Topic: Slachtofferonderzoek
Volgens sommige getuigen en theorieën waren sommige slachtoffers van de Bende geen toevallige slachtoffers maar doelbewuste moorden. De leden van de Bendecommissie bis wilden van onderzoeksrechter Troch weten of dit ook voor Aalst zo kon zijn. Het volgende komt uit het eindverslag van de Tweede Bendecommissie:
Op de vraag of er te Dendermonde een indringend onderzoek naar de slachtoffers was verricht, antwoordde Freddy Troch:
"Ik ben van mening dat we een doorgevoerd slachtofferonderzoek hebben gedaan. Hier kunt u echter opnieuw met een probleem worden geconfronteerd. Wat Aalst betreft, hebben we een doorgevoerd slachtofferonderzoek gedaan, dus louter beperkt tot de slachtoffers van Aalst. Volgens de ons meegedeelde gegevens — want men kan ook gegevens achterhouden — beschikten wij niet over elementen om te zeggen dat iemand moedwillig werd afgemaakt of dat de daders speciaal waren gekomen om een bepaalde persoon te doden of dat er een andere link was."
"In dergelijke zaken is het soms beter een overkoepelend grondig slachtofferonderzoek te voeren. Waarschijnlijk zal dat voor Charleroi gebeurd zijn voor de feiten die daar plaatsvonden. Zij kunnen dus een meer overkoepelend onderzoek voeren voor die feiten. Is dat overkoepelend onderzoek voldoende gevoerd voor de slachtoffers van Aalst? Misschien wel, misschien niet, maar wij hadden toen zeker geen aanknopingspunten om te zeggen dat er enige relatie zou zijn naar een andere persoon of dat er een element zou zijn om te zeggen dat iemand niet toevallig was afgemaakt, maar dat men er speciaal was voor gekomen."
Een lid van de Commissie wierp Troch hierop tegen dat in elk geval de echtgenote van wijlen Palsterman er wel wat anders over denkt:
"Naar mijn mening werd hij op een vakkundige wijze afgemaakt. Men heeft hem eerst vooraan beschoten en vervolgens in het achterhoofd. Mijns inziens, was hij het eerste slachtoffer. Zijn echtgenote beweert immers dat er een link bestaat met de heer Finné."
Hierop antwoordde Troch dat van een relatie tussen Palsterman en Finné niets is gebleken:
"Dit wordt inderdaad gezegd. Dit element is - als mijn geheugen mij niet in de steek laat - echter voor het eerst ter sprake gekomen in 1995. Op het ogenblik dat wij het onderzoek hebben verricht, waren wij absoluut niet op de hoogte van deze mogelijke link. Toen ik daaromtrent een krantenbericht zag, stelde ik vast dat er gewag werd gemaakt van een relatie met de heer Finné. Ik heb onmiddellijk gevraagd aan mijn team of dat verhaal eigenlijk steek hield. De mogelijkheid bestaat dat zijn elkaar kenden. De persoon die het slachtofferonderzoek heeft verricht, de heer Van Rie, hecht daar echter geen geloof aan."