Voor wat de jaren zeventig betreft zijn met name de verhalen van belang dat halverwege deze jaren (1975-1976) vanuit het FJ met meer en minder sucees werd geprobeerd om in de rijkswacht - met name de generale staf, het mobiel legioen/groep-Dyane, en de Brusselse BOB - cellen te vormen die op het gepaste moment zouden kunnen worden geactiveerd om een staatsgreep in het land mogelijk te maken - een staatsgreep die de voortrekkers van het CEPIC aan de macht zou moeten brengen. Deze cellen werden beschouwd als vertakkingen van de Groep G (Groupe de la Gendarmerie) van het FJ (1).
Sommige van hun leden waren, naar verluidt, effectief betrokken bij de organisatie van paramilitaire oefeningen van deze beweging en zelfs bij de opleiding van een groep FJ'ers die was bestemd voor het plegen van aanslagen. Het totale aantal rijkswachters dat langs deze weg betrokken zou zijn geweest bij het FJ, ligt volgens sommige bronnen rond de 60 man. Namen die in dit verband steeds weer worden genoemd, zijn Martial Lekeu, Didier Mievis, Robert Beijer, Christian Amory en Madani Bouhouche.
Waarschijnlijk werd reeds in 1976 een rapport over deze ontwikkeling opgemaakt, maar - in relatie tot de bende van Nijvel - moet met name worden verwezen naar de rapporten die in 1984 (en/of 1985?) over de evolutie van de Groep G in de rijkswacht werden geschreven door de BOB van Waver, en dit op aangeven van genoemde Lekeu die kort daarop vertrok naar de Verenigde Staten omdat hij, naar hij zelf zei, vanwege zijn verklaringen over de Groep G moest vrezen voor zijn leven.
In deze rapporten moet onder meer de these zijn ontwikkeld dat op het einde van de jaren zeventig de Groep G weliswaar uit elkaar viel, maar dat (voormalige) leden ervan in de jaren daarna langs duistere wegen rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken geraakten bij de bende van Nijvel. Hun auteurs achtten het - met Lekeu - zelfs niet uitgesloten dat de aanslagen van de CCC slechts op het eerste gezicht het werk van een linkse terreurgroep zouden zijn geweest: in werkelijkheid zou het zijn gegaan om een door extreem-rechts geënsceneerde actie. Volgens de pers sloot het Delta-team, dat in 1989 een tiental ex-leden van de Groep G opspoorde, inderdaad ook niet uit dat leden van de Groep G deel hebben uitgemaakt van WNP en van de bende van Nijvel (2).
Noten:
(1) Dit verhaal over een mogelijke staatsgreep moet niet worden verward met de berichten die zijn verschenen over mogelijke plannen van leger- en rijkswachtofficieren in 1973 om een staatsgreep te plegen.
(2) Deze stelling wordt in het geheel niet onder ogen gezien door Jos Vander Velpen in zijn boek over de CCC. Hij beschouwthet optreden van de bende van Nijvel als een onvervalste vormvan fascistische terreur. De CCC zelf heeft volgens hem de misdaden van deze bende, opmerkelijk genoeg, wèl enigermate gebagatelliseerd, althans in sommige van haar pamfletten. Zie VdV, 52- 53, 59, 65, 91. Verder ook LDR, 11-12 juni 1988; LDH, 11 mei 1989. In maart 1990 stelde senator S. Moureaux echter eveneens: "Op basis van de vele dossiers die ik heb gelezen en de vele gesprekken die ik heb gehad, ben ik ervan overtuigd dat één enkele generale staf de bende van Nijvel, de Westland New Post, ik ga daar zeer ver in, ook de CCC gebruikt en gemanipuleerd heeft om die kolonisering van het staatsapparaat tot stand te brengen". Zie HUMO, 29 maart 1990. In de BRTN-Terzake-uitzending van 5 oktober 1994 heeft Lekeu zijn opvattingen omtrentde band tussen de CCC en de WNP nog eens herhaald. Hierbij wees hij er onder meer op dat de broer van de CCC-er Carette een "para en extreemrechts sympathisant" is.
Bron: Verslag Tweede Bendecommissie (bijlage 1 en 2)
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube