Bewijs Roze Balletten? Verklaring van gewezen justitieminister Moureaux werpt nieuw licht op onderzoek
Voorzitter André Bourgeois van de commissie banditisme [Eerste Bendecommissie] heeft gewezen justitieminister Philippe Moureaux (PS) een brief gestuurd waarin hij hem verzoekt eerder gedane mondelinge en persoonlijke verklaringen aan de socialistische fractieleider en commissielid Eerdekens schriftelijk te bevestigen. Deze verklaringen worden beschouwd als een mogelijke bewijs voor het bestaan van de Roze Balletten met prominenten.
Moureaux, thans vice-premier, zegde volgens een verklaring van Eerdekens vorige donderdag aan de bendecommissie, dat hij in de periode 1980-1981 als minister van Justitie het bezoek kreeg van de advocaat-generaal te Brussel, die hem in totale verwarring, wees op het bestaan van een aantal dossiers [dossier Pinon] over zedenfeiten met minderjarigen waarin de namen voorkwamen van Paul Vanden Boeynants, de toenmalige PS vice-premier Guy Mathot en verscheidene magistraten. De minister gaf hem de raad de dossiers een gewone behandeling te geven, maar discretie in acht te nemen.
Moureaux deelde ook mee, dat hij een zestal weken na dit bezoek, op een receptie procureur-generaal Van Honsté ontmoette en hem ook vroeg hoe ver het stond met het onderzoek in deze dossiers. Het antwoord luidde: "Wees gerust, mijnheer de minister, er zit niets in".
De commissie banditisme, zo wordt vernomen, hecht zeer veel belang aan deze verklaringen omdat zij het bewijs kunnen worden dat deze seksfuiven met prominenten inderdaad plaats hebben gevonden en later mogelijk gebruikt werden als chantagemiddel (*). Vice-premier Moureaux was gisteren niet bereikbaar voor commentaar.
Minister van Justitie Wathelet heeft gisteren van zijn kant het gerecht gevraagd een grondig onderzoek in te stellen over de Roze Balletten. Hij gaat daarmee in op een brief van commissievoorzitter Bourgeois. De minister vraagt dat vooral wordt nagegaan of mogelijke chantage met deze seksfuiven het onderzoek naar de bende van Nijvel beïnvloed heeft. Verwacht wordt dat na het verzoek van de minister een drietal dossiers zullen samengevoegd worden.
Bron: Het Laatste Nieuws | 20 februari 1990
BOB op wacht bij seksfuiven – Speurders die Roze Balletten onderzochten, weggepest
"Terwijl binnen seksfeestjes met kinderen aan de gang waren,hielden rijkswachters buiten de wacht. Op bevel van de generale staf." Dat zeggen Gerard Bihay en Franz Balfroid, twee ex-BOB’ers die weggepest werden uit het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Bihay en Balfroid werden gisteren ondervraagd door de parlementscommissie [Tweede Bendecommissie] naar de Bende van Nijvel. Ze schetsten een ontluisterend beeld van de rijkswachttop en het gerecht.
"We wilden de rijkswachters terugvinden die ingezet waren voor het beveiligen van de Roze Balletten (*), waarop rijkswachtgeneraal Fernand Beaurir aanwezig was. Maar toen we hen begonnen op te sporen, werden we weggepest, niet in het minst door de Nijvelse procureur Jean Deprêtre", aldus de ex-BOB'ers.
Ook onderzoeksrechter Schlicker kreeg een veeg uit de pan. "Hij was het kinderseksdossier aan het inkijken en vertelde dat er een foto instak van Beaurir 'op zijn eenvoudigst …'" De foto van de naakte Beaurir blijkt nu spoorloos. "Bizar", reageerde commissielid Landuyt, "Ik denk niet dat de twee getuigen logen".
Bihay en Balfroid zeggen dat ze het spoor van de seksfeesten ontdekten na ondervraging van de weduwe van de restauranthouder, die door de Bende doodgeschoten werd in Ohain. "Ze vertelde over vergaderingen tussen Beaurir en een Brusselse vastgoedmakelaar, die politicus Guy Mathot geld toestopte voor een villa waar ooit Roze Balletten plaatsvonden".
Bron: Het Laatste Nieuws | 22 februari 1997
"Bewijsstukken verdwenen uit dossiers Roze Balletten"
"Agenda's, telefoonlistings en andere documenten over de diverse Roze Balletten-dossiers zijn spoorloos verdwenen uit het Brusselse Justitiepaleis". Dat stelde de Brusselse onderzoeksrechter Bruno Bulthé gisteren voor de Bende-commissie [Tweede Bendecommissie]. In februari 1990 startte Bulthé een onderzoek naar het onderzoek in alle toen gekende seksdossiers met minderjarigen [zie ook bovenstaand artikel van 20 februari 1990].
Bulthé ontdekte toen de verdwijning van overtuigingsstukken uit verscheidene dossiers. "Ik veronderstel dat het interessante documenten waren en niet het telefoonnummer van de loodgieter of de tandarts. Waar deze documenten naartoe zij, weet ik niet. Als ik dat wel wist, zou ik de schuldigen vervolgd hebben. De daders moeten het Justitiepaleis goed gekend hebben (**). De Brusselse griffie is immers een echt hol van Ali Baba met drugs, documenten en wellicht het grootste wapenarsenaal van de hoofdstad".
Bron: Het Laatste Nieuws | 5 maart 1997
(*) Zie ook het verhaal van de nota van december 1988.
(**) Die uitspraak van Bruno Bulthé doet onmiddellijk denken aan Bouhouche en Beijer aangezien zij een diefstal uit de Brusselse griffie op hun palmares hebben. Is het mogelijk dat Bouhouche en Beijer in dat bewuste weekend in augustus 1985 aan de haal gegaan zijn met de overtuigingsstukken uit de Roze Balletten-dossiers?