werd echter tijdens een grenscontrole tussen België en Frankrijk betrapt op het bezit van de GP 9mm die in beslag werd genomen. Een nieuwe poging tot wapendeal werd ondernomen in 1987 in samenwerking met Beijer.
Eind 1987 werd Amory opgepakt voor mogelijke betrokkenheid bij de moord op Juan Mendez.
Een aantal opmerkelijke zaken:
Toen Amory bij de BOB van Brussel met Bouhouche en Beijer werkte heeft hij een arbeidsongeval gehad. Hij werd daarbij gewond aan zijn knie. Daarvoor had hij al problemen gehad met zijn knie door te sporten. Amory werd tweemaal geopereerd aan zijn knie. Een eerste maal vlak vóór of vlak na zijn arbeidsongeval en een andere maal vóór zijn huwelijk in december 1982. Zijn trouwdatum werd zelfs opgeschoven omwille van deze operatie. Vlak na zijn huwelijk hinkte hij nog omdat hij nog steeds pijn had aan zijn knie. Omdat de pijn niet wegging heeft hij nog een specifieke behandeling gekregen. In het begin blokkeerde zijn knie soms tot op het punt dat hij zelfs niet meer kon stappen. Geleidelijk aan verbeterde zijn toestand en kon hij opnieuw normaler stappen.
In 1983 had Amory last van zijn huid in het aangezicht en werd hij toegelaten om gedurende een drietal maanden een baard te dragen. Daarna was hij zijn baard beu en scheerde hij zich opnieuw.
Amory werd verdacht de reus van de Bende van Nijvel te zijn, wat hij tot op heden altijd ontkend heeft. Amory heeft echter wel aan de speurders verklaart dat hij sterke vermoedens had dat Bouhouche deel uitmaakte van de logistieke cel van de Bende van Nijvel doch dat deze niet rechtstreeks betrokken was bij de Bendefeiten. Volgens Amory zou ook Beijer logistieke bijstand aan de bende hebben gegeven.
Verder verklaarde Amory aan de speurders dat Beijer in 1987 het plan had om de ballistiek deskundige Claude Dery om te brengen. De zaak zou zodanig moeten aangepakt geweest worden dat het op een zelfmoord moest lijken. Beijer had aan Amory gevraagd om voor de huurmoordenaars te zorgen. Hierop heeft Amory zijn vriend Mohammed Asmaoui aangesproken met de vraag om dit voor hem te regelen. Asmoui heeft tijdens een gesprek met Beijer bevestigd dat hij drie à vier man kon vinden bij de MDA die Dery uit de weg zouden ruimen. De zaak is uiteindelijk niet doorgegaan omdat er geen akkoord was rond de betaling van de huurmoordenaars en het plan niet geloofwaardig bleek.